Een hemelsbreed verschil - Jeremia 17:5

Samenvatting toespraak zondag 22-11-2020. Thema: ‘Een hemelsbreed verschil’ n.a.v. Jeremia 17:5 en 7. Voorganger: evangelist Johan Krijgsman. Tel.06-83571391.

Vertrouwen en wantrouwen

Vertrouwen en wantrouwen, twee woorden, maar een hemelsbreed verschil.

Velen vragen zich af: wie kun je nog vertrouwen, nog geloven? Iedereen en alles lijkt wel corrupt. Zeker in deze tijd met het coronavirus, nepnieuws en complottheorieën. Over leugens gesproken…

Gelukkig zijn er ook mensen die je kunt vertrouwen. Anders zou het een janboel zijn.

Toch zegt Jeremia in onze tekst dat je vervloekt bent als je op een mens vertrouwt. Vervloekt! Dat is nogal wat. Hoe zit dat? Mogen we dan helemaal geen mens vertrouwen? Moeten we ons dan elke dag laten leiden door wantrouwen en achterdocht? De Bijbel geeft zoals altijd antwoord.

Situatieschets

In welke situatie heeft Jeremia deze woorden geschreven?

Het is in een tijd (ongeveer 640-609 v. Chr.) waarin hij de zonden van de Israëlieten moet aanwijzen. Dat vindt hij erg. Hij wordt moedeloos. Toch is hij getrouw aan de opdracht van de Heere. Maar hoe Jeremia ook waarschuwt voor de zonden, men spot met de boodschap. Dat grijpt Jeremia aan.

De hoofdzonde van de Israëlieten is dat ze hun HEERE niet meer vertrouwen. Waaruit dat blijkt?

Ze zoeken hulp in het buitenland en geen hulp bij de HEERE.

HEERE met vijf hoofdletters. De Onveranderlijke. Die vol van genade en waarheid is (Ex. 34:6,7).

Op Zijn beloften kunnen ze aan. Ook de belofte van hulp. De hoofdbelofte is dat eens de Verlosser Jezus geboren zal worden. Hij zal de belichaming zijn van de naam HEERE. Johannes zegt eeuwen later van Hem dat Hij vol van genade en waarheid is (Joh. 1:14).

Díe God vertrouwen, geloven ze niet. Dat neemt de HEERE niet. Daarom die krachtige uitdrukking: vervloekt is de man die op een mens vertrouwt (vs 5).

Waarom vervloekt? Jeremia zegt: die vlees tot zijn arm stelt. M.a.w. die hulp van mensen verwacht.

Waarom is dat zo erg? Dat staat erachter. Omdat je dan met je hart van de HEERE afwijkt!

Je hart aan iemand verliezen

Met je hart aan iemand verliezen bedoelen we dat je verliefd bent op die persoon.  

Jeremia heeft het in de tekst ook over ons hart. Je bent vervloekt als je met je hárt van de HEERE afwijkt. Als je je hart dus niet verliest aan de HEERE. Je kunt je mónd vol hebben over de HEERE, terwijl je hart, je innerlijk, leeg is van Hem. Je verliest je hart niet aan Hem.

Een vraag

Hoe is het met jou persoonlijk? Heb je een levensrelatie met de Heere? Verliezen we ons hart aan Hem? Het gevaar is groot dat we praten over de HEERE terwijl ons hart leeg is van Hem. Je mooie woorden komen dan uit een bedorven, ‘rot’ hart. Dan lijk je op een stuk rot hout dat opgevuld is met stopverf en mooi geverfd is. Ondanks de mooie buitenkant blijft het een stuk rot hout.

Het niet vertrouwen op de HEERE neemt Hij niet. Dan ben je vervloekt. Letterlijk geruïneerd.

Wat een ernst. Het erge is dat dit ons leven is van huis uit en we het niet in de gaten hebben.

Struik

Met een voorbeeld maakt Jeremia duidelijk wat er dan van je wordt. Dan ben je als een struik op een dorre heide. De struik merkt de komst van de regen niet op. Hij blijft altijd een dorre struik (vers 6).

Wees gewaarschuwd. Zoek je vertrouwen niet bij jezelf of anderen, maar bij de HEERE.

Vertrouwen

Jeremia houdt ons niet alleen het negatieve voor, maar ook het positieve. Wie op de HEERE vertrouwt en wiens Vertrouwen de HEERE is, wordt en is rijk gezegend (Vers 7).

