Waar is God? - 2 Koningen 2:14a.

Samenvatting toespraak zondagmorgen 14-7-2019. Voorganger: evangelist Johan Krijgsman. 
Telefoon 020-6227742; mobiel: 06-83571391. Amsterdam@bijbelcentrum.nl  www.bijsimondelooier.nl
Thema van de toespraak: ‘Waar is God?’ n.a.v. 2 Koningen 2:14a.

Voorwoord
Vijftigmaal ging Tijs van den Brink tijdens een EO-programma ‘Adieu God’ in gesprek met mensen die het christelijk geloof en de kerk vaarwel gezegd hebben. Voor hen is de vraag: waar is God, overgegaan in Adieu God! Ze hebben de verbinding verbroken.
De meeste afhakers haakten af omdat ze tijdens kerkdiensten nooit iets van de aanwezigheid van God ervaren hadden. Er was blijkbaar nooit een ‘aanraking’ met de Heere geweest. Geen besef dat in de kerk de hemel en de aarde elkaar raken door de Middelaar Jezus. Dat dit tegelijk schrikwekkend en heerlijk is, ervoer men niet. 
Hoe komt dit? Lukt het voorgangers niet om dit geheim te communiceren? 
Om mensen in vuur en vlam te zetten? 
Anderen haakten af omdat ze onprettige ervaringen in de kerk hadden. Nu moet je het met hen niet meer over de kerk hebben. Dan gaan ze protesteren tegen de kerk.

Elisa
Ook in de boeken van het Oude Testament kom je protesterende mensen tegen. 
Zij deden dat niet omdat ze graag kritiek hadden of klaagden, maar omdat ze zich zorgen maakten. 
Ze waren er van overtuigd dat het fout zou aflopen als mensen hun gedrag niet veranderden. 
Als ze zich niet bekeerden tot God. In de Bijbel heten deze mensen 'profeten'. 
Een profeet was dus niet alleen iemand die de toekomst kon voorspellen. Hij was ook iemand die zag wat er fout zat in de samenleving. Die mensen daarop wees en waarschuwde. 
Hij protesteerde in naam van God. Een profeet hield anderen een spiegel voor: 'Kijk, dit zijn jullie. 
Zo leven jullie. Jullie doen niet wat goed is in de ogen van God.' 
Ze spraken steeds in de naam van God. Ze wezen daarbij terug naar het verleden: 'God heeft onze wereld mooi gemaakt en dit hebben wij ervan gemaakt. Dit is onze schuld’. 
Elisa was zo’n profeet. Hij werkte tussen 850-800 voor Christus. Hij waarschuwde, net als zijn voorganger Elia, de mensen. Hij riep ze op tot bekering. Een profeet bleef ook gewoon mens. 
Ze kenden hun hoogtepunten, maar ook hun dieptepunten. Zoals Elia en Elisa. 

Elisa’s vraag
Ineens lees je in de Bijbel dat Elisa vraagt: Waar is de HEERE? 
Wie had dit gedacht van deze grootmeester? Deze vraag is niet direct een vraag van vertwijfeling van Elisa. Je moet hem in z’n verband lezen. 
Toch kan het wel een vraag zijn van vertwijfeling van een jongere of oudere. Waar is de HEERE? 
Waar is God? Ik ervaar Hem niet (meer). Is God dood? Ze snappen er niets meer van. 
Vragen als: als er een God is waarom… En dan volgen er een heleboel begrijpelijke waaroms. 
Misschien herken je het. Misschien begrijp je die mensen in het programma: Adieu God. 
Ook jij loopt op het randje. Doorgaan met God of met Hem stoppen. Voorgoed Adieu God! 
Het kan ook de vraag zijn van iemand die graag opnieuw de nabijheid van de HEERE wil ervaren. 
Je weet uit ervaring dat Gods aanwezigheid in Christus het beste is. Door het geloof in Christus zijn we geen doelmissers, maar komen we tot ons doel. Dat is pas leven. 

Alleen verder
Een tijdlang is Elisa opgetrokken met zijn voorganger en leermeester Elia. Dat was een goede tijd. Elisa is getuige geweest van de daden en van het geloof van Elia. 
Wat is het trouwens goed als we een gelovige hebben waarmee we optrekken. 
Waaraan we onze diepste vragen, raadsels en twijfelingen kwijt kunnen. 

Op een bepaald moment heeft de Heere Elia van Elisa weggenomen. Dat gebeurde op een speciale manier. We hebben het gelezen uit de Bijbel. Nu moet Elisa alleen verder. Dat viel niet mee. 
Er moet je maar eens een hartsvriend of hartsvriendin ontvallen. 
Toch is het niet dat Elia er niet meer is, wat Elisa bezighoudt. Hij vraagt niet: waar is Elia? 
Dat was voor hem geen vraag trouwens. Hij wist zeker dat Elia bij de Heere Christus in de hemel was. 
Nee, Elisa vraagt: waar is de HEERE? Waar is God? Zonder de HEERE kan hij niet verder. 
Geldt dit voor jou ook? Durf je en kun je zonder de HEERE niet verder? 
De Heilige Geest bestuurt het altijd zo dat je iets van het bovenstaande gaat beleven. 
Hij regelt het dat je meer naar de Heere verlangt, dan naar een glas water bij warm weer.

