Zwijgende getuigen

‘Nederland telt veel zwijgende getuigen’, kopte een krantenbericht. Het betreffende artikel ging over onopgeloste moordzaken. Waarschijnlijk, zo stond in het artikel, hebben honderden mensen in Nederland informatie over moordzaken die nooit opgelost zijn. Maar ze zwijgen daarover omdat ze bang zijn voor de gevolgen. Deze krantenkop riep bij mij ook andere gedachten op. 

Een getuige is iemand die iets gezien heeft en daarvan een verklaring kan afleggen. 
Ware christenen zijn ook getuigen als het goed is. Zij kunnen verklaren hoe de Heere hen te ‘sterk’ is geworden. Hoe Hij hen ‘overmocht’ (Jeremia 20:7). Hoe de Heere hen overwon en van een vijand een vriend maakte. Ze zingen weleens: welk een Vriend is onze Jezus. Nee, niet goedkoop, maar vanuit doorleefde genade. Genade maakt klein en houdt klein. 

Sprekende getuige
Jezus zegt in Johannes 15:14: ‘Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebied’. Zijn vrienden heeft Hij geboden te getuigen van Hem. Eén van Zijn vrienden, Johannes de Doper, getuigde van het Licht. Johannes getuigde niet óver het Licht, maar ván het Licht, van Jezus. Het kwam van binnenuit. Hij was geen zwijgende getuige, maar een sprekende getuige. En het doel waarom Johannes getuigde? Opdat ze allen door hem geloven zouden. Hij wist dat door zijn getuigenis de Heere zou werken naar Zijn welbehagen en Zijn plannen. En… Gods plannen falen niet. Johannes, de getuige, was niet bang voor de gevolgen van zijn getuigenis. Uiteindelijk moest hij het met de dood bekopen omdat hij tegen de zonde getuigde. Dat hoort ook bij getuigen. 

Stéfanus
Er zijn nog veel meer voorbeelden in de Bijbel van sprekende getuigen. Ook Stéfanus was niet bang voor de gevolgen van zijn getuigenis. Hij getuigde, vol van de Heilige Geest, dat hij de hemelen geopend zag. En wat zag hij? Hij zag de grote en getrouwe Getuige Jezus staan ter rechterhand Gods. Wat een getuigenis tegenover vijanden. Hij moest het met de dood bekopen. De Heere nam deze sprekende getuige op in Zijn heerlijkheid. Laten we bidden dat we zelf zo’n sprekende getuige mogen zijn door bekerende genade. Dat we ook niet bang zijn voor de gevolgen van ons getuigen, al worden we net als Stéfanus, voor de rechtbank gedaagd. Misschien dat er dan binnenkort een krant kopt: Nederland telt veel sprekende getuigen. Wat zou dat tot eer van dé Sprekende Getuige, Jezus, zijn! 

Getuigen zonder woorden
Christenen kunnen ook zwijgende getuigen zijn. Ze getuigen zonder woorden door hun daden. In de Bijbel komen ze voor. We denken aan Tabítha. Haar Griekse naam is Dorkas. Ze is een discipelin van Jezus. Ze zat op de vrouwenvereniging van de gemeente te Joppe. Ze zei niet veel. Haar werken getuigden zonder woorden van haar liefde tot de Heere en de medemens (Handelingen 9:36-39). In die zin is het te hopen dat de bovengenoemde krantenkop ook waar is. Wat een zegen zou het zijn als Nederland veel van zulke zwijgende getuigen heeft. Wat een eer zou dat zijn voor dé zwijgende Getuige Jezus, Die zweeg voor Pilatus. 
Bij welke getuigen horen wij? Sprekend of zwijgend? Hoe dan ook: toch getuige én getuigen. Christenen hebben niet allemaal dezelfde gaven. Maar toch willen ze getuigen. Petrus zegt: ‘Indien iemand spreekt, die spreke als de woorden Gods; indien iemand dient, die diene als uit kracht die God verleent; opdat God in alles geprezen worde door Jezus Christus, Welken toekomt de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen’ (1 Petrus 4:11).