Dit vertrouwen op de HEERE is een synoniem voor in Jezus te geloven. Wat een leven is dat. Hoe laag je het ook laat liggen, je bent altijd weer welkom bij Christus. Hij is ons vertrouwen, ons geloof waard. Hij is de enige Mens Die meende wat Hij zei en zegt. Heb je ooit zo’n Mens als Jezus ontmoet?  

Vertrouw jij de HEERE al? Geloof jij al in Jezus? Dit is niet vanzelfsprekend. Hoe kom je daaraan?

Akte

Een akte van een notaris geloven we. In of op de akte zit immers een zegel van echtheid gedrukt.

De Bijbel is de akte van de hemelse Notaris. Hierin zitten zegels of beloften gedrukt. Eén van die zegels is dat God uit liefde Zijn Zoon naar de wereld stuurde tot behoud van onbetrouwbare mensen. Hij vraagt dit te geloven (Joh.3:16). Ondanks die akte met zegels, vertrouwt, gelooft niemand Hem. Dan is het een wonder, als we Hem ons vertrouwen, ons geloof wél geven. En dat is het!

Dat wonder gebeurt als God met de overmacht van Zijn Woord en Geest ons leven binnenkomt.

Dan klemmen we ons met onze zonden en sores vast aan de zegels, de beloften in de Bijbel.

Het hoofdzegel is dat Christus Jezus gekomen is om de zondaren zalig te maken (1 Timotheüs 1:15).

In een ander zegel staat dat Jezus zondaren niet wegstuurt, maar ze hartelijk ontvangt (Joh. 6:37).

Op deze heerlijke zegels van beloften ga je vertrouwen. Wat is dit vertrouwen, dit geloven?

Je aan Hem vastklemmen

Je hebt misschien wel eens surfers bezig gezien. Op de hoge golven houden ze de giek goed vast waaraan het zeil zit. Ze klemmen zich eraan vast omdat ze weten dat het anders mis gaat.

Zo is het met het vertrouwen op de HEERE. Mensen die Hem vertrouwen, klemmen zich op de hoge golven van de levenszorgen en levenszonden aan Hem vast. Als ze Hem loslaten, gaat het fout.

Ze werpen zich steeds op Hem. Hoe? Door hun gebed en door de HEERE te wijzen op Zijn beloften. 

Je gaat je alleen aan Hem vastklemmen als alle andere houvasten je worden ontnomen.

Je moet worden als een kind dat zich in de golven van de zee, vastklemt aan vaders rug.

De Heilige Geest zorgt ervoor dat er zulke mensen zullen blijven. Hij leidt ze als ‘berooide’ zondaren tot Jezus. Zo zullen ze zich door Jezus, in de hoge ‘golven’ van de zonden, aan Jezus vastklemmen.

Ze geloven in Hem. Met dit geloof, is nog nooit iemand in de golven van het leven vergaan.

Een boom

Dat vertrouwen, dit geloven, is een rijk gezegend leven. Het wordt twee keer in vers 7 herhaald.

Jeremia gebruikt een voorbeeld hoe rijk het leven met de HEERE is (vers 8). Je bent dan als een boom aan het water geplant. Let wel: die boom heeft zichzelf daar niet neergezet, maar is geplant. Met andere woorden: het vertrouwen op God, komt van God. Deze boom heeft stevige wortels.

Als het warm en droog weer wordt, trekt hij zijn voedingssappen uit de grond. Te allen tijde blijft zijn vrucht en loof groen. Hij hoeft niet te zorgen, want er wordt voor de boom gezorgd.

Dit is een beeld van mensen die vertrouwen op de HEERE. Ze zijn door Hem geplant in de ‘vette grond’ van Zijn Woord. Daaruit trekken ze hun geestelijke sappen door Zijn beloften of zegels.

Ze groeien daardoor in de genade en kennis van Christus. Ze zijn ook herkenbaar. Het geloof krijgt handen en voeten in het leven van alle dag. Zie Mattheüs 25:35-40.

Jezus

Jezus vertrouwde als geen ander op de HEERE. In de grootste nood aan het kruis riep Hij nog: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Verlaten van God en dan toch nog roepen: Mijn God. Wat een vertrouwen.

Mensen die op de HEERE vertrouwen hebben het dan ook niet van een Vreemde. Niet van zichzelf, maar van Christus. Door Zijn Geest gaan ze op Hem vertrouwen met vallen en opstaan.  

Laat deze toespraak je aansporen om het vertrouwen op de HEERE te zoeken of daarin toe te nemen.

Het is van tweeën een: vertrouwen of wantrouwen. Geloof of ongeloof. Een hemelsbreed verschil!