Tweeërlei geestvervulling - Handelingen 4:32-5:11

Samenvatting toespraak zondagmorgen 23-6-2019. Voorganger: evangelist Johan Krijgsman. 
Telefoon 020-6227742; mobiel: 06-83571391. Amsterdam@bijbelcentrum.nl  www.bijsimondelooier.nl
Thema van de toespraak: ‘Tweeërlei geestvervulling’ n.a.v. Handelingen 4:32-5:11

De ene kerkelijke gemeente is de andere niet. Dat was vroeger ook zo. 
In de Bijbel kom je gemeenten tegen die groeiden en bloeiden. In andere gemeenten was ontucht, liegen en bedriegen aan de orde van de dag. In Handelingen vier kom je één van de eerste christelijke gemeenten tegen. Het is een voorbeeldgemeente. 

Een gezegende gemeente
Over deze gemeente worden prachtige dingen gezegd. Er was eenheid, liefde en trouw. 
Als bij iemand iets defect was, leende een ander het zijne graag uit voor gebruik. 
Bij ziekte stond men elkaar bij zoals wij onze kinderen bijstaan bij ziekte. 
Als je zo met elkaar omgaat, word je gezegend. De Bijbel zegt in Handelingen dat er dan ‘grote genade’ is. Dan ben je er zelf goed mee, maar je straalt ook iets uit naar je buren. 
Dan ben je, zoals Jezus zegt, een stad op een berg en een licht op de kandelaar. 
Dan ben je door Jezus het licht van de wereld (Mattheüs 5:13-16). 
Dan doe je graag zoveel als mogelijk is in het collectezakje. Of je maakt per bank je giften over. 
Niet om daar de man mee te worden. Wel voor de Heere en de nood in de wereld. 
Je straalt dan door genade iets uit van de liefde van de Heere Jezus.
Zo behoort het te zijn in de christelijke gemeente. Zo was het in de gemeente in Handelingen. 
Barnabas, een man vol van geloof, verkocht zelfs z’n land. De opbrengst gaf hij aan de diakenen.  
Het waren door genade gezegende mensen. Men was vervuld met de Heilige Geest. 
Er was liefde en geen afgunst. Men leefde voor de Heere en voor elkaar en voor de naaste. 
Men had een interne en externe WMO. Wie zou geen lid van zo’n gemeente willen zijn?

Kink in de kabel
In de gemeente van Jeruzalem komt een kink in de kabel. Als de Heere Zijn zegen geeft in een gemeente, komt de duivel daar tegenop. Daar moet je altijd op rekenen. Hij kan niet hebben dat er mensen zijn die echt geloven in Jezus. Dat een gemeente gezegend wordt. Dan schakelt hij z’n hulptroepen in. Heel gemeen en stiekem. Vaak met omtrekkende bewegingen zoals daar in Jeruzalem.

Schijn bedriegt
Hij gebruikt daar een echtpaar voor vanuit de gemeente. Dus niet iemand van de seculieren, maar leden van de gemeente. Dan is het extra gevaarlijk. Dan moet je extra op je tellen passen. 
Het zijn Ananías en zijn vrouw Saffira. Ze hebben mooie namen met een mooie betekenis. 
Ananías betekent de Heere is genadig. Saffira betekent schoonheidsglans. 
Ze doen hun naam geen eer aan. Ze zijn niet vervuld met de Heilige Geest, maar met een kwade geest. Met hoogmoed. Maar dat valt niet direct op. Integendeel. Luister maar.

Ze leven niet samen, maar zijn wettig getrouwd in de kerk. Ze hebben vrijwillig voor de gemeente gekozen. Ze stemmen volledig in met de leer van de gemeente. 
Het zijn meelevende leden. Als er kerk is, zijn ze er. Ze maken gebruik van het heilig avondmaal. 
Ze zijn zelfs bereid om een deel van hun bezit te verkopen. Een ander gemeentelid had dat immers ook gedaan. Dan kun je toch niet achterblijven? Je wilt toch ook meetellen en erbij horen? 
Maar, dat is het juist bij Ananías en Saffira. Ze willen meetellen en wat zijn. Naam maken. 
Achter hun vrijgevigheid gaat een vreselijk hoogmoedig hart schuil. Daarachter zit de afgod van hun eigen IK. Daar gaat het hun om. En die afgod is levensgevaarlijk. Vaak moeilijk te onderkennen voor jezelf, maar zeker voor anderen. Ze spelen met vuur. Het is schone schijn, maar schijn bedriegt.

