Van danken word je beter - Lukas 17:11-19.

Samenvatting toespraak dankdag woensdagavond 7-11-2018. Voorganger evangelist Johan Krijgsman. M: 06-83571391. E: Amsterdam@bijbelcentrum.nl. W: www.bijsimondelooier.nl Tel.: 020-6227742.Thema: ‘Van danken word je beter’ n.a.v. Lukas 17:11-19.

‘Van danken word je beter’
Stel dat er voor jou in een winkel twee mensen voor de kassa staan met een kar of krat vol boodschappen. De één betaalt netjes en de ander loopt door zonder te betalen. Ik denk dat je je ogen uitwrijft als je dit zou zien. Verontwaardigd zeg je: dit is brutaal en onbeschoft. Wie doet dit nu?

Dankdag: ‘een kar of krat vol boodschappen’
Vandaag vieren we dankdag. We zijn net als die mensen in de winkel. Wat zijn we dit jaar weer rijk gezegend. Ik weet zeker dat er vanavond niemand is die vandaag niet gegeten heeft. Naast het eten dat we krijgen, ontvangen we nog veel meer. We hebben kleren, een huis, vaak een auto, fiets, mobiel en zoveel dingen meer. Het is als het ware een krat of kar vol boodschappen die we van de Heere gekregen hebben. Als het goed is ben je vanavond hier om Hem daarvoor te danken. 
Lijk jij nu op die mevrouw in de winkel die betaalt: ‘k Wil U, o God, mijn dank betalen’? Of lijk jij op die mevrouw die niet betaalt? Gewoon doorlopen, doorleven alsof je recht hebt op die zegeningen. Het is zo erg dat er vandaag in de kerk en buiten de kerk velen zijn die op de niet-betalende vrouw lijken. De zegen die ze van God ontvangen, vinden ze heel normaal. Daar moet niemand aankomen. Die zegeningen zijn van mij. Daar heb ik recht op. 

Jezus op reis
Vandaag gaat het over Jezus Die naar Jeruzalem op reis is. We volgen het reisverslag van Lukas en denken na over Lukas 17 vers 11-19. Wat is er aan de hand?
Lukas vertelt in hoofdstuk 9 vers 51 dat Jezus op reis is naar Jeruzalem. Het is Zijn laatste reis naar Jeruzalem. Zijn kruis komt naderbij. Onderweg naar Jeruzalem krijgt de Heere Jezus te maken met een groeiende haat tegen Hem. 
De Farizeeërs bijvoorbeeld moeten de Heere Jezus niet. Ook de Samaritanen moeten Jezus niet omdat Hij naar Jeruzalem op reis is. Daarom mag Hij niet door hun provincie Samaria trekken (Lukas 9:53). 
Tussen de Joden en de Samaritanen was al eeuwen lang een grote haat. De Samaritanen zeiden: de Joden zijn geen kinderen van God. De Joden zeiden: de Samaritanen zijn heidenen. Daar willen we niets mee te maken hebben. Haat en nog eens haat. De Heere Jezus wil die haat doorkruisen door hun provincie door te trekken. Helaas wordt Hij daarin gehinderd door de Samaritanen.

Elkaar gevonden
In Lukas 17 hebben de Joden en een Samaritaan elkaar gevonden. Het is een groepje van tien mannen. Ze zijn melaats. Een soort lepra. Eén ding is er wat hen nu bindt. Hun ziekte en dan vallen alle verschillen en grenzen weg. Zo is het toch ook nu? 
Stel dat jij een collega hebt die van een andere kerk is. Door de weeks trek je gezamenlijk op, maar zondags ga je naar je ‘eigen’ kerk. Stel dat jij een ernstige ziekte krijgt en die collega ook. Dan ben je toch een soort lotgenoten? Dan ben je toch vanavond als het ware in dezelfde kerk. Dan heb je samen Jezus nodig om genezen te worden van je ziekte. Dan praat je steeds minder over verschillen. Die vallen van lieverlee weg. Eventuele ruzies ook.  

Jezus door Samaria
Zo ook bij deze tien mannen. Ze horen dat Jezus door Samaria reist. Wonderlijk trouwens dat de Samaritanen Hem nu wel toelaten. Daar heeft de Heere Jezus Zelf voor gezorgd. Hij móet deze tien mannen ontmoeten. Dat bepaalt Hij en dan houdt niemand Hem tegen. Hij heeft altijd de ‘touwtjes’ in handen. Dat is maar goed ook, anders zou niemand Hem gaan zoeken en nodig krijgen.
Deze tien melaatse mannen horen dat Jezus in een gehucht is. Van Hem hebben ze al veel gehoord. Hij maakt zieken beter. Dan moeten ze bij Hem zijn om genezen te worden. Te dicht mogen ze niet bij Hem komen, want een melaatse is onrein. Zo’n melaatse was uit de samenleving, de gemeenschap gezet. Bij hun gezin en familie vandaan. Ze leven met elkaar ver van de bewoonde wereld. 
Het is een zeer besmettelijke ziekte. Ze worden door iedereen gemeden vanwege besmettingsgevaar.  
Daarom moeten ze al van ver roepen als anderen in de buurt komen: onrein, onrein. Vandaar dat ze niet te dicht bij de Heere Jezus mogen komen. De Bijbel zegt dat ze ‘van verre stonden’. 

Ontferm U over ons
Als de tien melaatse mannen Jezus zien, roepen ze niet alleen: onrein, onrein. Nee, ze roepen uit alle macht: Jezus, Meester, ontferm U over ons! Ze doen net als de blinde Bartiméüs. Ook hij riep tot Jezus: ontferm U over mij (Markus 10:47). 
Doe jij ook zo als je met je zonden zit¬? Want laten we vasthouden dat deze geschiedenis een voorbeeld van onze zonden is. Daarom zijn wij uit de ‘gemeenschap’ met God verstoten. 


Als je daar door de Heilige Geest weet van krijgt, voel je jezelf onrein door je zonden. Dat doet zo’n geestelijke pijn vanbinnen. Dat geeft liefdesverdriet. Roep dan ‘van verre’ tot Jezus. Hij is steeds in de buurt en wil iedereen genezen die tot Hem roept. Kijk maar bij deze melaatse mannen.

Een opdracht
Bij de Heere Jezus zijn de melaatse mannen aan het goede adres. De zieke moet bij de dokter zijn. 
De Heere Jezus is de Dokter Die God gestuurd heeft. Bij Hem moet je zijn. 
Zie je in gedachten die tien mannen staan? Jezus verhoort hun gebed, maar op een andere manier dan ze denken. Zo is Jezus. Hij gaat altijd wonderlijk te werk. Ook vandaag. 
De tien mannen krijgen een opdracht voordat ze genezen zijn. Ze moeten naar de priester gaan. Waarom? In die dagen moest de priester de genezing van een melaatse bevestigen. 
Na die bevestiging kreeg die persoon weer verlof om onder de mensen te zijn. 
Maar zeg je: die tien zijn toch nog niet genezen en dan toch die opdracht? Hier heb je het geheim van het geloof. 
De Heere Jezus stelt met die opdracht hun geloof op de proef. Voor deze proef slagen ze. 
Alle 10 gehoorzamen ze Jezus. Ze gaan zonder vragen. Ze erkennen hiermee dat Jezus de Dokter is. Ze hebben Hem Meester genoemd en ze handelen er ook naar. Wat een vertrouwen. 
Ze zijn net als een kind dat op de kant van het diepe staat van een zwembad. Mamma is in het water en zegt: spring maar. Mamma zorgt ervoor dat je niet onder water komt. Het kind springt omdat het op mamma vertrouwt. Dat is nu geloof. Vertrouwen dat Jezus zondaren reinigt van de zonden.
De tien worden niet beschaamd. Terwijl ze op weg zijn naar de priester worden ze gereinigd. 
Dat is de trouw van Jezus. Allen die het van Hem verwachten worden nooit teleurgesteld.

Voor alle tien dankdag?
Alle tien worden ze genezen. Negen zitten er bij wijze van spreken thuis al aan de maaltijd. 
Eén niet. Die is weer naar Jezus gegaan om Hem op z’n knieën te danken voor z’n reiniging. 
In z’n danken verheerlijkt hij God. 
Even tussendoor. Wat is danken? Dat is door Jezus God verheerlijken. ‘k Wil U, o God, mijn dank betalen. Dat is danken. Net als deze gereinigde melaatse man ervaren dat je Zijn zegeningen niet verdiend hebt.  
Deze melaatse man prijst God. Iedereen hoort het. Hij schaamde zich niet om ‘onrein, onrein’ te roepen. Nu schaamt hij zich niet om God te prijzen. Laten wij dit ook doen. Zeker als je weet hebt van reiniging van je ‘geestelijke’ melaatsheid. Dankdag vieren. God door Jezus danken voor je brood, kleren, gezondheid, je studiezin, je werk en maatschappelijk welzijn.
De anderen hadden genoeg aan hun reiniging en genoeg van Jezus. Deze man heeft niet genoeg aan z’n reiniging omdat hij niet genoeg van Jezus heeft. Eén van de tien vierde echt dankdag.  

Waar zijn de negen?
Die ene genezen man die echt dankdag hield, was nota bene een Samaritaan. Een heiden in de ogen van een Jood. De negen zijn al lang weer aan het werk. Ze hebben van Jezus geprofiteerd. Ze vinden het allang best dat ze gereinigd zijn. De Heere Jezus verwondert zich erover en vraagt aan de Samaritaan: ‘waar zijn de negen?’ Hoe kan dat? Wat vreemd dat Ik alleen deze Samaritaan bij Mij zie. 

De Heere Jezus ziet allerlei mensen in onze samenleving. Ze worden door Hem rijk gezegend. 
Ze hebben als het ware een volle kar of krat met zegeningen. Maar alles zonder geloof. Alsof ze er recht op hebben. Wat is dat erg en arm. Dan heb je Hem zeker niet nodig voor je geestelijk welzijn, voor je bekering. Terwijl Hij Zichzelf aanbiedt. 
Jezus vraagt vanavond aan jou en mij: Hoe ziet jouw leven eruit? Profiteer je wel van Mij net als die negen andere kerkmensen, maar dank je Mij niet? Is je leven een offer van dankbaarheid aan God? Niet alleen op die ene woensdagavond, maar doorlopend? 
Jezus prijst het geloof van deze allochtoon. Deze man had hét geloof. En die negen dan? 
Ze gehoorzaamden Jezus wel, maar alleen om er zelf beter van te worden. Dat is geen geloof. 
Echt geloof geeft God de eer. Niet alleen op dankdag, maar élke dag van het jaar. Waar geloof komt altijd op vanuit de ‘diepte’. Vanuit de wetenschap dat je Zijn zegeningen niet verdiend hebt. 

Bij wie hoor jij? Bij de negen of bij die Samaritaan? Loop je met je ‘karretje of krat’ door zonder te betalen of is het: ‘k Wil U, o God, mijn dank betalen’. Dan kun je de Heere Jezus niet missen. 
Lijk je op een van de negen? Bekeer je dan nu van je ondankbaarheid en geef Gode dank.  


English version

Summary speech thanksgiving Wednesday evening 7-11-2018. Pastor evangelist Johan Krijgsman. M: 06-83571391. E: Amsterdam@bijbelcentrum.nl. W: www.bijsimondelooier.nl Tel .: 020-6227742.Themed: 'Thanking will make you better' with reference to Luke 17: 11-19.

'Thanking will make you better'
Suppose there are two people in front of you in a store with a shopping trolley full of groceries. The one pays nicely and the other goes past the cash register without paying. I think you will rub your eyes if you see this. Highly indignant you say: this is impudent and rude. Who is doing this now?

Thanksgiving Day: 'a cart full of groceries'
Today we celebrate thanksgiving day We are just like those people in the store. What are we again richly blessed this year, aren’t we? I'm sure there is no one tonight that has not eaten today. Apart from the food we receive, we get much more. We have clothes, a house, often a car, bicycle, mobile and many things more. It is, as it were, a cart full of groceries that we have received from the Lord. If it is good, you acknowledge that blessing given by the Lord. That is why you are here tonight to thank Him for that. Do you resemble that lady in the store that pays: ' My God, I want to pay my thanks'? Or do you look like that lady who does not pay? Just go ahead without paying and live as if you are entitled to these blessings. It is very sad that today there are many in the church and outside the church who resemble the non-paying woman. They find the blessing they receive from God quite normal. Nobody should take them away. Those blessings are mine. I am entitled to that.

Jesus on a journey
Today it is about Jesus who is traveling to Jerusalem. We follow the itinerary of Luke and focus our thought on Luke 17 verse 11-19. What is going on?
Luke tells in chapter 9 that the Lord Jesus is traveling to Jerusalem. Luke, as it were, gives a travel report. It is His last trip to Jerusalem. His cross is approaching. On the way to Jerusalem, the Lord Jesus is faced with a growing hatred against Him. The Pharisees, for example, give the cold shoulder to the Lord Jesus. Also the Samaritans do not need Jesus because He is traveling to Jerusalem. That is why He is not allowed to go through their province of Samaria (Luke 9:53).
Between the Jews and the Samaritans had been a great enmity for centuries. The Samaritans said: the Jews are not children of God. The Jews said: the Samaritans are pagans. We do not want to have anything to do with them. Hatred and hate again. The Lord Jesus wants to wipe out that hatred by passing through their province. Unfortunately, He is hindered by the Samaritans.

Found each other
In Luke 17 the Jews and a Samaritan have found each other. It is a group of ten men. They are leprous. A kind of leprosy. One thing is what binds them now. That’s their illness and then all differences and boundaries  disappear. Today it’s not different ?
Suppose you have a colleague who is from another church. Throughout the weeks you associate with each other, but on Sundays you go to your 'own' church. Suppose you get a serious illness and that colleague too. Then you are a kind of fellow sufferers? Then you're in the same church tonight, as it were. Then together you need Jesus to be healed of your illness. Then you talk less and less about differences. They will gradually disappear. And so do any quarrels.

Jesus through Samaria
This also applies to these ten men. They hear that Jesus is traveling through Samaria. Amazingly, by the way, that the Samaritans now allow Him. That is what the Lord Jesus Himself took care of. He has to meet these ten men. He determines that and then no one will stop Him. He always pulls the strings. That’s a very good thing, otherwise no one would seek Him and get to need Him.
These ten leper men hear that Jesus is in a hamlet. They have already heard a lot about Him. He cures the sick. Then they must be with Him to be healed. They aren’t allowed to come too close to Him, because a leper is unclean. Such a leper was dispelled from society and seperated from their family. They live together far from the civilized world. It is a very contagious disease. They are shunned by everyone because of the risk of infection.
That's why they have to call from afar when others come around: unclean, unclean. That is why they are not allowed to come too close to the Lord Jesus. The Bible says that they stood afar off'.

Have mercy on us
When the ten lepers see Jesus, they not only call: unclean, unclean. No, they cry out with all their might: have mercy on us! They do just like the blind Bartiméüs. He also called to Jesus: have mercy on me (Mark 10:47).
Is that what you do as well if you are worried by your sins? For let us stick to it that this history is an example of our sins. That is why we have been cast out of the 'fellowship' with God.
When you get to know that by the Holy Spirit, you feel unclean through your sins. That causes such a spiritual pain inside. That gives heartache. Then call 'from afar' to Jesus. He is always around and wants to heal everyone who calls to Him. Just look at these leper men.

An instruction
With the Lord Jesus, the leper men are at the right address. The sick person must see the doctor.
The Lord Jesus is the Physician Who God has sent. With Him you must be.
Do you see in your mind those ten men standing? Jesus answers their prayer, but in a different way than they think. That’s Jesus. He always works in a wonderful way. Today too.
The ten men get an assignment before they are healed. They have to go to the priest. Why? In those days the priest had to confirm the healing of a leper.
After that confirmation that person was allowed again to be among the people. But I hear you say: those ten are still not healed and yet that assignment? Here you have the secret of faith.
The Lord Jesus puts their faith to the test with that command. However, they pass for this test.
All 10 obey Jesus. They go without questions. They hereby recognize that Jesus is the Physician. They have called Him Master and they act accordingly. What a confidence.
They are just like a child that stands on the edge of the deep part of a swimming pool. Mom is in the water and says: just jump. Mamma ensures that you do not come under water. The child jumps because it relies on mom. That is faith. Trust that Jesus cleanses sinners from sin.
The ten are not ashamed. While they are on their way to the priest they are being cleansed. That is the faithfulness of Jesus. All who expect it from Him are never disappointed.

For all ten thanksgiving day?
All ten are cured. Nine are having already their meal at home, so to speak.
Except one. He went back to Jesus to thank Him on his knees for his cleansing.In his thanks he glorifies God.
Just in between. What is thanking? That is to extol God through Jesus. I want you, O God, to pay my thanks. That is thanking. Just like this cleansed leper to experience that you have not earned His blessings.
This leper man praises God. Everyone hears it. He was not ashamed to call 'unclean, unclean'. And now he is not ashamed to praise God. Let us do this too. Especially when you know about cleansing of your 'spiritual' leprosy. Celebrate thanksgiving day. Thanking God for your bread, clothes, health, your study, your work and social well-being.
The others had enough of their cleansing and enough of Jesus. This man does not have enough of his cleansing because he does not have enough of Jesus. One of the ten really celebrated thanksgiving day.

Where are the nine?
That one healed man who really gave thanks, was a Samaritan. A heathen in the eyes of a Jew. The nine have already picked up their daily activities for a long time. They have capitalized on Jesus. They only appreciate that they have been cleansed. The Lord Jesus marvels at it and asked the Samaritan: "Where are the nine?" How is that possible? How strange that I only see this Samaritan with Me.

The Lord Jesus sees all kinds of people in our society. They are richly blessed by Him.
They have, as it were, a full trolley with blessings. But everything without faith. As if they are entitled to it. What is that misirable and poor? Then you certainly do not need Him for your spiritual well-being, for your conversion. While offering Himself.
Jesus asks you and me tonight: What does your life look like? Do you benefit from Me like those nine other church people, but do not thank Me? Is your life an offering of gratitude to God? Not only on that one Wednesday evening, but continuously?
Jesus praises the faith of this immigrant. This man had the faith. And those nine then?
They did obey Jesus, but only to gain advantages for themselves. That is not faith.
Real faith gives God the honour. Not only on thanksgiving day, but every day of the year. True faith always arises from the 'depth'. From the knowledge that you have not deserved His blessings.

Who do you belong to? To the nine or to that Samaritan? Do you walk along the cash register with your 'trolley' without paying or is it: ' I Will you, o God, pay my thanks'. Then you can’r carry on without the Lord Jesus. Do you look like one of the nine?  Then repent now of your ingratitude and give thanks to God.