Column: evangelisatie, een complexe taak en zaak

Evangelisatie, een complexe taak en zaak                
Tekst Joh. Krijgsman, evangelist

Bekend is het gedicht: ‘Mijn rechterbuurman is vannacht gestorven. Ik heb nooit één woord tot zijn behoud gezegd’. Is dat niet vreselijk? Is er bij ons bewogenheid voor de wereldse mens die zich zowel buiten als binnen de kerk bevindt? Bewogenheid is iets wat bij evangelisatie hoort.

Als ik me niet vergis, lijkt er een kentering te komen. In de grotere steden beginnen kerken met een inloophuis. Cursussen voor evangelisatie zijn vrijwel gelijk volgeboekt. Vaak wordt er nog een cursus aangeboden voor nieuwe belangstellenden. 

Elk gemeentelid een taak
In veel gemeenten is er een evangelisatiecommissie. Dat is een goede zaak. Toch zit er ook nadeel aan zo’n commissie. Waarom? De hele gemeente zou evangelisatiecommissie moeten zijn. Er ligt immers voor elk gemeentelid een roeping tot evangelisatie. Bisschop Ryle zegt dat elke gelovige een evangelist behoort te zijn. De doctorandus en de vuilnisman, de verpleegster en de timmerman. Moeder in het gezin en ook als je in de rij voor de kassa van de supermarkt staat. Bij de kapper en in de kantine of keet van je werkgever. 
Als elke gelovige die opdracht ter harte zou nemen, hadden we er honderden evangelisten bij. 
Die ‘gelovigen’ hebben geleerd dat ze zonder wedergeboorte het échte geluk missen. Ook dat ze zonder wedergeboorte een eeuwige nacht tegemoet gaan. En dat om eigen schuld. 
Ze kennen ook iets door Hogerhand van Christus. En juist dat maakt hen bewogen met een wereld in nood. Door genade hebben ze dat van geen Vreemde. Van Jezus, Die wenend voor het godsdienstige Jeruzalem stond en Die halfslachtige Samaritanen opzocht. Die Zijn discipelen de opdracht gaf de wereld in te trekken. Het waren slechts drie woorden waarmee Hij hen uitzond: ‘Gaat dan heen’. 

Taal
Hij stuurde ze niet de wereld in met een voor die wereld vreemde taal. De evangelist Johannes leert ons welke taal we moeten gebruiken bij het evangeliseren. In Johannes 1:1 gebruikt hij driemaal het woord Logos. Dat was in die tijd een filosofisch begrip dat algemeen gebruikt werd. Ook de discipelen spreken op de Pinksterdag zoals de Geest hun gaf uit te spreken. Hoe was dat dan? Een ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. 
Bij het evangeliseren (ook in de kerk) moeten we oppassen voor verouderde uitdrukkingen. Ook onze jongeren in de kerk, begrijpen dit vaak niet meer. Ook is de christelijke taal en cultuur voor verreweg de meeste Nederlanders verleden tijd. Bij woorden als zonde, wedergeboorte, verzoening, geloof kunnen de meesten zich niets voorstellen. 
Een ‘fout’ die we soms maken is dat we denken dat de ander voelt iets te missen. Vergeet dit maar. Die ander mist niets. Men heeft echt geen belang meer bij het Evangelie, deze blijde of goede boodschap. Dit vraagt steeds doordenking hoe we het evangelisatiewerk ter hand nemen. Je kunt het nu niet meer zo aanpakken als veertig jaar terug. Steeds moet gekeken worden naar de context van de tijd waarin we leven. Met een moeilijk woord contextualisatie genoemd.

Complex
Evangelisatie is een complexe taak en zaak. Er is immers niemand die God zoekt. Terwijl Hij Zichzelf wel aanprijst. Het is Gods wil wanneer mensen Hem in Christus nodig krijgen. Evangelisatie is tegelijk een opdracht waar geen enkele christen onderuit komt. Het is een taak en zaak dit ter harte en ter hand te nemen. Zo zullen mensen tot bekering en geloof komen. Om Jezus’ wil.