Bijbeluur 6 juni 2021

Troost

Johannes 14: 15-17, 25-27

15 Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden.

16 En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid;

17 Namelijk den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn.

25 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, bij u blijvende.

26 Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb.

27 Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd.

Johannes 16: 7-15

7 Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden.

8 En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel:

9 Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven;

10 En van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien;

11 En van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is.

12 Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen.

13 Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.

14 Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen.

15 Al wat de Vader heeft, is Mijn; daarom heb Ik gezegd, dat Hij het uit het Mijne zal nemen, en u verkondigen.

Vragen:

  1. Heb je opmerkingen/vragen n.a.v. de toespraak over het thema ‘Troost’ of over het Bijbelgedeelte?

  1. De Statenvertaling vertaald in het Bijbelboek Johannes, de naam die Jezus aan de Heilige Geest geeft als: de Trooster. In het Grieks staat een woord wat je daarnaast ook kunt vertalen met ‘erbij geroepene’.
  • Is er relatie tussen deze twee vertalingen? 

  1. Mensen kunnen zalig worden door het werk van de Drie-enige God.

De Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn hier alle drie voor nodig en kunnen niet zonder elkaar.

  • Waarom niet? Probeer dit uit te leggen.

 

  1. In een van de Nederlandse belijdenissen (Dordtse Leerregels, hfdst. 3/4 paragraaf 12) gaat het over de bekering/wedergeboorte van een mens tot God:

De Bijbel gebruikt hiervoor de volgende uitdrukkingen: wij worden opnieuw geboren, ons leven wordt nieuw gemaakt, wij krijgen een nieuw leven, wij worden opnieuw geschapen, God wekt ons op uit de dood en maakt ons levend.

Wij doen dit niet zelf, maar God doet dit allemaal in ons. Wij worden niet opnieuw geboren door het horen van de blijde boodschap alleen of doordat God ons aanraadt wat we moeten doen. Dan zou het alsnog aan de mensen zelf overgelaten worden of ze zich bekeren of niet. Integendeel, Gods werk is onverklaarbaar en voor mensen niet te begrijpen; het is een mysterie. De Bijbel zegt ervan dat dit werk in niets onder doet voor de schepping of het weer levend maken van doden. Iedereen in wie God dit doet wordt zonder meer opnieuw geboren en gaat daadwerkelijk geloven. De mensen die zo door God gewillig zijn gemaakt, zetten zich nu ook zelf in. Het is dus juist om te zeggen dat de mensen zelf gaan geloven en hun leven veranderen, maar dan alleen dankzij het geschenk dat zij van God ontvangen hebben.

  • Je ziet hier nergens de naam van de Heilige Geest staan. Toch is alles vol van Zijn Persoon en werk. Hoe?
  • Welke troost ligt hierin?
  •