David en Goliath n.a.v. 1 Samuël 17 : 45

 

Samenvatting toespraak zondagmorgen 16-10-2022. Voorganger evangelist Johan Krijgsman.

M: 06-83571391. Thema: David en Goliath’  n.a.v. 1 Samuël 17:45

Als je in de Schuttersgalerij van het Amsterdams Museum loopt, zie je beelden van David en

                 Goliath. David als een kleine schaapherder en Goliath als reus.    

                 Veel mensen wandelen door de Schuttersgalerij en zien deze beelden.

                 Het is een geschiedenis uit de Bijbel zonder woorden.

                 Wat een prachtig evangelisatiemiddel. Vanmorgen luisteren we naar deze geschiedenis.

                

                

Het is ongeveer in het jaar 1028 v. Chr. De legers van de Filistijnen en de Israëlieten liggen tegenover elkaar. Wat een spanning. De Filistijnen waren in die tijd de aartsvijand van de Israëlieten. Steeds probeerden ze een deel van Israël te annexeren. Wat actueel. Denk aan de oorlog in Oekraïne.  

Goliath

Tweemaal per dag daagt een Filistijn Israël uit om de strijd met hem aan te binden.

Wie is deze Filistijn? Goliath, een reus van 2.93 meter. Hij draagt een koperen helm, een koperen borstpantser van 55 kilo en hij heeft koperen beenlappen. Ook draagt hij een koperen speer van een paar centimeters dik bij zich. De speerpunt is van ijzer en weegt ruim 6,5 kilo. Voor Goliath loopt een wapendrager met een enorm groot schild. Zie 1 Samuël 17:4-7.

Elke dag is het weer raak. Goliath komt uit het leger naar voren en daagt Israël uit.

Hij doet een voorstel. Laat niet twee legers tegen elkaar strijden, maar laat Israël één kampvechter aanwijzen om met hem te vechten. Degene die wint, zal het voor het zeggen krijgen in Kanaän.

Veertig dagen lang houdt hij het vol om het volk Israël diep te beledigen. Daarmee lastert en vloekt hij de God van Israël. Dat is het ergste, het lasteren van de Naam van de Heere. Hij zit vol met vijandschap tegen God en dat laat hij horen.

Hoe gaat het in het leger van de Israëlieten? Ze beven allemaal als een rietje. Er is niemand uit het leger van de Israëlieten die tegen Goliath wil vechten, ondanks het feit dat de Naam van de Heere gelasterd wordt. Het doet koning Saul blijkbaar niets dat de Naam van de Heere wordt gelasterd.

Hij wil alleen verlost worden van de Filistijnen.

David

De drie oudste broers van David zijn in het leger. Van Isaï, de vader van David, moet David eten bij zijn broers brengen en gelijk informeren hoe het met hen gaat. Zie 1 Samuël 17:17-18.

Als David bij hen is, hoort hij Goliath spotten. David is  hier zeer verontwaardigd over. Als ongeveer 17-jarige jongen kan hij het niet hebben dat zijn God wordt gelasterd. Het snijdt door hem heen.

Kunnen wij het aanhoren als de Naam van de HEERE gelasterd wordt?

Snel heeft David zijn besluit genomen. Hij zal gaan vechten tegen Goliath. Hij gelooft dat God hem kracht en moed zal geven. Dit geloof geeft in de onmogelijkste situaties moed en kracht. Ook nu.

De andere Israëlieten zagen alleen een reus. David zag een sterfelijke man die God lasterde. Hij keek naar de reus vanuit Gods gezichtspunt. Zo kunnen ook onze reusachtige problemen geslecht worden.

De Naam van de HEERE der heirscharen

Kijk daar gaat David Goliath tegemoet. Hoe? Alleen in een eenvoudig herderstenue en gewapend met vijf gladde steentjes, een slinger en een stok. Geen harnas aan en helm op en geen zwaard.

Davids sterke wapen is zijn geloof in de Naam des HEEREN. Dat is een wapen en schild waar niemand tegenop kan. De Naam des HEEREN is een sterke toren (Spreuken 18:10).

Ook Goliath komt naar voren. Hij komt in zijn éigen naam. Dat kan nooit goed gaan. Luid tierend en spottend komt Goliath op David af. Hij schreeuwt het David toe: kom maar eens hier, dan zal ik je vlees aan de vogels en de wilde dieren geven (vers 44). Hoe reageert David?

David zegt: U komt tot mij met een zwaard, een speer en een schild, maar ik kom tot u in de Naam van de HEERE der heirscharen. De HEERE Die boven elke legermacht staat. Het is de Naam van die God die jij lastert. Hij zal u in mijn hand geven. Wat een geloof van David (Hebreeën 11:32).

