Liefde en haat - Johannes 12:1-8

Samenvatting toespraak zondagmorgen 4-03-2018. Voorganger evangelist Gerrit Baan. M: 06-40360546. E: gbaan@evgg.nl. Thema: 'Liefde en haat.' n.a.v. Johannes 12:1-8
 

Wat een Judas! Deze naam is spreekwoordelijk geworden. Als we dit van iemand zeggen bedoelen we dat hij intens gemeen is; een nare bedrieger. Maar laten wij ons niet te gauw verheffen boven Judas. Wij mensen beseffen helemaal niet hoe diep de mens gevallen is. Ook Gods kinderen hebben daarvan vaak nog veel te weinig besef. Juist waar we ons innerlijke, diepe verderf leren zien in ons eigen hart, wordt het een wonder als er in ons leven andere daden openbaar komen. Daden van liefde tot God en onze naaste. In deze geschiedenis zien we een grote tegenstelling. Maria bij wie de liefde tot de Heere Jezus in haar daden duidelijk uit komt. Als de Heere Jezus zes dagen voor Zijn lijden en sterven weer in Bethanië is, dan bereiden ze Hem een maaltijd. Samen met de discipelen en vrienden zijn ze bij elkaar. Lazarus zit aan, Martha bedient de tafel. 

Tijdens de maaltijd staat Maria op.  Ze heeft een albasten fles, een kruik! van licht geel, doorzichtig marmer met daarin een heel dure nardusolie. Deze zalfolie ruikt heel lekker. Maria breekt de hals van de fles en giet de zalfolie uit over de voeten van de Heere Jezus. Met haar haren droogt ze Zijn voeten weer af. De geur verspreidt zich door het hele huis. Iedereen ruikt het, iedereen kijkt wat er gebeurt.

 

Ineens is daar de stem van Judas, een van de twaalf discipelen. Waarom is deze zalf niet verkocht voor driehonderd penningen en aan de arme mensen gegeven? Dit is geldverspilling! Driehonderd penningen (Judas heeft het al gauw even uitgerekend), dat is meer dan een jaarloon van een arbeider!
Judas geniet het vertrouwen van al de discipelen. Zij zeggen ook dat het geldverspilling is. Bij Markus lezen we dat ze vergrimden tegen haar. Ze worden boos op Maria. Op het eerste oog lijken ze gelijk te hebben. De Heere Jezus heeft hun immers altijd soberheid en matigheid geleerd. Maar ze hebben geen oog voor de achtergrond van Maria's daad. De Heere wijst hen daarop. Niemand, dan Jezus alleen, weet wat er in het hart is van Maria. De Heere Jezus ziet in ons hart en weet onze motieven. Al wat uit het ware geloof is en dus uit de ware liefde, komt van Hem. Wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Met liefde tot God en liefde tot de naaste herstelt God weer wat eens in het paradijs kapotging. Bij Maria zien we dus de vrucht van Christus werk.

 

Hij onderwijst daarin zijn discipelen. Ook Gods kinderen zijn van zichzelf blind voor de vruchten die Hij schenkt. Ook ambtsdragers, zoals hier de discipelen. Van nature oordelen wij vanuit onze verkeerde geest. Toch is er verschil tussen het oordeel van Judas en het oordeel van de discipelen over Maria's daad. Judas oordeel komt voort uit zijn hebzucht. Hij heeft in stilte de opbrengst al berekend. De andere discipelen denken inderdaad aan de armen, dat kunnen we opmaken uit het antwoord dat de Heere Jezus hen geeft. Vs 8 Want de armen hebt gijlieden altijd met u, maar Mij hebt gij niet altijd. Hij sust hun verontwaardiging door te zeggen dat het maar eenmalig is. Maria heeft hier een goed werk gedaan. Daar gaat het hier om. De Heere weet onze daden op de juiste waarde te schatten. Hij weet vanuit welke motieven we iets doen. Mensen weten dat ten diepste niet. Het gaat er in de eerste plaats niet om hoe de mensen onze daden waarderen, maar hoe God ze waardeert. 


