Jezus als jonge Profeet n.a.v. Lukas 2 : 45-52

 

Samenvatting toespraak zondagmorgen 16-1-2022. Voorganger evangelist Johan Krijgsman,

T: 06-83571391. Thema van de toespraak: ‘Jezus als jonge Profeet’ n.a.v. Lukas 2:45-52

Jezus zoeken

Wat kunnen wij soms zoeken naar dingen die we kwijt zijn. Het kan gebeuren dat we het zoekgeraakte onverwachts weer vinden.

In het Bijbelgedeelte dat we gelezen hebben zijn Jozef en Maria ook ‘Iets’ kwijt waren.

Ze zijn Jezus kwijt en vinden Hem weer.

Als gezin zijn ze in Jeruzalem geweest en hebben daar het Pascha meegemaakt. Ook Jezus is erbij, voor het eerst als jongen van twaalf jaar. Op de terugreis komen Jozef en Maria erachter dat Jezus er niet bij is. Al zoekend gaan ze terug naar Jeruzalem, op zoek naar Jezus.

Ben jij de afgelopen week ook op zoek geweest naar Jezus? Om Hem te vinden, moet je Hem zoeken. Wij zijn niet iets kwijt, maar wij zijn alles kwijt, wij zijn door de zonde God kwijt.

Wat een ontdekking als we daar achter komen. Dat wordt dan het verdriet van ons leven. Reken erop dat we Hem dan gaan zoeken.

Waar gaan Jozef en Maria Hem zoeken? In Jeruzalem, waar de tempel staat.

Waar gaan wij Hem dan zoeken? Overal waar Hij te vinden is. Waar is Hij te vinden? In Zijn Woord, de Bijbel, maar vooral in de kerk, in de samenkomsten.

Luisteren

Al zoekend gaan Jozef en Maria door Jeruzalem. Ze vragen het hier, dan weer daar. Op de derde dag vinden ze Jezus in de tempel. Blijkbaar zochten ze Hem daar het laatst. Hij zit daar in één van de bijvertrekken tussen de rabbi’s, de theologen van die tijd. Hij is heel serieus met hen in gesprek.

Als een kinderlijke Profeet hoort Hij hen aan en geeft Hij hun een lesje Bijbeluitleg.

Deze rabbi’s geven les op de tempelschool, de beroemde theologische universiteit.

Tijdens het Pascha kwamen de belangrijkste rabbi’s uit het land samen om met elkaar te praten over fundamentele waarheden. De komst van de Messias was altijd weer een geliefd onderwerp.

Tussen deze mensen zit Jezus en is druk met hen in gesprek.

Het staat zo opmerkelijk in de Bijbel wat Hij daar doet: ‘hen horende en hen ondervragende’ (vers 46). In die tijd was het onderwijs van de Schriftgeleerden dialogisch, in vraag-en-antwoord-vorm.

Loslaten

Jezus stelt hun geen strikvragen en geeft geen dubieuze antwoorden. De rabbi’s staan er versteld van. Ze ‘ontzetten zich over Zijn verstand en antwoorden’ (vers 47).

Hij leert hen als ‘machthebbende’ (Zie Markus 1:22).  

Op Zijn jonge leeftijd heeft Hij al een grote kennis en inzicht in de Bijbel. Hij is hier al Profeet.  

Terwijl Hij zo bezig is, vinden Jozef en Maria Hem. Vol verbazing vraagt Zijn moeder: Kind, waarom heb je ons dit aangedaan? Je vader en ik hebben overal gezocht. Wij wisten geen raad meer.

Maria had zich de dingen heel anders voorgesteld, daar was ze moeder voor. Ze had verwacht dat het Kind bij het weerzien was opgesprongen en moeder om de hals was gevallen. Het tegendeel gebeurt. In alle rust gaat Hij hen antwoorden. Maria moet leren haar Zoon meer en meer los te laten, ook al is Hij hier nog een Kind.

Ook voor ons kan het moeilijk zijn om mensen los te laten, waarvoor we gezorgd hebben. Onderwijzers moeten weleens ruimte maken voor hun eigen studenten. Leiders moeten weleens ruimte maken voor hun ondergeschikten. Als er tijd komt om ruimte te maken voor anderen, moeten we dat wel doen. Ook moeten we niet altijd vasthouden aan onze ideeën, alsof dat de beste zijn.

We moeten ook leren luisteren naar anderen, met andere ideeën. Dus eerst luisteren en overwegen en dan pas vragen en handelen.

