Saulus en Ananías - Handelingen 9:10-25

Samenvatting toespraak zondagmorgen 18-6-2017. Voorganger evangelist Johan Krijgsman. 
M: 06-83571391. E: Amsterdam@bijbelcentrum.nl. W: www.bijsimondelooier.nl Tel. 020-6227742
Thema toespraak: ‘Saulus en Ananías’  n.a.v. Handelingen 9:10-25

Vorige week hoorden we hoe Saulus door de Heere bekeerd werd. Dat gebeurde op een wonderlijke manier. Vandaag luisteren we wat er verder gebeurde met Saulus of Paulus.

Jezus (vers 5-9)
In verbaasdheid en schrik had Saulus gevraagd aan Jezus: Wie zijt Gij Heere? 
Kort en klaar klonk het: Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt. Het is zeer gevaarlijk om Mij te vervolgen en je bewust tegen Mij te verzetten (Handelingen 9:4,5).  
Die scherpe, maar liefdevolle woorden tekenen de bekering van Saulus. Saulus wordt daarmee op z’n plek gezet. Hij wordt met die woorden vanbinnen gegrepen in het diepst van zijn ziel. Juist daar waar het al pijn doet. Want wie Jezus is, daar heeft hij al langer een beeld van. Eigenlijk heeft hij Jezus al eerder ontmoet. Alleen dat heeft hij weggestopt. Hij wilde niets met Hem te maken hebben. 
Het is nog niet zolang geleden dat hij bij de steniging en dood van Stéfanus stond. Hij was het er hartelijk mee eens dat deze Christusbelijder gedood werd. 
Maar Saulus was ook getuige van Stéfanus’ gebed toen hij stervende bad tot de Heere Jezus. En Zijn gebed voor zijn vijanden (Handelingen 7:54-60). Dit gebed van Stéfanus is in het diepst van zijn ziel blijven haken. Hóe Stéfanus tot de Heere Jezus bad, kon hij maar niet vergeten. Die geloofswoorden van Stéfanus, hadden hem geraakt. Eigenlijk was dat z’n eerste ontmoeting met Jezus. Maar Saulus heeft dat diep weggestopt. Misschien stop jij ook wel iets weg wat je van Jezus gehoord hebt.

Wie door de Heilige Geest met Jezus kennismaakt, komt daar vroeg of laat wel achter. Kijk maar bij Saulus. Die eerste ontmoeting kwam terug. 
Kennismaken met Jezus betekent dat je hele leven op z’n kop wordt gezet. Het is aan je eigen ideeën en inzichten sterven. Het is je kruis opnemen en Jezus volgen. Het brengt vaak verwijdering in je familie en kennissenkring. Het is kiezen voor het ongewisse. Niet meer hen vervolgen die Jezus volgen, maar misschien zelf vervolgd en gedood worden. Wie wil dat vanuit zichzelf? 
Zou Saulus niet geweten hebben door al die gebeurtenissen, welke weg hij moest gaan? 
Maar die weg gaan met hen die van de Weg zijn? Dat is nogal wat. Dat wilde en kon Saulus niet. 
Die Jezus Die Saulus vervolgde, arresteerde hem. Daar had Jezus slechts één zin voor nodig. 
Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt. Nee, de Heere Jezus heeft niet veel woorden nodig om mensen tot bekering te brengen. Ondanks z’n eerdere indrukken en verzet, werd Saulus gearresteerd. 
Dusdanig dat hij drie dagen blind was en in die dagen niet at en dronk.

Ananías (vers 10-16)
Vorige week hoorden we hoe Saulus naar Damascus geleid werd. Ze brachten hem naar het huis van ene Judas. Die woonde daar in de Rechte Straat.  
In Damascus woont ook Ananías, een volgeling van de Heere Jezus. Hij was ook lid van de ‘sekte’ 
De Weg waar we vorige week over hoorden. Ananías was één van de slachtoffers die Saulus op het oog had om gevangen te nemen. Van deze Ananías weten we niet zoveel. Zijn naam betekent: de Heere is genadig. Dat zal nu blijken. 
Dat het raar kan gaan, zie je hier. Gods wegen zijn wonderlijk. Uitgerekend Ananías, een volgeling van Jezus, krijgt opdracht Saulus op te zoeken. Hij moet naar hem toe gaan en de hand op hem leggen. Daardoor zal hij weer ziende worden. Ananías hoeft niet bang te zijn voor Saulus, want Saulus bidt. En voor biddende mensen hoef je niet bang te zijn, Ananías. Saulus heeft zelfs al van de Heere in een gezicht gezien dat Ananías zal komen (Handelingen 9:10-12). 

Een volgeling van Jezus krijgt opdracht om naar een vervolger van Jezus te gaan. Wie zou niet schrikken? En dat doet Ananías dan ook. Hij protesteert dan ook heftig tegen deze opdracht van de Heere. Hij zegt: Heere U kunt mij alle opdrachten geven, maar dit nooit. Deze man is hier om allen die Uw Naam aanroepen, gevangen te nemen (Handelingen 9:13,14). 
Even tussendoor. Wat is dat mooi gezegd: allen die Uw Naam aanroepen. Dus allen die de Heere Jezus volgen, roepen Zijn Naam aan. Dat zijn biddende mensen. Die bidden écht. Aanroepen gaat dieper dan bidden. Daar ben je met hart en ziel bij betrokken. Dat komt vanbinnen uit. 

De begrijpelijke protesten van Ananías breekt de Heere. Dat doet de Heere altijd bij Zijn kinderen. 
De Heere maakt hem duidelijk dat Saulus een ‘uitverkoren vat’ is. Ik heb Saulus uitgekozen om voor Mij te werken. Hij moet over Mij vertellen aan alle volken. Aan koningen en aan Israëlieten. 
Als dienaar van Mij zal hij veel voor Mij moeten gaan lijden. Dat zal Ik hem laten zien (Handelingen 9:15,16). Dan gaat Ananías. 


Broeder (vers 17-19)
Daar gaat Ananias door de straten van Damascus, naar de Rechte Straat. Naar het huis van Judas. Dat zijn bezwaren zijn overwonnen, horen we uit de manier waarop hij Saulus aanspreekt. 
Hij noemt deze vervolger: broeder. Hoe bestaat het. Van een vijand veranderd in een broeder. 
Een broeder van en in Christus, maar ook van Ananías. 
Zo gaat dat als je overwonnen wordt door Gods genade. Dan krijg je nieuwe en andere broeders en zusters. Broeders en zusters in de Heere.
Ananías zegt dat hij namens Jezus gezonden is. Jezus Die hij vervolgde. Jezus Die hem arresteerde. Hij legt Saulus de handen op waarna Saulus wordt vervuld met de Heilige Geest. Maar ook gelijk weer ziet. Saulus staat op en wordt gedoopt. 
Lukas die deze geschiedenis beschrijft, breit er nuchter een slot aan. Saulus die al drie dagen niets gegeten en gedronken heeft, moet snel iets eten en drinken. Zo kan hij weer op krachten komen (Handelingen 9:17-19). 

Christus (vers 20-22)
Dat Gods genade mensen radicaal verandert, lees je verder in deze geschiedenis. 
Wat doet Saulus als hij weer aangesterkt is? Hij predikt Christus. En dat in het hol van de leeuw. 
In de synagogen bij de Joden die niets van Christus moeten hebben. De Joden reageren dan ook zeer verbaasd. Ze zeggen: is dit die man die allen uit de weg wilde ruimen die de Naam van Jezus aanroepen? Ze begrijpen er niets van. Saulus laat zich door de reacties niet afremmen. Integendeel. Hij verkondigt het Evangelie nog vuriger. Hij probeert de Joden des te meer te overtuigen dat Jezus de beloofde Messias is. Jezus is de Christus. Hij is de Zoon van God.
Saulus probeert de Joden niet te paaien met allerlei verhaaltjes, maar hij predikt Christus. 
Christus was het begin, midden en eind van zijn preken. Christus is de Zoon van God. Hij is God Zelf. 
Saulus heeft gezegd waarom Christus de beloofde Messias is. Waarom Christus de Christus moest zijn. Waarom Hij moest geboren worden. Waarom Hij moest lijden, sterven, opstaan en weer naar de hemel is gegaan. Hij de Profeet, Priester en Koning. Alleen Christus kan mensen met God verzoenen door het geloof in Hem. Geen eigen inspanningen of wat dan ook. 
Saulus wilde dus niet de Joden behagen. Nee, rechttoe, rechtaan preekte hij Christus. 
Dat kan ook niet anders als je zelf gegrepen bent door Jezus Christus. Daar wist Saulus over mee te praten. En jij en ik? Weten wij erover mee te praten? Als je door Jezus Christus bent gegrepen, gaat dat niet langs je heen, maar door je heen. De Heilige Geest laat je terdege weten waarom je Christus nodig hebt. Je spreekt dan uit ervaring. Dan wil je die ervaring ook kwijt aan anderen. 

Bedreigd (vers 23-25)
Het is Paulus duur komen te staan dat hij Christus preekte. De Joden pikken dit niet en willen Paulus na een lange tijd doden. Hij wordt aan alle kanten bedreigd. Zo gaat al snel in vervulling wat de Heere tegen Ananías had gezegd. De Heere had toch gezegd dat Paulus veel zou moeten lijden om Hem? 
Geholpen door vrienden, vlucht Paulus naar Jeruzalem. Ook daar zal hij worden bedreigd.
De komende weken zullen we Paulus volgen als hij verschillende steden bezoekt.   

Van vijand tot vriend
Eén ding kunnen we leren van dat wat we tot nu toe hebben gehoord. De Heere is wonderlijk. 
Hij maakt van vijanden vrienden. Daarmee kun je de bekering typeren. Hij schakelt mensen in dat hele proces in. Mensen waar je eerst niets mee had, worden dan je broeders en zusters in de Heere. Je kunt dan ook zelf niet zwijgen over Christus Die jou riep. De een doet dat makkelijker dan de ander. We zijn niet allemaal een Saulus. Als we maar wel door genade een christen zijn geworden. Een christen spreekt uit ervaring over Christus. Christus, dat Hij goed wil zijn voor vijandige, ongelovige mensen. Dit is het Evangelie in een notendop. 
Ken je Hem nog niet met je hart? Laat je dan ‘arresteren’ door Christus en word gered.

English version

Summary speech Sunday morning 18-6-2017. Forerunner evangelist Johan Krijgsman.
M: 06-83571391. E: Amsterdam@bijbelcentrum.nl. W: www.bijsimondelooier.nl Tel. 020-6227742
Theme speech: "Saul and Ananias" according to Acts 9: 10-25

Last week we heard how Saul was converted by the Lord. That happened in a wonderful way. Today we listen to what happened to Saul or Paul.

Jesus
In astonishment and terror, Saul had asked Jesus: Who are you Lord? In short, it sounded: I am Jesus whom you persecute. It is very dangerous to persecute Me and oppose you consciously against Me (Acts 9: 4,5).
Those sharp but loving words sign the conversion of Saul. Saul is put in place. He is grasped inside of his soul in the deepest of his soul. That's where it hurts. For who Jesus is, he has a picture of it for a long time. In fact, he has met Jesus before. Only that he has tucked away. He did not want to have anything to do with him.
It has not been so long since he stood at Stenifus's stoning and death. He warmly agreed that this Christbelijder was killed.
But Saul also witnessed Stephen's prayer when he died to the Lord Jesus. And His prayer for his enemies (Acts 7: 54-60). This prayer of Stéfanus is kept in the depths of his soul. Hóe Stephen prayed to the Lord Jesus could not forget. Those words of Stephen had touched him. Actually, that was his first encounter with Jesus. But Saul has tucked it deep. Perhaps you also stop something you've heard from Jesus.

Anyone who knows about the Holy Ghost knows Jesus sooner or later. Just look at Saul. That first meeting came back.
Getting to know Jesus means putting your whole life upside down. It's your own ideas and insights to die. It's taking your cross and following Jesus. It often brings removal into your family and knowledge circle. It's choosing the unseen. No longer pursuing those following Jesus, but possibly being persecuted and killed. Who wants that from himself?
Would not Saul have known about all those events, which way he had to go? But go away with those who are out of the way? That is quite something. That was what Saul wanted and could not.
The Jesus who persecuted Saul arrested him. There, Jesus only needed one sentence. I am Jesus whom you persecute. No, the Lord Jesus does not need many words to bring people to repentance. Despite his earlier impressions and resistance, Saul was arrested. So that he was blind for three days and did not eat and drink in those days.

Ananias
Last week we heard how Saul was led to Damascus. They brought him to the house of one Judas. They lived there in the Straitstraat.
Ancient Damascus also lives in Ananias, a follower of the Lord Jesus. He was also a member of the 'sect'
The Road we heard about last week. Ananias was one of the victims whom Saul had an eye on. We do not know so much of this Ananias. His name means: the Lord is gracious. That will prove now. That it can be strange, see you here. God's ways are wonderful.
Ananias, a follower of Jesus, is ordered to seek out Saul. He has to go to him and lay his hand on him. As a result, he will see again. Ananias need not be afraid of Saul, because Saul prays. And for praying people you do not have to be afraid, Ananias. Saul has even seen from the Lord in a face that Ananias will come (Acts 9: 10-12).

A follower of Jesus is commanded to go to a persecutor of Jesus. Who would not scare? And that is what Ananias does. He therefore vehemently protests against this commandment of the Lord. He says, Lord You can give me all orders, but never. This man is here to capture prisoners who call upon your name (Acts 9: 13,14).
Even in between. What has been said nicely: all who call on your name. So all who follow the Lord Jesus call His Name. Those are praying people. They really pray. Calls are going deeper than praying. There you are involved with heart and soul. That's coming from inside.

The understandable protests of Ananias break the Lord. That's what the Lord always does with His children.
The Lord makes him clear that Saul is a "chosen vessel." I chose Saul to work for me. He must tell me about all nations. To kings and to Israelites.
As a servant of Me he must suffer a lot for Me. I will show that to him (Acts 9: 15,16). Then Ananias goes.

brother
Ananias goes through the streets of Damascus, to the Straight Street. To the house of jude Those objections have been overcome, we hear from the way he appeals to Saul.

He calls this sequel: brother. How does it exist From an enemy turned into a brother.
A brother of Christ, but also of Ananias.
This is how you are overcome by God's mercy. Then you get new and other brothers and sisters. Brothers and sisters in the Lord.
Ananias says that he was sent on behalf of Jesus. Jesus He persecuted. Jesus arrested him. He puts Saul's hands up after which Saul is filled with the Holy Ghost. But also looks right again. Saul rises and is baptized.
Lukas describing this story, break it out fast. Saul who has not eaten and drunk for three days must quickly eat and drink something. This way he can come back to strength (Acts 9: 17-19).

Christ
That God's grace changes people radically, you read on in this story.
What does Saul do when he is reaffirmed? He preaches Christ. And that in the cave of the lion. In the synagogues with the Jews who must have nothing of Christ. The Jews therefore react very astonished. They say, is this the man who wanted to clear all those who call on the name of Jesus? They do not understand anything about it. Saul does not slow down by the reactions. On the contrary. He preaches the Gospel even more. He tries to convince the Jews that Jesus is the promised Messiah. Jesus is the Christ. He is the Son of God.
Saul does not try to spell the Jews with all sorts of stories, but he preaches Christ. Christ was the beginning, middle and end of his sermons. Christ is the Son of God. He is God Himself.
Saul has said why Christ is the promised Messiah. Why Christ should be Christ. Why He Had To Be Born. Why He had to suffer, die, rise, and gone to heaven again. He the Prophet, Priest and King. Only Christ can reconcile people with God through faith in Him. No own efforts or anything.
Saul did not want to please the Jews. No, right away, he preached Christ.
You can not do that unless you are grasped by Jesus Christ. Saul knew about it. And you and me? Do we know about it? If you're caught by Jesus Christ, that's not going past you but through you. The Holy Ghost lets you know why you need Christ. You speak from experience. Then you want to lose that experience to others.

Endangered
It is time for Paul to preach Christ. The Jews do not pick this up and want to kill Paul after a long time. He is threatened on all sides. This is what the Lord has been saying to Ananias soon. The Lord had said that Paul should suffer a lot of him?
Helped by friends, Paul flew to Jerusalem. There too he will be threatened.
In the coming weeks, we will follow Paul when he visits different cities.

From enemy to friend
One thing we can learn from what we have heard so far. The Lord is wonderful.
He makes friends from enemies. This allows you to type the conversion. He turns people into that whole process. People who did not belong to you first became your brothers and sisters in the Lord. You can not therefore be silent about Christ calling you. The one makes it easier than the other. We are not all a Saul. If we have become a Christian by grace. A Christian speaks of experience about Christ. Christ, that He wants to be good for hostile, unbelieving people. This is the Gospel in a nutshell.
Do not you know him with your heart yet? Then be arrested by Christ and saved.