De profielschets van een christen n.a.v. Mattheüs 5 : 3

 

Samenvatting toespraak zondag 22-1-2023. Thema: ‘De profielschets van een christen’ n.a.v. Mattheüs 5:3  

Voorganger: evangelist Johan Krijgsman; M:0683571391.

De Heere Jezus is als de ware Voorganger Zijn werk begonnen met de bergrede. We lezen deze in Mattheüs 5 t/m 7. Deze rede wordt zo genoemd omdat Jezus deze uitsprak op een berg in Galiléa.

Hij geeft vanaf deze berg de grondregels van het Koninkrijk der hemelen.

Opmerkelijk dat Hij Zijn eerste preek hield vanaf een berg. Ook Zijn laatste preek geeft Hij vanaf een berg. (Mattheüs 28:16-20). Hij spreekt dus als Koning op beslissende momenten vanaf een verhoogde plaats. Dat is als het ware Zijn troonrede.

Naar de gewoonte van de Joodse leraars zit Hij, als Hij Zijn preek uitspreekt.
Zijn zitten is meer dan een Zich aanpassen aan de gewoonten van die tijd. Het is een zitten van de Koning Die Zijn wetten bekend maakt. Hieruit spreekt goddelijke en koninklijke autoriteit. Zo begint Hij Zijn leer te verkondigen. Als eerste bedoeld voor Zijn discipelen, maar vele anderen luisterden mee. Door de ligging en vorm van de berg, was Zijn stem tot ver te horen.

Het eerste woord dat de Heere Jezus uitspreekt in deze bergrede is het woordje ‘zalig’. Een woordje dat wij soms klakkeloos gebruiken. Dat wordt anders als we bedenken dat dit woord komt van gelukzalig dat ‘vol van geluk’ betekent. Of vol van God zijn. Déze mensen zijn écht gelukkig te prijzen. Voor hen is het Koninkrijk der hemelen. Oftewel: Gods nieuwe wereld.

We zijn allemaal gelukzoekers. Zolang we de vreugde in God niet kennen, blijven we ongelukkig. Leeg van God. Ik zou je graag overtuigen wat het betekent om door Jezus gelukkig in God te zijn. Maar ook wat het betekent leeg van God te zijn. Dan ben je als een schip op een woelige oceaan zonder roer. Neem van mij aan dat je het échte geluk nooit in jezelf of anderen vindt. Dit is alleen te vinden én te krijgen bij de Heere.  

De basisregel in het Koninkrijk van God

Wie zijn dan zalig, gelukkig in God? Dat zijn de armen van geest, zegt de Heere Jezus.

Misschien begrijp je er niets meer van. Arm zijn van geest, is dat gelukkig? Wat een vreemde leer.

Omdat velen de diepere betekenis van deze woorden niet begrijpen redeneren ze zo. Dan betrekken ze het arm zijn van geest alleen op het aardse leven. Dus mensen met een beneden-modaal inkomen bijvoorbeeld. Of mensen in een van de derdewereldlanden. Dan worden de zaligsprekingen een soort politieke redevoering. Dat wil en bedoelt de Heere Jezus niet. 

De armen van geest zijn mensen die weten dat ze buiten het Koninkrijk van God staan. Ze missen de Heere. Daarom missen ze alles. Het is met geen pen te beschrijven hoe arm ze zich daardoor voelen. Zulke mensen hebben behoefte aan alles als het over geestelijke dingen gaat. Ze kunnen zichzelf niet helpen, maar moeten geholpen worden van Boven.

Zalig zijn de armen van geest. Dit is zo’n fundamentele regel in Gods Koninkrijk dat de Heere Jezus dit als eerste noemt. Je kunt nooit verder komen in de vrucht van de Geest, als je niet arm van geest bent geworden. Je kent de echte liefde niet als je niet arm van geest bent. Je weet niets van echte bijbelse blijdschap, goedheid en geduld als je niet arm van geest bent. Kortom: je bent niet bekeerd en hebt het echte geloof niet als je niet arm van geest bent.

Rijken van geest zijn arm.

Als je niet arm van geest bent, dan ben je nog rijk van jezelf. Vol van jezelf. Dan denk je dat God het met jou wel getroffen heeft. Dan kan Hij Zijn zegen aan jou niet kwijt.

Dan hoor je tot de rijken van geest. Die mensen weten niet wat het is in alles afhankelijk te zijn van de Heere. Je kunt rijk van geest zijn op verschillende manieren. Je kunt zo geleerd zijn dat je de bijbelse waarheid te eenvoudig vindt. 

Ook godsdienstig kun je je zo rijk voelen dat je laag op andere gelovigen neerziet. Die hebben het immers naar jouw indruk allemaal mis. Dan lijk je op de Farizeeër uit de gelijkenis die de Heere Jezus vertelt in Lukas 18:9-14. Die Farizeeër keek laag op de tollenaar, die zondaar, neer. Intussen begreep de Farizeeër niet dat die tollenaar een echt arme van geest was. Waarom? Dat blijkt uit z’n korte gebed: ‘O, God, zijt mij zondaar genadig’.

Ook materieel gezien hebben we het over het algemeen goed. Wie bidt en dankt nog voor z’n eten? Wie beleeft het dat we zonder Hem niets kunnen doen? (Johannes 15:5). Wie bidt nog als hij of zij voor een operatie staat? Laten we het maar zeggen: alleen de armen van geest. Die weten dat ze in alle dingen afhankelijk van de Heere zijn. De armen van geest beléven ook dat ze arm van geest zijn. Ze praten niet óver hun armoede, maar úit hun armoede.

Calvijn, een 16e-eeuwse theoloog schreef: ‘Alleen hij die in zichzelf tot niets is teruggebracht en op de barmhartigheid van God vertrouwt, is arm van geest’.

Arm aan God

Een arme van geest bedelt God om genade. Zoals een dakloze bedelt om geld.

Ze beleven dat ze nergens recht op hebben. Ze weten dat God hen alleen maar genadig kan zijn om Jezus’ wil. Ze ervaren dat Hij die genade door de Heilige Geest in hun innerlijk moet geven.

Dat maakt en houdt hen een bedelaar aan de troon der genade.

Ze zijn ook te arm om zichzelf geschikt te maken voor Gods genade. Ze beleven Gods genade niet verdiend te hebben. Maar de Heere zegt dat álles genade is (Efeze 2:8).

Ze zijn ook arm aan geestelijke kennis. Ze worden hoe langer hoe onwetender.

Ze zijn ook arm aan gerechtigheid. Ze beleven dat ze vanuit zichzelf niet in een rechte verhouding met God staan. Er ligt zondeschuld tussen die je zelf niet kunnen betalen.

Ze zijn ook arm aan heiligheid. Ze zoeken vruchten bij zichzelf, maar vinden ze niet.

Ze zijn arm aan vrede. Het is volop oorlog in hun hart tussen kwaad en goed. Toch is het de Heilige Geest in hen Die Zich verzet tegen alles wat de wereld en het zondige lichaam wil. Dat is het geheim. Vandaar die oorlog. Vaak zijn de armen van geest ook arm aan behoefte om de Heere te zoeken.

Wat een lusteloosheid. Samenvattend: ze zijn arm aan geloof, hoop en liefde. Ze zijn arm aan God.

Armen van geest zijn rijk.

Dat is de paradox. Waarom zijn ze rijk? De Heere zegt dat voor hen het Koninkrijk der hemelen is.

Dit Koninkrijk is niet hetzelfde als de hemel. Het Koninkrijk der hemelen is het gebied waar de hemel de toon aangeeft. Het gebied waar God de stemming bepaalt. Waar Jezus Koning is. Dat is in het hart van de armen van geest. Ze zijn niet meer van de wereld waar de mens de toon aangeeft.

Door het geloof in Christus, zijn de armen van geest nú al rijk. Het Koninkrijk is nú al voor hen.

De totále volheid is voor de armen van geest toekomstmuziek. Maar alles waaraan ze hier arm zijn, wordt al vervuld door de rijkdom van Christus. ‘Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft, in heerlijkheid door Christus Jezus’ (Filippenzen 4:19).          

Wat een rijkdom hebben de armen van geest door het geloof in Jezus. 

Ben je arm van geest? Jezus is vol van de Geest (Lukas 4:1). Ben je nog rijk van geest?

De Heere Jezus raadt je vriendelijk aan om je leeg te kopen bij Hem (Openbaring 3:18).

Ben je arm aan geestelijke wijsheid, rechtvaardigheid, liefde, heiligheid en verlossing? Bij Christus is het allemaal te ontvangen (1 Korinthe 1:30).

De Heere is een overvloedige Fontein van alle goed. Hij is barmhartig en genadig; lankmoedig (geduldig) en groot van weldadigheid (goedertierenheid) en waarheid (Exodus 34:6).