De Heere neemt het voor Maria op. Normaal zou dit ook verspilling zijn, maar hier wijst Hij op het bijzondere van Maria's daad. Vs. 7 Jezus dan zei: Laat af van haar; zij heeft dit bewaard tegen de dag Mijner begrafenis. Hij weet dat Maria deze dure zalfolie al heeft gekocht voor Zijn begrafenis. Hoe kwam ze daarbij. Wie koopt er nu zalfolie voor de begrafenis van iemand die nog gezond is en nog maar drieëndertig jaar is? Maria is de enige die het onderwijs dat de Heere Jezus gaf, verstond. Tot drie keer toe heeft de Heere in het verleden gewezen op zijn aanstaande lijden en sterven. Alleen Maria neemt deze stervensaankondigingen serieus. De anderen hebben er geen oren voor. Hier zien we dat de een van Gods kinderen meer en dieper onderwijs ontvangt en het ook tot zich mag nemen, dan de ander. Zij voorvoelt dat Jezus einde nadert. De vijandschap neemt toe, daarom zalft ze Hem nu alvast, als een laatste dienst die ze Hem kan bewijzen. Zij wordt gedreven door liefde en dankbaarheid. Gedreven door de Heilige Geest komt ze zo aan Zijn voeten om daar te bewijzen: 1 Johannes 4:19 Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft. Zij houdt zielsveel van haar Heiland.


De Heere Jezus neemt het voor haar op, tegenover de vijandschap van Judas en het ongeloof van de discipelen. Zij heeft een goed werk gedaan. Christus kroont Zijn eigen werk. Want een goed werk komt voort uit het waar zaligmakend geloof. In het Evangelie van Mattheus lezen we dat de Heere Jezus hier zegt: Mattheüs 26:13 Alwaar dit Evangelie gepredikt zal worden in de gehele wereld, [daar] zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van hetgeen zij gedaan heeft. Deze liefdesdaad zal vermeld worden, overal waar het Evangelie komt. Het zal onvergetelijk blijven wat zij hier doet. Het is de boodschap van Jezus Christus. Van Zijn komst in de wereld, van Zijn leven op aarde, van Zijn liefde tot Zijn kinderen, van Zijn lijden en sterven voor hen. Maria heeft gezien bij de opwekking van haar broer Lazarus, dat Hij de Koning is over de dood. Dat Hij het leven schenkt aan dode zondaren. Dat Hij dit nieuwe leven voor hen verdiend heeft door Zich op te offeren en zelfs de dood voor hen in te gaan. Daarom heeft ze Hem lief gekregen. Zij heeft Hem leren kennen, waar we het vorige week over hadden: als Profeet heeft ze onderwijs van Hem gekregen, als Priester offert Hij Zichzelf en als Koning heerst Hij over dood en leven.


Dat komt bij Maria niet openbaar in woorden, maar in daden. Daden van geloof en liefde. Wat een verschil met Judas. Zijn daden komen voort uit haat, hebzucht en leiden tot verraad. Hoe ingrijpend. Laat ons dit tot een waarschuwing zijn. Hoe vaak kwam de Heere al niet tot jou met de boodschap van het Evangelie, met Zijn nodiging, met zijn oproep tot bekering en geloof? Bidt of je waar en oprecht de Heere mag zoeken en vinden. Of je zijn liefde mag ontvangen. Door Zijn woord komt de Heere dicht bij ons. Judas was ook drie jaren heel dichtbij en toch miste hij de ware liefde en ging voor eeuwig verloren. Hierin komt het grote onderscheid openbaar. Kennen wij Jezus zoals Maria Hem leerde kennen. Hebt u Hem nodig leren krijgen als Borg, Die de straf op uw zonde betalen moest, omdat u anders eeuwig zou omkomen? Het is nodig voor ons allemaal, anders missen we nog Zijn liefde als de Bron voor al ons doen en laten en zullen we eenmaal eeuwig onder Gods oordeel zijn. Niet hoe de mensen in de eerste plaats onze daden beoordelen, maar het komt erop aan hoe God ons ziet. Alleen door het werk van de Heilige Geest zien we eigen nood. Maar Hij leert ook zien op Jezus als onze Verlosser. Dat komt openbaar in een leven tot eer van God en dienstbaarheid tot je naaste.