Leven midden in de dood n.a.v. Numeri 17 : 8

 

Samenvatting toespraak zondagmorgen 31-7-2022. Voorganger evangelist Johan Krijgsman. Telefoon 06-83571391 Thema: ‘Leven midden in de dood’  n.a.v. Numeri 17:8.

Staf

De Israëlieten zijn op reis van Egypte naar het beloofde land Kanaän (1446-1406 v. Chr.). Tijdens die reis komen de Israëlieten regelmatig in opstand. Ook in deze geschiedenis lezen we dit. De Israëlieten betwisten het hogepriesterschap van Aaron. De broer van de reisleider Mozes. Wat moet Mozes doen?

Mozes moet van elke leider van de twaalf stammen zijn staf vragen en ieders naam op zijn staf schrijven. Op de staf van de stam van Levi moet echter de naam van Aäron worden geschreven.

Het gaat er dus niet om uit welke stam de priesters komen, maar wie tot hogepriester geroepen is.

De staven waren wandelstokken van de stamhoofden. Ze zijn symbool van gezag, waardigheid en roeping tot het ambt. Soms ging men er prat op.

Ook wij kennen zulke symbolen. Denk bijvoorbeeld aan de kroon van de koning of de ambtsketting van een burgemeester. Wat zijn die symbolen of die staven echter in zichzelf? Niets.

In dit geval niet meer dan een dor stuk hout. Het is een tak die van een amandelboom is afgesneden. Er zit geen leven meer in.

Mozes moet de staven op de drempel leggen van het Heilige en het Heilige der Heilige waar de Heere woont. Twaalf dorre, dode amandeltwijgen. Er is geen verschil. Ze lijken op elkaar als twee druppels water. Vanuit zo’n dorre tak is geen verwachting. Die zal geen vrucht dragen.

De Heere zal ervoor zorgen dat de staf van de man die Hij uitgekozen heeft tot het priesterambt, zal gaan bloeien. Zo zal het voorgoed duidelijk zijn wie de Heere verkoren heeft (Numeri 17:5).

Mozes doet wat God zegt en legt alle staven voor de Heere neer. Hij weet dat de Heere leven kan wekken midden in de dood. Hij weet dat er voor Hem niets te wonderlijk is.

Hij weet uit ervaring dat de Heere zelfs brood kan geven in de woestijn (Exodus 16). Hij weet dat de Heere zelfs uit een dode rotssteen water kan geven (Exodus 17:1-7).

Onze staven

Wat voor een staf heb jij? Misschien de staf van je intelligentie, van je studie? Misschien de staf dat je denkt alles aan te kunnen? De staf van het op jezelf gericht zijn? Of heb jij een staf van vooroordelen en kritiek op van alles en nog wat? Misschien heb je wel een staf van je bekering, van je godsdienstig bezig zijn. Jij was het toch die via de evangelisatie bij de kerk bent gekomen? Daar ga je nu misschien prat op. Trek de lijn eens door.

Mozes moest alle staven inleveren bij de Heere. Zo zegt de Heere ook tot ons dat we al ónze staven bij Hem moeten inleveren. In onze ‘staven’ zit geen leven.

Ons hele léven buiten de Heere wordt getekend in dode amandelstaven. Wij hebben ons zelf afgesneden van de Boom des Levens, de Heere Jezus. Alles is daardoor dor en doods waar we ook prat op gaan. Daarmee is ons leven getekend. Dode amandeltakken. Geestelijk onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Wij liggen midden in de dood.

De dood bij het Leven

Ook Mozes weet dat hij de staf van Aäron niet tot verandering, tot bloei kan brengen. Hij weet wel dat de Heere dit kan en wil doen. Hij weet dat de Heere leven kan wekken midden in de dood.

Zo liggen de staven voor het heiligdom. Daar zal de beslissing vallen als er geen mens bij is.

Wat een wonder dat de staven daar mógen liggen. Dode staven in het heiligdom bij de levende, rechtvaardige God. De dood bij het Leven.

Is het voor jou wel eens een wonder geworden dat de Heere elke dag door middel van Zijn Woord met jou te maken wil hebben? Dat je zelfs ’s zondags twee keer in Zijn nabijheid mag komen in de kerk om Zijn Woord te horen? Ik de onheilige, bij de Heilige. Hij de Levende, zoekt jou op.