Jouw en mijn godsdienst
Is jouw en mijn godsdienst een ‘eigen ik’ godsdienst? Wat is het waard in de ‘ogen’ van de Heere? 
Misschien ben je heel actief in de godsdienst. Je slaat geen samenkomst en bijbelstudie over. 
Je loopt over van activiteiten. Je bidt en leest de Bijbel. Geen kwaad woord hoor over dit alles.
Maar, waar gaat het jou en mij om? Gaat het door Gods genade echt alleen om de Heere Jezus? 
Heb je echt Zijn genade nodig omdat je weet: ik ben door en door, doortrapt gemeen.
Als het aan mij ligt gaat het alleen maar om m’n eigen ik. Ik kan tot m’n verdriet Ananías en Saffira zo goed begrijpen. Als de Heere mij niet ‘vasthoudt’ ben ik tot alles in staat. 
Is dat jouw en mijn belijdenis? Weet dan dat Jezus niet gekomen is voor geestelijk gezonde mensen, maar voor doodzieke. Ga dan steeds met al je geestelijke ‘sores’ naar de Heere Jezus. 

Er zijn mensen die vaak een penicillinekuur nodig hebben. Ze tobben vaak met allerlei bacteriën.
Die kuur helpt hen er bovenop.  

Gods kinderen hebben geestelijke penicillinekuren nodig. Ze tobben doorlopend met zondenbacteriën.
Daar is maar één afdoend middel voor. De Bijbel noemt dat het bloed, het ‘Levenswater’, van de Heere Jezus. Met andere woorden: alles wat de Heere Jezus gedaan heeft. Tot Zijn dood en opstanding toe. Het geloof hierin is het enige middel om hen er steeds weer ‘bovenop’ te helpen. 
Dit middel, deze ‘kuur’ is gratis te krijgen bij de hemelse apotheek. Die is dag en nacht open. 
Jezus Zelf deelt deze kuur uit. De Heilige Geest zorgt ervoor dat ze deze kuur innemen.            

Repeterend
De schijn van Ananías en Saffira komt ook naar buiten op een andere manier. Zonde heeft repeterende gevolgen. De ene zonde brengt de andere voort. Zullen we dit goed onthouden?  
Ze spreken met elkaar af dat ze niet de hele opbrengst van de verkoop aan de diakenen geven. 
Nee, een deel houden ze zelf. Dat is privé en daarmee heeft een ander niets te maken. 
Trouwens, wie merkt het in de gemeente dat ze de boel bedotten? Als de andere gemeenteleden maar hoog tegen hen opzien en zeggen: wat een geweldige mensen. Wat een fijne leden. 

Gebroken
Het eigen IK van Ananías en Saffira is niet ‘gebroken’ door Gods Geest. 
Ze hebben de eer van zichzelf lief en niet Gods eer. 
Ze zijn niet vervuld met de Heilige Geest, maar met een onheilige geest. 
Wat een verschil met Barnabas die ook een stuk land verkocht. Maar de héle opbrengst was voor de Heere. Hij en anderen waren vervuld met de Heilige Geest. Hun eigen Ik was verbroken.     
Als wij een vaas laten vallen, breekt deze in stukken. Zo is het ook met ons eigen ik als de Heere mensen tot bekering en geloof brengt. Ons eigen ik valt dan in stukken. Het opmerkelijke is dat je dan juist last krijgt van je eigen ik. Dit missen Ananías en Saffira. Dit wordt hun ondergang.

Huiveringwekkend einde
Ananías brengt een deel van het geld bij de apostelen om uit te delen aan de armen. Hij doet dus net of hij de héle opbrengst geeft. Hij is dus schijnheilig bezig.
Petrus vraagt waarom hij z’n hart heeft laten vervullen met de satan. 
Waarom hij de Heilige Geest liegt? Petrus stelt Ananías zelf verantwoordelijk. Ananías weet heel goed waarmee hij bezig is. Hij bedriegt de boel opzettelijk. Hij liegt niet tegen mensen, maar tegen de Heere. De Heere rekent hem deze zonde zwaar aan. 
Ananías valt en sterft. Hetzelfde overkomt drie uur later zijn vrouw. Ook zij liegt en sterft. 
Ananías en Saffira: één in de zonde en niet één in de Heilige Geest. Wat een waarschuwing.
De Heere laat niet met Zich spotten. Dat is de ernstige les uit deze geschiedenis. 

Vraag
Wat is jouw en mijn godsdienst? Een eigen-ik godsdienst of één die op Jezus gericht is? 
Dan heeft je eigen ik een knak gekregen. Bid of de Heere ons hart wil onderzoeken. Of Hij ons hart vervult met de Heilige Geest. Dan verlangen we naar de geestelijke kennis van de Heere Jezus. 
Dan leert de Geest je wat Jezus ervoor over had om zondaren te redden. Hij heeft de hemel verlaten. Hij kwam naar deze vervloekte aarde. En dat voor zondaren die vanuit zichzelf niet om redding verlegen zijn. Zoek deze Jezus veel, zoek Jezus vroeg. Wie Jezus heeft, die heeft genoeg.