Jezus’ antwoord

Liefdevol kijkt Jezus Zijn ouders aan en vraagt: weet u niet dat Ik bezig moet zijn met de dingen van Mijn Vader? U weet heel goed waar u Mij kunt vinden, namelijk in het huis van Mijn Vader.

U weet toch dat Ik bezig moet zijn met alles wat te maken heeft met de dingen van Mijn Vader? Daarom ben Ik in de wereld gekomen. Jozef en Maria, u kunt Mij altijd vinden in de dingen van Mijn Vader. De dingen van het Koninkrijk van God.  

Toch begrijpen Jozef en Maria niet wat Hij bedoelt. Ze begrijpen niet dat Hij onderscheid maakt tussen Zijn aardse en Zijn hemelse Vader. Ze weten wel dat Hij de Zoon van God is. Toch begrijpen ze Zijn opdracht nog niet. Ze hebben nog veel vragen. Maria onthoudt deze gebeurtenis. Ze beseft dat er iets belangrijks gebeurd is.

Als de Heere ons pas bekeerd heeft, tot geloof bracht, zijn er ook veel vragen. Als Profeet gaat Hij je leren door Zijn Woord en Heilige Geest. Hij leert je steeds dieper wat het zondaar-zijn betekent.  

Hij zorgt er ook voor dat je steeds meer het belang van Zijn kruisoffer gaat zien. Hij alleen kan onze zonden verzoenen. We gaan Hem zoeken.

Hij moet van mij worden en ik moet van Hem worden.

Deze kernzaken maakt elk kind van God mee. Niet één keer, maar steeds weer. Hoe meer je je zondige leven leert kennen, hoe meer je Jezus gaat zoeken. In Zijn Koninkrijk raak je nooit uitgeleerd. Profeet Jezus heeft oneindig geduld voor en met hardleerse leerlingen. Wat een lieve Leraar is Hij!

Toenemen

Na deze ontmoeting gaat Jezus met Jozef en Maria terug naar huis. Er staat dat Hij Zijn ouders onderdanig, gehoorzaam is. Hij eerbiedigt de menselijke relaties en familieverantwoordelijkheden.

Jezus gehoorzaamde Zijn ouders. Doen wij dat ook? Hoe is onze relatie met hen en met onze familie? Ook ligt hierin de les dat wij onze meerderen in ere moeten houden. Wij mogen onze meerderen wel waarschuwen als ze dingen doen die niet door de beugel kunnen. Wij zijn dat zelfs verplicht.

De Bijbel vertelt weinig tot niets over de volgende achttien jaren van de Heere Jezus.

In Lukas 2:40 staat dat Hij gesterkt werd in de geest ofwel gesterkt werd door de Geest.

Hij werd ook vervuld met wijsheid en de genade van God over Hem.  

In vers 52 staat dat Hij toenam in wijsheid en in grootte. Hij kreeg steeds meer wijsheid, om straks anderen met wijsheid te leiden.

Hij is overvol van wijsheid. Wat jij niet weet en begrijpt, weet en begrijpt Hij. Bij Hem moet je zijn met je raadsels.  

Hij nam ook toe in grootte. Dat betekent in lengte en ouderdom. Hij weet wat het is om van baby naar kind en van kind naar puber te ontwikkelen. En naar tiener en volwassen man te ontwikkelen.

Dat kunnen moeilijke periodes zijn in ons leven. Hij weet uit ervaring waarover Hij spreekt.

Daarom moet je in elke levensfase bij Hem zijn met je eventuele problemen.

Ook nam Hij toe in genade bij God en de mensen. Hij beleefde in Zijn dagelijks leven de genade van God in ongewone en toenemende mate. Ook komen Zijn goede eigenschappen steeds meer naar voren. En de mensen mochten Hem graag.

Zijn woorden en werken zijn één en al genade.

Hij wil ons de genade van de wedergeboorte geven. Dan ontvang je genade. Dan kun je daarin ook toenemen.  

Hij wil ons vergeving van onze zonden geven (Psalm 86:5).

Hij is een overlopende Bron van genade. Hij is vol van genade en waarheid (Joh. 1:14).

Bij deze Bron moet je zijn. Steeds weer.

Naar wie dan heen? Naar Hem alleen. Gode zij dank voor Jezus Christus. Amen.   

Zoek Jezus veel, zoek Jezus vroeg.
Wie Jezus heeft, die heeft genoeg.