Bijbeluur 30 januari 2022 - Filippus, de leerling met bijles

 

Filippus, de leerling met bijles

serie: onbekende leerlingen van Jezus           

Johannes 1: 44-46

44 Des anderen daags wilde Jezus heengaan naar Galilea, en vond Filippus, en zeide tot hem: Volg Mij.

45 Filippus nu was van Bethsaida, uit de stad van Andreas en Petrus.

46 Filippus vond Nathanaël en zeide tot hem: Wij hebben Dien gevonden, van Welken Mozes in de wet geschreven heeft, en de profeten, namelijk Jezus, den zoon van Jozef, van Nazareth.

Johannes 6:5-7

5 Jezus dan, de ogen opheffende, en ziende, dat een grote schare tot Hem kwam, zeide tot Filippus: Van waar zullen wij broden kopen, opdat deze eten mogen?

6 (Doch dit zeide Hij, hem beproevende; want Hij wist Zelf, wat Hij doen zou.)

7 Filippus antwoordde Hem: Voor tweehonderd penningen brood is voor dezen niet genoeg, opdat een iegelijk van hen een weinig neme.

Johannes 14:6-11

6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.

7 Indien gijlieden Mij gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem, en hebt Hem gezien.

8 Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons den Vader, en het is ons genoeg.

9 Jezus zeide tot hem: Ben Ik zo langen tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons den Vader?

10 Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken.

11 Gelooft Mij, dat Ik in den Vader ben en de Vader in Mij is; en indien niet, zo gelooft Mij om de werken zelve.

 

Vragen:

  1. Heb je opmerkingen/vragen n.a.v. de toespraak over het thema ‘Filippus, de leerling met bijles’ of over het Bijbelgedeelte?

(mail gerust: amsterdam@bijbelcentrum.nl)

  1. Leg uit waarom Filippus, als hij Nathanaël over Jezus vertelt, Jezus wél kent maar nog weinig van Jezus weet. (Joh.1:46)

  1. Wat leert ons de geschiedenis in Joh.6: 1-7 over:
  • Wie Jezus is.
  • Hoe Hij t.o.v. mensen is.
  • Wie Filippus is.
  • Wat zegt dit over u/jou zelf?

  1. Ben je als gelovige in je aardse leven ooit uitgeleerd?
  • Waarom wel/niet?

  1. Wat hebben de volgende woorden van Jezus uit Joh.14: 2,3 persoonlijk voor je te betekenen?:

    In het huis van Mijn Vader zijn veel

    woningen; als dat niet zo was, zou Ik

    het u gezegd hebben; Ik ga heen om

     een plaats voor u gereed te maken.

    En als Ik heengegaan ben en plaats

    voor u gereedgemaakt heb, kom Ik

    terug en zal u tot Mij nemen, opdat

    ook u zult zijn waar Ik ben.’