Schuld en boete - 2 Samuel 24

Samenvatting toespraak zondagmorgen 19-11-2017. Voorganger evangelist Gerrit Baan. M: 06-40360546. E: gbaan@evgg.nl. Thema: ‘Schuld en boete’ n.a.v. 2 Samuel 24


Misdaad en straf is een roman van Dostojevski die behoort tot de wereldliteratuur. De alternatieve titel is ‘Schuld en boete’. D. filosofeert hierin over de menselijke geest en redding van een misdadiger. Een kern hiervan vinden we ook in de wonderlijke geschiedenis over de volkstelling van David.

 

David laat het volk tellen, maar in Gods ogen is het een grote zonde, die gestraft wordt met een pestepidemie. Er vallen 70.000 doden! David moet eerst een offer brengen in Jeruzalem op de dorsvloer van Arauna. Het lijkt een moeilijk verhaal dat bij ons nogal wat vragen kan oproepen. Waarom gebeurt dit allemaal?  Waarom laat God dit gebeuren? En zo kunnen er nog meer vragen rijzen. Vragen die we soms ook hebben bij het gebeuren in de wereld, veraf of dichtbij; soms in je eigen leven. 


Ik las: Lees deze geschiedenis vanuit twee perspectieven: vanuit de hemel en vanuit de aarde. Vanuit God die Zijn volk Israël straft om hun zonden en daarom toelaat dat David zondigt. En vanuit David die, hoewel gewaarschuwd door Joab, toch het volk laat tellen uit hoogmoed. Daarop komt God met Zijn straf, die pas ophoudt als David een offer brengt op de dorsvloer van Arauna. We moeten hierbij denken aan prediker 16:9 Het hart des mensen overdenkt zijn weg; maar de HEERE stiert zijn gang. Soms zijn er zoveel vragen, waardoor je verward en verstrikt kunt raken. Maar ook in die nood wil de Heere ons leiden door Zijn Heilige Geest naar Zijn Licht en rust geven in de Heere Jezus en Zijn offer.


David zorgt voor een complete ramp als hij het volk laat tellen, hoewel Joab hem waarschuwt dit niet te doen. vs.3. Direct daarop komt hij tot inkeer met angst in zijn geweten. Waarom mag hij het volk niet tellen? Dat gebeurde vaker en mocht wel om bijv. de belasting voor de dienst van God te innen of om te weten op hoeveel man de koning kon rekening in geval van oorlog. Maar juist in dat laatste zit de crux. De Heere had David al de tijd van zijn leven geholpen, denk maar eens aan Goliath en veel andere wonderlijke overwinningen. En nu hij door Gods hulp macht en aanzien heeft, wil hij nog eens even weten hoe groot zijn leger eigenlijk wel is. Alsof God hem niet alles gaf! Waar is de eer van God nu bij de man naar Gods hart? Hoogmoed komt voor de val. 


We zien de man naar Gods hart, die komt tot inkeer; dat noemen we ook bekering.vs.10. Hij erkent zijn schuld en worstelt met zichzelf en met God in gebed. Ik heb gezondigd in hetgeen ik gedaan heb. Een grote  zegen als de Heere Zijn kind leert de zonden te belijden en de schuld bij zichzelf te zoeken. Let op: er is nog geen sprake van straf. 2 Kor.7:10: Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid … 


De volgende ochtend staat Gad, de profeet van God, op de stoep: God zal de zonde straffen en David mag zelf de straf uitkiezen: zeven jaar hongersnood, drie maanden vluchten voor de vijanden of drie dagen pest in het land. Bij alle drie zullen er doden vallen en is de volkstelling zinloos geweest. Hier valt niets af te wegen, te tellen of te rekenen. Uitgeteld en uitgerekend geeft David zich over de hand van de Heere: vs.14 Toen zei David tot Gad: Mij is zeer bange; laat ons toch in de hand des HEEREN vallen, want Zijn barmhartigheden zijn vele, maar laat mij in de hand van mensen niet vallen. Laat ons: volk en koning in de hand van God vallen. Er komt een pestepidemie die 70.000 mannen velt. 


