Goed bericht voor zieken - Mattheüs 9:11-13

Samenvatting toespraak zondagmorgen 17-10-2021. Voorganger: evangelist Johan Krijgsman,

06-83571391. Thema van de toespraak: ‘Goed bericht voor zieken’  n.a.v. Mattheüs 9:11-13. (Zie ook Markus 2:13-17 en Lukas 5:27-32).

Evangelisatiedrang (Vers 9-10)

Vanmorgen zitten we aan de eettafel van belastingambtenaar Mattheüs. We schuiven aan en zien dat het druk is aan de tafel. Geen plekje is onbezet. Er zitten collega’s van Mattheüs, maar ook anderen, (Lukas 5:29). Mattheüs en Markus schrijven over zondaren. Behalve deze mensen zitten ook de discipelen van de Heere Jezus aan de tafel. Het is een gemêleerd gezelschap.

Ik voel mij thuis tussen al die verschillende mensen.  

Mattheüs: waarom heb al je vrienden uitgenodigd op de maaltijd, vraag ik? Mattheüs is getroffen door de liefde tot hem van de Heere Jezus. Hij wil al zijn vrienden in contact brengen met de Heere Jezus.

Dat hij geroepen werd om Jezus te volgen, kan hij niet begrijpen. Daarom gunt hij zijn vrienden ook die genade. Wat een evangelisatiedrang bij Mattheüs.

Weet je: als je zelf de Heere mag kennen, wil je ook dat anderen Hem leren kennen.

Dan word je een evangelist op de plaats die God je gaf. Je begint dan bij hen die je het meest aan je hart liggen. Ouders: ga je zo om met je kinderen? Werkgever: ga je zo om met je werknemer? Bezoekers ga je zo met elkaar om? Nee, ik vraag niet of je bekeerd en gelovig bent. Ook niet of je dit of dat doet. We zijn vanuit onszelf zulke ‘vrome’ mensen. We denken soms al een heel eind op weg te zijn als het over het ‘geloof’ gaat. Ik vraag alleen of je iets kent van het wónder dat jij genade ontving. Dan gun je iedereen een plekje aan de genadetafel van de Heere. Dan stel je je hart en huis open. Je spreekt uit ervaring: ik ben niet uit mezelf de Heere Jezus gaan volgen. Ik heb mezelf niet bekeerd, maar Hij heeft alles gedaan en Hij is getrouw. Daarom blijf ik Hem volgen.

Kritiek (Vers 11).

Je hebt mensen die vaak kritiek hebben. Zeker als het over de genade van de Heere gaat.

Ze meten met een geestelijke meetlat of het allemaal wel klopt bij die ander. Intussen zijn deze mensen vaak ingenomen met zichzelf. Gods kinderen komen niet meer aan een ander toe om die te beoordelen. Ze hebben hun handen vol aan zichzelf.

Ook bij Mattheüs komt kritiek. Nog maar liefst van de kant van godsdienstige mensen. Het zijn de Schriftgeleerden en de Farizeeën. Als ze die drukte zien bij Mattheüs zeggen ze tegen de discipelen: ‘Waarom eet uw Meester met de tollenaren en zondaren?’ (Mattheüs 9:11). Ze zeggen het dus niet rechtstreeks tegen de Heere Jezus, maar tegen Zijn discipelen. Wat een lafaards! 

Als we kritiek en vragen hebben moeten we bij de persoon in kwestie zijn. Zoek dan als het even kan persoonlijk contact. Dus niet via een ander. Bel zo’n persoon op of nog beter ga even langs. Spui je kritiek ook niet per mail of per anonieme brief. Dat is flauw en niet sterk.

Met hun kritiek tegen de discipelen vallen ze indirect de Heere aan. Wat een lijden is ook dit voor de Heere Jezus geweest. Hij Die altijd het goede met de mensen voorhad en heeft.

De Farizeeën en de Schriftgeleerden probeerden steeds Jezus in de val te lokken. Zijn eten en omgang met dit uitschot zagen ze als een buitenkansje. Zij waren drukker met hun godsdienst, dan met het helpen van mensen. Meer op uiterlijke eerbaarheid, dan op praktische hulp. Ze hadden niet in de gaten dat de Heere Jezus armen en eenzamen opzocht. Dat aan (geestelijk) armen het Evangelie moet worden gebracht (Mattheüs 11:5).

Herkenbaar

Er is nog iets wat opvalt. De Schriftgeleerden en Farizeeën zeggen tegen de discipelen: waarom eet Uw Meester (…). Ze hebben dus goed in de gaten dat de discipelen bij de Heere Jezus horen.

Ze sluiten zichzelf buiten want hiermee zeggen ze ook: het is onze Meester niet. Laat ons met rust.

Herkennen ze jou als christen op school, thuis, op je werk of waar dan ook? Opnieuw vraag ik niet waarvoor je jezelf uitgeeft. Dat kan heel ver gaan. Het gaan naar de samenkomsten, of heel trouw bidden en de Bijbel lezen maakt ons geen christen. Zelfs niet jouw geloof en gebed. Wedergeboorte is nodig en mogelijk. Je weet wel: het van Bovenaf gegrepen worden in je ‘hart’ door God.

Als je in Madame Tussaud komt, lijken de wassenbeelden van een afstand net echt. Alleen als je dichterbij komt en dan moet je nog goed kijken, zie je dat het namaak is. Ze bewegen niet, de ogen knipperen niet, ze ademen niet, praten niet enz. Kortom: er zit geen leven in.

Zo is het met een ‘christen’ die zichzelf christen heeft gemaakt. Het is niet meer dan een wassenbeeld. Zoek dit niet te ver weg. Begin bij jezelf met onderzoek.

Een echte christen herkent het ‘werk’ van de Heilige Geest in zijn of haar hart. Het van Bovenaf gegrepen worden. Zo iemand gaat geestelijk ademen naar God. Verlangen naar Zijn nabijheid. Het is geen ‘wassenbeeld’ meer. Je hoort ze praten. Ze belijden hun schuld voor God en mensen en smeken om vergeving. Ze vechten tegen hun zonden. Ze kijken met geestelijke ogen omhoog waar hun Meester is. Ze zoeken en volgen Christus door het geloof. Ze vertrouwen op Zijn beloften.

Ze verlangen - de ene keer sterker dan de andere keer - naar Zijn zegeningen zoals geloof, liefde, vrede, vreugde. Ze begeren te groeien in de genade en kennis van Jezus Christus.

Een echte christen hoort bij Christus. Dat is hun Meester. Ze willen Hem altijd gehoorzamen en belijden op alle fronten van het leven.

Verdediging (Vers 12)

Als de Heere Jezus deze aanval hoort op Hem, Zijn discipelen, Mattheus en aanzittende tollenaren en zondaren, neemt Hij het woord. Zo is Hij. Wat hebben echte christenen toch een goede Advocaat.

De Heere Jezus gebruikt een voorbeeld om Zijn omgang met deze mensen duidelijk te maken.

Iemand die niet ziek is heeft geen dokter nodig. Alleen zij die ziek zijn hebben een dokter nodig Eenvoudiger kan het niet gezegd worden.

Deze tollenaren en zondaren aan de eettafel zijn geestelijk ziek. Ziek van de zonde. Sommigen onder hen hebben dat nog niet door. Het is Christus’ taak daarvan te overtuigen en zalig te maken.

Daarom is Hij ook bij Mattheüs.

Dit is ook het doel van Zijn komst naar deze aarde. Door Zijn Geest overtuigt Hij van zonde, gerechtigheid en oordeel (Johannes 16:8). Het doel van Zijn komst is om de zondaren zalig te maken, Om die te redden (1 Timotheüs 1:15).

Wat een contrast. De Farizeeën en de Schriftgeleerden hadden geen behoefte om gered, zalig gemaakt te worden. En jij?

Evangelie

Die gezond zijn, hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn’, zegt de Heere Jezus.  Het Evangelie klinkt in deze woorden door. Jezus Christus is de bekwame Arts. Er is geen kwaal die Hij niet kan genezen. Het gebeurt wel eens dat een arts zegt: er is geen hoop meer. Dat zegt de Heere Jezus nooit. Er is hoop, voor wie dan ook.

Denk niet dat je het zonder het geloof in de Heere Jezus redt. Dan blijf je reddeloos. Voor eeuwig!

Ook de meeste Schriftgeleerden en de Farizeeën hadden Hem niet nodig. Ze voelden niet dat ze geestelijk ziek waren van de zonde. Ze waren te goed om slecht te zijn. Aan de Heere ligt het niet.

Hij wil overtuigen. Ervan doordringen dat wij er met al onze goede bedoelingen niets van maken.

Hij wil verlossen van jezelf en geloof in Hem geven. Wat een goed bericht voor zieken. 

Eropuit (Vers 13a)

Jezus geeft de Farizeeën en Schriftgeleerden een opdracht ‘Gaat heen en leert, wat het is: Ik wil barmhartigheid en niet offerande’  (Mattheüs 9:13). Wat bedoelt de Heere hiermee?

Hij vraagt hiermee niets anders dan (naasten)liefde. De Heere wil dat zij eropuit gaan om mensen te helpen en op Gods genade te wijzen. Nu leveren de Farizeeën en Schriftgeleerden alleen maar kritiek.

Zullen ook wij dit onthouden? Het heeft geen zin heel godsdienstig bezig te zijn, hier ‘offeren’ genoemd, als de liefde ontbreekt. Dan zijn we onuitstaanbaar. Eerst is persoonlijke bekering nodig.

De taak van de Heere Jezus (Vers 13b)

Tot slot zegt de Heere Jezus dat Hij niet gekomen is om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars tot bekering. Daarom zien we Hem hier met al die tollenaren en zondaren. Oproepen tot bekering en geloof was Zijn eerste preek (Mattheüs 4:17; Markus 1:15). Al Zijn preken zijn oproepen tot bekering. Ook tot ons. Mensen die in eigen oog rechtvaardig zijn, denken geen bekering nodig te hebben.

Hoe gevaarlijker de kwaal is, hoe sneller er een arts nodig is. Zo ook met de Arts Jezus.

Hoe meer je je geestelijke kwaal voelt, hoe meer je Jezus nodig hebt. Rechtvaardigen in eigen oog hebben een afkeer van Hem, maar niet van hun zonden. Zondaars die hun zonden voelen hebben een afkeer van hun zonden, maar niet van Jezus.

‘Met de gezonden heb Ik niet van doen; met de rechtvaardigen en vromen heb ik geen omgang (Mattheüs 9:12). Mijn Rijk is een ziekenhuis, daar ben Ik Zelf de Arts. Daarom, wie gezond wil worden en vrede in zijn geweten en rust voor zijn ziel zoekt, die moet tot Mij komen’. (Maarten Luther).
 

Zie jij jezelf ook zitten met Hem aan tafel? Wat een wonder als dat zo is. Dat kun je niet klein krijgen.

Wat is de Heere Jezus welkom voor een zondaar. Hij is hun Meester. Het gaat om Zijn verheerlijking.

Wat een goed bericht voor zieken. In Hem is er hoop voor hopelozen. Hij alleen is dé Arts. Amen.