Door dat Woord zegt Hij dat we onze dode ‘levensstaf’ bij Hem mogen leggen. Wij kunnen er niets mee doen. Maar Hij kan er alles mee doen. Let maar eens op.

De dood komt tot leven

De volgende dag ziet Mozes dat de staf van Aäron bloeit. Dat niet alleen, hij brengt ook bloesem en amandelvruchten voort. Dat in één nacht! De amandelboom mag dan wel een vroegbloeier zijn, maar een dode tak die in één nacht bloeit en vruchten voortbrengt, dat gaat tegen de natuur in. Dit is dan ook een wonder. Voor dat wonder heeft Mozes niet gezorgd. Hij werd wel gebruikt als een middel.

God wekt leven midden in de dood. Daarover spreekt de Bijbel rijk met verschillende voorbeelden. Zeer dorre doodsbeenderen komen tot leven (Ezechiël 37). Een jongen en meisje worden door de Heere Jezus opgewekt uit de dood (Lukas 7:11-17 en Lukas 8:49-56). Lazarus die al drie dagen in het graf lag, wordt door de Heere Jezus opgewekt (Johannes 11:1-46). Het gebeurde allemaal door het Woord van de Heere.

De Heere Jezus zegt dat geestelijk doden Zijn stem zullen horen en geestelijk levend zullen worden (Johannes 5:25). Wat een moedgevende voorbeelden dat de Heere geestelijk leven, bekering geeft door Zijn Woord en Geest. 

Een voorbeeld

Als Mozes naar buiten komt, krijgen alle stamhoofden hun staf terug. Precies zoals ze hem ingeleverd hadden. Er is niets mee gebeurd. Alleen de staf van Aäron staat in bloei en geeft vrucht als teken van Gods wonder. Niet omdat Aäron en zijn staf beter waren dan de anderen. Het is een bewijs dat de Heere Aäron heeft uitgekozen om hogepriester te zijn.

Aäron is een voorbeeld van de grote Hogepriester Jezus Christus. Aäron was de uitverkoren hogepriester. Hij werd door God aangewezen. Hij offerde en bad voor het volk. Het volk moest zich aan Aärons gezag onderwerpen. Dat gaf rust.

Dé Hogepriester

God de Vader heeft de Heere Jezus uitverkoren en aangewezen om Hogepriester te zijn. Hij zegt onder andere van Hem: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon; hoort Hem’  (Markus 9:7). ‘Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt’  (Johannes 1:29).

Hij is als een wortel uit een dorre aarde tot leven gekomen (Jesaja 53:2).

Hij draagt vrucht omdat Hij de vrucht geeft van bekering en geloof aan mensen die dorre, dode staven vanuit zichzelf zijn. Misschien weet je dit uit ervaring. De dode ‘staf’ van je leven mocht je bij Hem brengen. Hij bracht je dode leven tot geestelijk leven. Nu bid je dagelijks: ‘Laat me in U blijven, groeien, bloeien, o Heiland, Die de Wijnstok zijt! Uw kracht moet in mij overvloeien, of ‘k ben een wis verderf gewijd. Doorstroom, beziel en zegen mij, opdat ik waarlijk vruchtbaar zij!’         

Zijn stok en staf

Weet je hiervan nog niets? De Heere Jezus liet Zich vrijwillig kruisigen aan het dorre hout van het kruis van Golgotha. Dit hout kwam niet tot leven. Hij, Die aan dit hout stierf, kwam wel tot leven.

Hij heeft daardoor de dood overwonnen. Van Hem geldt het zeker dat de dood tot leven kwam.  Daarom kan onze geestelijke dood tot leven komen. Hij gaat nog rond met Zijn stok en staf.

Daarmee wil Hij vertroosten (Psalm 23:4). Daarmee wil Hij je aanraken en leiden.

Om aangeraakt te worden, moet je wel in de buurt zijn van Zijn stok en staf. Daarom moet je zoveel als mogelijk is onder Zijn Woord komen. Zo komt hét Leven tot de dood. De Heere Jezus kan leven wekken midden in jouw geestelijke dood. Laat je leiden door Zijn Woord. Wordt behouden en brengt vruchten voort van het nieuwe leven. Dan weet je uit ervaring: Hij is dé Hogepriester. Dan wil je leven tot eer van Hem en ga je uit Hem vruchten voortbrengen van bekering en geloof. Steeds weer.

Zo krijgt Hij alle eer. Daar gaat het om. Amen.