vs. 16 De verderfengel staat boven Jeruzalem om te verderven. Opmerkelijk staat er: het God berouwde over het kwaad en Hij zegt: Het is genoeg. Jeruzalem, stad van vrede en Gods berouw over het kwaad? Hoe kan dat?  We lezen vaker over Gods berouw (o.a. Gen.6:6). Dat wil niet zeggen dat God spijt heeft van wat Hij doet, zoals mensen, maar dat Hij zijn daden ten opzichte van de mensen verandert. Anders gaat optreden; er komt een wending in Zijn doen. Jeruzalem, stad van vrede? Hoe kan dat? Daarvoor is maar een woord dat David eerder in zijn leven leerde: vs. 14 … want Zijn barmhartigheden zijn vele … In zijn gebed van schuldbelijdenis en zich overgeven in de hand van de Heere, pleit Hij op Gods barmhartigheid. Daarin zit ook het woord genade. Maar genade (had David eerder geleerd) is niet goedkoop. vs. 17. We zien hem hier ook weer als herder van zijn volk: maar wat hebben deze schapen gedaan?


God is rechtvaardig en barmhartig. Het lijkt tegenstrijdig, maar God leert Zijn kinderen, alle gelovigen Wie Hij is en hoe Hij handelt. Hier zegt God het is genoeg. We lezen dan dat de engel staat bij de dorsvloer van Arauna de Jebusiet. Hij is een autochtone inwoner van Jebus, zoals Jeruzalem eerder heette. Een Kanaäniet die bleef wonen op zijn eigen grondgebied, nadat David destijds de stad veroverde. Waarom hier? Ik las: De naam Arauna, Aranja of Ornan lijkt op het woord Aroon, het woord voor de ark van het verbond. In dat verbond had God bij Zichzelf gezworen dat Hij Israël tot een God zou zijn. Daarom kon Hij ze toch niet allemaal uitroeien. Hij dacht aan Zijn vredesverbond. Dat gaat God nu verder bekend maken:


Op de scheidingsplek van onheil en heil, bij het land van een niet-Israëliet moet David vragen of hij daar mag offeren. Daar wil de Heere Zijn genadeverbond duidelijk zichtbaar maken voor zondaars. Daar gaat Hij zichtbaar maken wat de verhouding is tussen Zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid. De engel staat er nog. Voordat de straf teneinde is moet er verzoening komen. Moet alles weer volkomen hersteld, de breuk door de zonde geheeld worden. Hoe? Dat David en het volk God gaan erkennen als hun HEERE. Dat Hij recht heeft op Zijn eer en dat Hij ook hun Heere is. Niet hoe machtig David wel is en hoe sterk het volk. Zo samen sterk loopt uit op de ondergang. Dan loop je je te pletter tegen God die jaloers is op Zijn eer, omdat Hij de Schepper is van hemel en aarde en recht heeft op Zijn eer.


David koopt het stuk land van Arauna met offerhout en offerdieren erbij; alles is bij de hand. Later is op deze plaats de tempel van Salomo gebouwd. Daar op de dorsvloer, wordt het koren van het kaf gescheiden. Daar wordt het offer gebracht in Jeruzalem de stad van de vrede, waar jaren later de grote Zoon van David, Jezus Christus kwam om Zijn leven te offeren om de schuld te betalen voor ‘eerrovers ‘van God. Hij zal de straf en de toorn van God over de zonden dragen, zodat er verzoening kan worden aangeboden aan zondige mensen. Hier schittert Gods liefde in het geven van Zijn Zoon aan wie Hij de zonde rechtvaardig straft, waardoor Hij barmhartigheid kan begeven aan zondaren!


Een moeilijke geschiedenis die ons zou kunnen verwarren. Wat kunnen er veel vragen zijn, waarop we zo geen antwoorden hebben. God opent Zijn weg. In al onze krom lijkende wegen mogen we tot Hem gaan. De Heilige Geest leidt in Zijn Woord tot toekomstperspectief. Waarin ligt onze toekomst? David rekende op eigen kracht tot eigen eer. God kwam hem tegen. Waar uw schat is aldaar zal ook uw hart zijn, zegt Jezus. Zoek eerst het Koninkrijk van God! Bekering is nodig. De Heere schenkt het door de Heilige Geest, Die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel. Maar hij leidt de zondaar ook tot Gods genade in de Heere Jezus Christus. Spreuken 3:6 Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken.