Een hemelse boodschap - Handelingen 1:11

Samenvatting toespraak donderdag Hemelvaartsdag 30-5-2019. Voorganger: evangelist Johan Krijgsman. Telefoon 020-6227742; mobiel: 06-83571391. Amsterdam@bijbelcentrum.nl  www.bijsimondelooier.nl Thema: ‘Een hemelse boodschap’ n.a.v. Handelingen 1:11

‘Een hemelse boodschap’ n.a.v. Handelingen 1:11
Vandaag is het Hemelvaartsdag en daarom zijn we vrij. Dat verraadt nog het oorspronkelijk christelijke karakter van ons land. Vandaag de dag is dit heel anders. Hemelvaartsdag roept nu bij velen een raadselachtig gevoel op. De Hemelvaart van Jezus valt niet te begrijpen met je verstand.  Het kan alleen geloofd worden. 
Wat gebeurde er precies 40 dagen na de opstanding van Jezus? 
De Heere Jezus neemt Zijn discipelen mee naar de Olijfberg, vlakbij Jeruzalem. Terwijl Hij ze vertroostend toespreekt, wordt Hij plotseling ‘opgenomen’ naar de hemel. Dus Hij stijgt al hoger en hoger. De discipelen staren Hem na totdat er een wolk tussen Jezus en hen komt. 
Dus Jezus gaat omhoog, alle zwaartekracht ten spijt. Dat kan toch niet, redeneren heel veel mensen. Of dat kan. Ook wij kunnen de zwaartekracht opheffen. Dat doe je als je een zware steen optilt. 
Zou dan de Almachtige God er niet voor kunnen zorgen dat Zijn Zoon naar de hemel wordt opgenomen? Hier zitten we gelijk bij de kern van Hemelvaart. 

Twee hemelse mannen
Terwijl de discipelen Jezus nastaren, staan er opeens twee mannen bij hen. Het zijn hemelse mannen in witte kleren. Het zijn engelen. Die witte kleren wijzen op de reinheid en heiligheid van de hemel. 
Ze hebben een vraag aan de discipelen: waarom kijken jullie naar de hemel? Wisten ze dat dan niet? Jawel, en ze keuren het ook niet af. Ze weten maar al te goed hoe lief ze hun Jezus hebben. 
Daarom staren ze Hem na. Dan doen wij toch ook als iemand voor lange tijd weggaat? 
De engelen willen de discipelen weer bij de les roepen. Ze moeten aan het evangelisatiewerk. 
Ze hebben een prachtboodschap en die moet de wereld in. 

Een vraag
Stel dat die twee mannen bij ons zouden komen. Wat zouden ze tegen ons zeggen? Misschien moeten ze ons wel een standje geven. Bijvoorbeeld: Wat kijk je toch naar deze aarde. Wat ben je toch druk met van alles en nog wat. Tot op Hemelvaartsdag toe. Je denkt zeker dat je hier altijd zult blijven. 
Je bent alleen maar bezig met het hier en nu. De hemelse dingen interesseren je niets. Je moet je schamen! Kom, zoek de dingen die boven zijn en wroet niet zo in deze aarde. Bekeer je en geloof in deze opgevaren Koning Jezus. Haast je, Hij komt snel terug om te oordelen. 
Tegen een ander die de Heere mag kennen, zeggen ze misschien: wat maak je je toch een zorgen. Zorgen over je genade en je geloof. Ben je vergeten dat Jezus Overwinnaar is? Wat tob je toch. 
Kom, zie wat meer omhoog. Daar waar Jezus is en bidt. Hij bidt voor je. Niets loopt Hem uit de hand. Kom op hoor! Laat de moed niet varen. Jezus is Koning. 

De engelen zullen nooit tot mensen zeggen dat ze teveel met de hemelse dingen bezig zijn. Dat ze Jezus teveel liefhebben. Dat ze Hem teveel verwachten. Dat ze Hem teveel zoeken. 
Onthoud het: met deze dingen kun je nooit teveel bezig zijn. Dit is het één en al. Wij zijn hier vanuit onszelf nooit mee bezig. Hier is genade voor nodig en dan nog zijn we er te weinig mee bezig. 

Troostwoord
De engelen zeggen niet: discipelen, wat staan jullie hier en waarom kijken jullie naar de hemel? 
Ze zeggen ook niet: volgelingen van Jezus of gelovigen wat staan jullie hier? 
Nee, ze zeggen: gij Galilese mannen. Dus mannen uit de provincie Galilea die in het noorden van Israël ligt. Over het algemeen woonden daar geen welgestelden of bestudeerde mensen. 
Nee, daar woonde over het algemeen een samenvoegsel van Jood en heiden. Daar woonde het gespuis. Daarom wordt het wel het ‘Galilea der heidenen genoemd’ (Jesaja 8:23). 
Voor een echte Jood was het een vernedering als z’n voorgeslacht daarvandaan kwam. Een Galileër telde niet mee. En nu spreken de engelen de discipelen aan als Galileërs. Dat is toch een vernedering? Dat denken wij, maar het is juist een troostwoord. Waarom? 
De discipelen hoeven zich niet mooier voor te doen dan ze zijn. De Heere weet wie ze in zichzelf blijven. Zondaars, niet meer en niet minder. Ze tellen bij de wereld niet mee, maar wel bij de Heere. Hij weet wie ze zijn en waar ze vandaan komen. Wat een troost. Hopelijk ook voor jou. 

