Boos op God - Jeremia 20:7-9.
Samenvatting toespraak zondagmorgen 21-7-2019. Voorganger: evangelist Johan Krijgsman.
Telefoon 020-6227742; mobiel: 06-83571391. Amsterdam@bijbelcentrum.nl www.bijsimondelooier.nl
Thema van de toespraak: ‘Boos op God’ n.a.v. Jeremia 20:7-9.
Inleiding
Wie kent geen tijden dat je in opstand bent tegen alles en iedereen? Je hebt er genoeg van.
Je voelt de haat en wrok van binnen opkomen. Het vreet aan je. Je krijgt medelijden met jezelf.
Soms kun je zelfs boos zijn op God. Je gaat twijfelen aan alles. Wat is een mens…
De Bijbel is een goudeerlijk Boek. Het vertelt niet alleen de geloofsmomenten van gelovigen, maar ook hun geloofstwijfels. Zo ook van de profeet Jeremia. Hij leefde omstreeks 627-560 v. Chr.
Wat een groot gelovige was hij. Maar we komen ook een periode tegen dat hij boos is op God.
In de gevangenis
Eindelijk hebben ze Jeremia waar ze hem hebben willen, in de gevangenis.
Het is vooral Pashur, de priester en hoofdopzichter van de tempel, die het zat is.
Hij en anderen kunnen het niet langer aanhoren. Die Jeremia voorspelt steeds dat stad en tempel verwoest zullen worden. Dat nemen ze niet en ze gooien Jeremia in de gevangenis.
Het is maar één nacht dat Jeremia in de gevangenis zit. Maar wat er zich in het hart van Jeremia heeft afgespeeld die nacht, is meer dan genoeg. Dat laat zich met geen pen beschrijven.
Wakker liggen
Wie herkent het niet dat woelen ’s nachts in bed om van alles en nog wat? Soms omdat je niet eerlijk wordt behandeld. Een andere keer omdat je zelf domme dingen hebt gedaan of wat dan ook.
Je ligt een groot gedeelte van de nacht wakker. Soms niet één nacht, maar nachten lang.
Eén ding hoop ik ook. Dat je dan bij de Heere ’s nachts al biddend je zorgen kwijt kunt.
Bij Hem kun je altijd terecht. Hoe dom je zelf ook hebt gehandeld. Hij wijst niemand af.
Christenvervolging
Wat Jeremia overkomt, is niet vreemd. Christus zal het jaren later zeggen dat een ieder die Hem volgt, op verdrukking en vervolging kan rekenen. Ze hebben Mij vervolgd, ze zullen ook u vervolgen (Johannes 15:20).
Die verdrukking, die laster, komt niet alleen van de ‘wereld’. Dat kun je begrijpen. Maar kijk eens bij Jeremia. Van wie heeft hij het meest last? Van Pashur, de priester en de hoofdopzichter van de tempel. Dus van iemand met een vooraanstaande positie in de tempel.
Vandaag de dag kom je dit ook tegen. De ene kerkmens ‘vervolgt’ de andere. De een werkt de ander eruit. Dat noem ik ‘inwendige christenvervolging’. Wat doen we daar de Heere een verdriet mee.
Ik heb de afgelopen jaren heel veel mensen gesproken die hier ervaring mee hebben.
Veel jongeren en ouderen zijn hierdoor afgeknapt op de kerk.
Bij christenvervolging denken we ook aan hen die om het geloof vervolgd worden.
Wat denk je van de christenen in Noord-Korea bijvoorbeeld? Laten we ze gedenken in onze gebeden.
Jeremia is boos op God
Jeremia laat zich in z’n hart kijken. Het is niet zo mooi wat daar leeft en naar buiten komt.
Hij heeft het moeilijk en is boos op God. Hij maakt verwijten naar de Heere.
Was het de Heere niet die hem geroepen had? En dan nu dit. Al die tegenstand, vijandschap en ongeloof van z’n volksgenoten.
Hij kan het allemaal niet meer begrijpen. Hij gaat eraan kapot. Hij gooit er alles uit richting de Heere.
Heere: U hebt me geroepen tot profeet. Ik moest doen wat U zei. Dat deed ik. En dan nu dit?
Had ik in deze maar nooit geluisterd naar U. U bekijkt het maar. Jeremia is boos op God.
Is dit Jeremia, een kind van de Heere en een voorganger? Ja, dit is Jeremia. Dit is een mens, ook een gelovig mens ten voeten uit, als de Heere hem even aan zichzelf overlaat. Het is nog veel erger. Jeremia zegt: U hebt mij overmocht. Je kunt ook zeggen: U hebt mij in Uw greep gekregen.
Ik was een weerloze prooi voor U.
Dit woord ‘overmocht’ dat Jeremia gebruikt, kun je vergelijken met een loverboy die een meisje in zijn greep heeft. Hij heeft haar verleid en ze is nu in zijn macht. Ze wordt door hem gedwongen.
Als een weerloze prooi misbruiken hij en anderen haar. Ze kan geen kant op.
Zo voelt Jeremia zich gedwongen door de Heere. Ik wilde weglopen, maar kon niet.
Weer die vraag: is dit Jeremia, een kind van de Heere en een voorganger? Ja, dit is Jeremia.
Verzoekingen
Wie van Gods kinderen herkent zich niet in Jeremia? Nee, we gaan het niet goedpraten. Het blijft zonde. Maar het is wel realiteit. Wie van hen kent niet tijden dat ze zeggen: wat word ik er beter van om de Heere te dienen? Wat schiet ik ermee op? Het zit, sinds ik de Heere volg, meer tegen dan mee.
Vooral als de zonde trekt, kunnen er zelfs momenten zijn dat ze de wereld weer willen intrekken. Soms bidden ze er zelfs om. Tegelijk bidden ze: Heere houdt U mij vast.
Heb je er nooit last van gehad? Van die momenten dat de satan als een tijger op je aanviel?
Van die zware verzoekingen in van alles en nog wat? Dan ben je wel eens blij dat de Heere sommige gebeden niet verhoort. Dan moet je naderhand zelfs vergeving vragen voor je gebeden.
Bij Jeremia komt er nog bij dat hij om zijn woorden belachelijk wordt gemaakt (vers 7b).
Hij lijdt onder de boodschap die hij moet brengen. Niemand gelooft zijn boodschap. Telkens als Jeremia spreekt, moet hij schreeuwen: ik word mishandeld en onderdrukt. De woorden die ik breng, geven mij dag aan dag alleen maar smaad en schimp. Schande en vernedering (vers 8).
Moedeloos
Deze moedeloze buien zijn voorgangers van vandaag ook niet vreemd.
Hoe ze ook oproepen tot bekering en geloof, het lijkt soms wel dat het niet landt.
Dan vragen voorgangers zich soms af: waar doe ik het allemaal voor?
Hieraan zie je dat niemand vanuit zichzelf op het Evangelie zit te wachten.
Zowel ‘kerkgangers’ als ‘wereldgangers’ niet. Het is van nature allemaal één pot nat.
De één ‘goddeloos vroom’ binnen de kerk. De ander ‘goddeloos onvroom’ buiten de kerk.
Alleen Gods genade, gegeven en uitgewerkt door de Heilige Geest in ons hart, maakt onderscheid.
De Heere Jezus
Ook de Heere Jezus heeft geleden onder het ongeloof van de mensen. Hoe indringend Hij ook preekte. Veel dingen zaten bij Hem tegen. Ook Hij werd belachelijk gemaakt. Toch werd Hij nooit boos op God. Hij wist het zeker dat de wil van God door Zijn toedoen zou slagen (Jesaja 53:10).
Laten dan allen die boos zijn op God en lijden onder verzoekingen, zich richten op Hem.
Hij weet als geen ander waar je mee tobt. Hij wil ook te hulp komen (Hebreeën 2:18).
Lees de Bijbel het Boek voor u
Deze woorden op de gevel van een huis aan de Lijnbaansgracht, kende Jeremia nog niet.
Toch zijn ze ook op Jeremia van toepassing. Waarom? Jeremia heeft serieus overwogen met zijn werk te stoppen. (vers 9). Hij kon het niet meer aan. Tegenstand, belachelijk worden gemaakt.
Geen zegen op zijn werk. Het Woord dat hij sprak in naam van de Heere, werkte niets uit.
Hij wil er de brui aan geven. Toch heeft Jeremia dat niet gedaan.
Waarom niet? God hield hem vast. Jeremia vergat dat God er ook nog is.
Misschien vergeet jij dat ook wel eens. Je ziet het niet meer zitten. Door die Bijbel word je ook niets wijzer. Maar net die keer dat je je Bijbel weer las, sloeg het in als een bom. Het was een herhaling van die eerste keer toen het Woord je aangreep. Je geestelijk in je hemd zette. Toen het Woord door de Heilige Geest je doordringend vertelde wat je zonden waren. Toen ook datzelfde Woord licht gaf op de Heere Jezus. De Vriend van berouwvolle zondaren. Zo ben je ook nu weer gegrepen door het Woord. Je ontvangt opnieuw moed en krachten om door te gaan dankzij Gods genade.
Overwonnen
Zo is het ook met Jeremia. Jeremia wilde ermee stoppen, maar hij kon het niet (vers 9). Hij wordt opnieuw overwonnen door het Woord. Hij moet en wil doorgaan met preken. Waarom?
Omdat de Heere getrouw is. Hij zorgt voor Jeremia. Als het van Jeremia had afgehangen, dan keek hij niet meer naar de Heere om. Maar de Heere kijkt naar Jeremia om. Hij ‘overweldigt’ hem met Zijn Woord. De Heere houdt Jeremia vast. Hij kan, maar wil ook geen andere kant op.
In vers 11 zegt Jeremia: de HEERE is met mij. Vers 13: Prijst de HEERE. Zo kan hij alles aan.
Van harte gun ik je dat leven van Jeremia. Dat kent moeitevolle momenten. Maar dat weegt niet op tegen de liefde en vreugde die er is in het dienen van de Heere door de Heere Jezus. Amen.