Doelmissers
Je kent het wel. Tijdens een voetbalwedstrijd mist iemand net het doel voor de beslissende treffer. 
Hij of zij is een doelmisser. Daar baalt iedereen op dat moment van. 
Wij zijn doelmissers bij God. Ons doel was om gezamenlijk en eensgezind tot eer van de Heere te leven. Dat doel hebben we niet net gemist, maar totaal en al. Dat noemt de Bijbel zonde. 
We zijn de HEERE daardoor kwijtgeraakt. Vanuit onszelf kunnen we Hem niet meer vinden. 
In dat opzicht kan van ons allemaal gezegd worden: Adieu God! 
We hebben het juiste mystieke leven met de Heere verloren. 
Wij hebben ons ‘geestelijk’ modem expres gecrasht. 
Het contact met Boven hebben we verloren en dat interesseert ons niets. We kijken niet verder dan onze neus lang is. We leven voor het hier en nu. Er is geen andere wereld dan deze wereld. 
In die wereld is wel genoeg religie. Meer dan genoeg zelfs. Maar dit is dan een religie waar de mens zichzelf bedoelt. Waar men zich prettig bij voelt. Dat kan van alles zijn. De één zoekt het in één van de godsdiensten buiten het christendom. Een ander zoekt zijn religie in yoga of meditatie etc.  
Bij al deze religies blijven we doelmissers. We bedoelen daar nooit God onze Schepper mee. 
En dat rekent God ons zwaar aan als dit niet verandert. 

Levende vraag
Vanuit onszelf is de vraag: ‘waar is de HEERE’, waar is God, hoogstens een theoretische vraag. 
Een vraag waar we avonden over kunnen bomen. Over Godsbewijzen etc.
Het is dringend nodig dat deze vraag een ‘levende’ vraag voor ons wordt. Dat deze vraag opkomt vanuit ons hart. Dat we op die manier met deze vraag bij de HEERE komen. 
Juist omdat de HEERE jou en mij zoekt word je indringend geroepen deze vraag je eigen te maken. 
Weet je voor wie deze vraag een levende vraag was? 
Voor veel Bijbelschrijvers. Vooral in de psalmen geven ze een doorkijkje in hun hart. 
Als het goed is, weet een voorganger uit eigen ervaring met welke vragen z’n hoorders zitten. 
Hij staat niet meters boven z’n hoorders. Of die vragen nu theoretisch of vanuit het hart gesteld worden. Hij begrijpt die vragen en gaat daarop in. Hij is er voor hen zoals Jezus er was voor Zijn mensen.

Het ‘Adieu God’ van Jezus
Weet je voor wie deze vraag ook een levende vraag was? 
Voor de Heere Jezus. Wat heeft Hij Zich eenzaam en verlaten gevoeld aan het kruis. 
Verlaten door Zijn Vader en door Zijn kinderen. 
Wat heeft Hij het uitgeroepen: ‘Mijn God, Mijn God waarom hebt U Mij verlaten?’ 
Aan het kruis was Hij het ware mystieke leven met Zijn Vader kwijt. Hij verloor Zijn Vader uit het oog. Voor Hem was het een verplicht ‘Adieu God’. Terwijl Hij niet kon zonder de nabijheid en de liefde van Zijn Vader. Dit was voor Hem erger dan de dood. Waarom moest en wilde Hij dat? 
Vanuit zichzelf hebben al Gods kinderen gezegd: ‘Adieu God’. Dat wordt de schuld van hun leven. 
Die schuld nam Jezus op Zich. Daarom werd Hij aan het kruis drie uur van Zijn Vader verlaten.  
Wij hebben door onze zonden verdiend dat God voor altijd zegt ‘Adieu mens!’. Dat is onze straf.  
Door het geloof, dat door de wedergeboorte ontstaat, gaan mensen zeggen: ‘HEERE, waar bent U?’ 
Ik kan U niet missen. Ik dorst naar U (Psalm 42). Door dit geloof krijgen mensen zicht op Jezus. 
Door dit geloof in Jezus gaan ze het nieuwe leven, leven met God. Dit leren ze met vallen en opstaan. Vaak meer met vallen, dan met opstaan. Zo leren ze ook dat ze door het geloof in Jezus meer dan overwinnaars zijn. Dit houdt hen op de been. Beter gezegd: Jezus houdt hen op de been. 
Ken je dit nog niet? Weer de oproep om de vraag ‘Waar is de HEERE’, waar is God, je eigen te maken.