Door genade trekt je hart op de Heere aan. Maar in je hart kom je nog zoveel tegen wat het daglicht niet kan verdragen. Je schaamt je ervoor. Altijd probeer je jezelf geestelijk op te poetsen voor God en mensen. Stop er mee, want het lukt niet. De Heere kent je als een ‘Galileër’. Eén die het niet mooier hoeft te maken dan het is. Want het is niet mooi. Vanuit jezelf ben je één bonk zonden, een heiden. Al heb je het nu voor de duizendste keer verprutst. Je bent weer welkom als ‘Galileër’ bij Jezus. 

Wat een troost dat de Heere Zijn discipelen van alle tijden en plaatsen aanspreekt als Galileërs. 
Jouw leegheid wil Jezus vervullen met Zijn volheid. Jouw schuld wil Hij vergeven met Zijn bloed. 
Jouw onheiligheid wil Jezus vervullen met Zijn heiligheid. Dit alles wil Hij doen voor het eerst, maar ook steeds weer opnieuw. Hoe zwaar ook verzondigd, kom tot Jezus en belijd je zonde met berouw.  

Opgenomen
De engelen zeggen dat Jezus is opgenomen. Dat is dus passief. Was Jezus dan niet in staat Zelf naar de hemel te gaan? Absoluut, daar is Hij God voor. Toch staat hier opgenomen. Ook in vers 2 staat dit. Waarom zo’n nadruk hierop? Door Wie is Hij opgenomen? Door God Zijn Vader. Wat wil dit zeggen? Dat Zijn Vader akkoord is met alles wat Jezus gedaan heeft op aarde. Wat moest er dan gebeuren? God de Vader moest krijgen waarop Hij recht had. Dat wil zeggen dat Hij verheerlijkt moet worden. Dit is ons scheppingsdoel. Dat hebben wij laten liggen in het Paradijs en nu kunnen we het niet meer. Maar God de Vader blijft wel op Zijn strepen staan. Wat wij niet kunnen, heeft Jezus gedaan tijdens Zijn verblijf op aarde, Hem verheerlijkt. Daarnaast moest de zondeschuld betaald worden die wij gemaakt hebben. Daar staat God de Vader op. Wij kunnen dat in eeuwigheid niet meer. 
Jezus heeft dit gedaan door Zijn kruisoffer en Zijn opstanding. Jezus heeft al het werk gedaan dat Zijn Vader Hem heeft opgedragen (Johannes 17:4). Omdat Vader het daar hartelijk mee eens is, neemt Hij Hem op in de hemel. Alles is volbracht. 

Jezus’ werk
Wat doet Jezus nu in de hemel? Hij maakt daar plaats voor Zijn kinderen, voor ‘Galileërs’ om ze tot Zich te nemen (Johannes 14:2,3). Hoor je: Hij neemt Zijn kinderen tot Zich op Zijn tijd. Daar hoeven ze niet zelf voor te zorgen. Als dat zo was, was het een verloren zaak.  
Wat doet Hij nog meer in de hemel? Hij bidt daar dag en nacht voor ‘Galileërs’. Mensen die het duizenden keren verzondigen. Daar pleit Hij bij Zijn Vader op Zijn volmaakte offer aan het kruis. 

Zekerheid
Omdat Jezus nu in de hemel is, komen Zijn kinderen er ook. Dat is zo zeker als één en één twee is.
Jezus wordt wel het Hoofd genoemd en Zijn kinderen het lichaam. Omdat het Hoofd boven is, komen Zijn kinderen er ook. Dat is zeker. Ik maak dit met een voorbeeld duidelijk.
Als je iemand uit het water redt die niet kan zwemmen, wat doe je dan? Zorg je dan dat z’n benen boven water worden gehouden of zijn armen? Nee, toch. Dan zorg je dat z’n hoofd boven water wordt gehouden. Dan kan zo iemand ademhalen. De rest van het lichaam volgt vanzelf. 
Zo is het met Jezus. Het Hoofd is boven. Zijn kinderen, Zijn lichaam, heeft Hij gered door Zijn kruisoffer. Die volgen wanneer ze door Hem uit het ‘water’ van deze wereld worden gehaald. 

Wederkomst
De engelen zeggen ook dat Jezus zal terugkomen zoals Hij naar de hemel is gegaan. Met dit verschil dat het dan niet passief is, zoals bij het opgenomen worden, maar Hij komt Zelf. Dus actief. 
Zijn terugkomst is huiveringwekkend voor allen die Jezus verwerpen in de kerk en buiten de kerk. Voor allen die een schijngeloof hadden. Voor verborgen en openbare vijanden van Jezus. Wat een gedachte. Volg je Hem nog niet in waarheid? Maak er dan werk van Hem te gaan volgen. Bekeer je nu! Kijk net als de discipelen naar de hemel en bid. 
Ken je Hem met waar geloof, vaste hoop, maar vooral met vurige liefde? Verwacht Hem dan met groot verlangen. Kijk dag en nacht naar de hemel met groot verlangen. Verwacht Hem Die jou dan komt halen opdat je altijd bij Hem mag zijn. Daar gaat het je nu al om en straks mag je tot in alle eeuwigheid bij Jezus zijn. Waarom? Omdat Jezus jou liefhad en daarom heb jij Hem lief gekregen.