Als wij een dwangbevel krijgen staat erboven: in Naam van de Koning. Zo gaat David in Naam van de Koning der koningen Goliath tegemoet. Dan moet elke vijand het onderspit delven. Toen en nu.

Wat zullen de andere Israëlieten met spanning en angst hebben toegekeken.

Dan gebeurt het: terwijl Goliath op David afkomt, slingert David een steen naar Goliath.

De steen, bestuurd door de HEERE, dringt diep in zijn voorhoofd en doodt hem. Wat een wonder.

David mocht in de Naam des HEEREN zich verdedigen met een eenvoudig middel.

Het was in de Naam des HEEREN dat David de vijand(en) verslagen had (Psalm 118:10-12).

Doe je al mee om met eenvoudige middelen de Naam van de HEERE te verdedigen?

Die Naam wordt door veel ‘reuzen’ in ons land onteerd. Gaat dit jou ter harte? Wij staan meestal op onze strepen als onze naam door het slijk wordt gehaald. Laten we zo ook in het verweer komen als Zijn Naam door het slijk wordt gehaald.

Voorbeeld

Waar is Goliath een voorbeeld van? Van de mens zonder God. Van vaak antichristelijke machten.

Van de mens die alles denkt te kunnen en te mogen. Een paar voorbeelden.

Reus milieu. We denken alles in de hand te hebben. Zelfs de temperatuur. Denk aan reus medische wetenschap. God zei: Laat Ons mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis (Genesis 1:26). De reus medische wetenschap zegt: laat óns mensen maken naar óns beeld, naar óns inzien.

Denk ook aan reuzen techniek, materialisme, eigenliefde. Ook de reus van nieuwe inzichten buiten en binnen de kerk verslaat z’n duizenden. Ook de reus economie staat op omvallen. Wie had dit gedacht?

Al de genoemde reuzen zijn Goliaths van hoogmoed. Het gaat om ónze naam. Net als bij Goliath.

Alles wat we in eigen naam doen zonder de Heere, zijn Goliaths. Dit zijn reuzengrote zonden.

We lasteren hiermee de Naam van de HEERE. Gaat dit jou ter harte?

Wat denk je van de Goliaths ín ons? Als wij een kind van God zijn geworden, krijg je daar oog voor, last van en verdriet over. Wat een reuzen kunnen boezemzonden, ongeloof en moedeloosheid zijn. Onderschat ook de duivelse reus niet. Of de reus die je laat twijfelen of er wel een God is.

Wat doen we met die reuzen? Stilletjes gaan zitten wachten, zoals de soldaten? Ons verstoppen, net doen of de reus er niet is? David zei tegen de reus: ‘Ik kom naar u toe in de Naam van de HEERE’.

Dat is wat we met onze reuzen moeten doen: vechten tegen de zonde in de Naam van de HEERE.

Niet in onze eigen naam. Maar met geestelijke wapens (Efeze 6:10-20). De strijd is des Heeren!

Alles wat we in de Naam van de HEERE mogen doen, maakt ons klein en afhankelijk van de HEERE. Dan kun je de Goliaths aan door Zijn genade. Dan krijgt Hij de eer.  

Wonder

Weet je wat een wonder is? Dat die Almachtige God niet alleen een Naam heeft, maar dat Hij door de Bijbel ons Zijn Naam laat weten. Hij is in Zijn Naam naar ons toegekomen in Zijn Zoon Jezus Christus. Jezus Christus is de openbaring, de onthulling van Zijn Naam. In Hem laat Hij zien dat Hij genadig wil zijn voor zondaren. Wij kleine mensjes mogen een beroep doen op die Naam. Zoals David deed.

Jezus kan volkomen zalig maken - redden en beschermen - iedereen die door Hem tot God gaat. Waarom? Omdat Jezus altijd leeft om voor zulke mensen te bidden (Hebreeën 7:25). Iedereen die niet zonder gebed kan leven, mag troost scheppen uit deze woorden. Deze geloofstroost en moed had David. Daarom ging hij in de Naam van Jezus Goliath tegemoet.

Verdedig jij Zijn Naam al? Verzet je je tegen de reuzen vanbinnen en vanbuiten? Nee, niet met zwaar geschut. Wel met gelovig ‘smeekgebed’ aan Zijn voeten. Het geloofsoog door de Heilige Geest gericht op de Naam en Persoon Jezus. Door Zijn Naam zullen zulke bidders overwinnen. Buiten deze Naam is een eeuwige ondergang voor alle ‘reuzen’ (Hand. 4:12). Richt je op én verdedig Zijn Naam.