De dankdag van Jezus - Lukas 10:21
Samenvatting toespraak woensdag 6-11-2019. Voorganger: evangelist Johan Krijgsman.
Telefoon 020-6227742; mobiel: 06-83571391. Amsterdam@bijbelcentrum.nl www.bijsimondelooier.nl
Thema van de toespraak: ‘De dankdag van Jezus’ n.a.v. Lukas 10:21
Vandaag is het dankdag. Een dag waarop we terugkijken op het afgelopen seizoen.
Veel is er gebeurd. Natuurrampen, oorlogen, besmettelijke ziekten, vluchtelingen, etc.
In deze situatie dankdag houden? Ja! Vergeet niet dat we ook heel veel hebben gekregen. Als we het zo bekijken houden we over. Dan mag je dankdag houden. Met blijdschap.
Eropuit gestuurd
Ook de Heere Jezus heeft in een zorgvolle tijd dankdag gehouden. Hij was zelfs verblijd.
We lezen van Hem niet vaak dat Hij blij was. Wel dat Hij bedroefd was. Bijvoorbeeld als er iemand gestorven was. Of als mensen volharden in hun ongeloof en verzet tegen Hem.
Als de Heere Jezus blij is, dan moet er wel iets bijzonders aan de hand zijn. En dat is er ook.
Wat is er gebeurd? De Heere Jezus heeft zeventig mannen eropuit gestuurd om het Evangelie te verkondigen. Wat een verantwoordelijk werk. Wie naar hen luistert, luistert naar de Heere Jezus.
Wie naar hen niet luistert, luistert niet naar de Heere Jezus en verwerpt Hem (Lukas 10:16).
Blijdschap
We krijgen de indruk dat de zeventig dit werk met vreugde gedaan hebben. Er staat zelfs dat ze met blijdschap terugkomen en verslag uitbrengen van hun werk (Lukas 10:17).
Het is voor werkers in het Koninkrijk van de Heere niet altijd kommer en kwel.
Wat wordt er vaak geklaagd dat het een donkere tijd is wat het geestelijke betreft.
Dat was het in de tijd van de Heere Jezus ook. Wat was er toen een vijandschap tegen de genade van de Heere. Wat een schijngeloof. Wat een ongerechtigheid.
Toch komen die zeventig mannen blij terug van hun opdracht. Ze zijn dankbaar.
Jongeren en ouderen: doe niet mee met de trend in bepaalde kringen die alles somber zien.
Dat is zonde. Kijk op deze dankdag eens terug wat we allemaal nog hebben. Wat een zegen dat het Evangelie in ons land nog mag klinken. Wat een zegen dat vele jongeren en ouderen actief het Woord onderzoeken. Denk eens aan de vervolgde christenen die dit niet kunnen.
Hoogste blijdschap
De Heere is verblijd met het verslag dat de zeventig uitbrengen. Dat blijkt uit Zijn reactie. Hij zag zelfs de satan uit de hemel vallen. Dat wil zeggen dat de satan al verslagen is. Wat een blijdschap.
Jezus zegt verder dat de zeventig zich moeten verblijden. Hun namen zijn geschreven in de hemel. Dat is de hoogste blijdschap. Wat betekent dat? De namen van de zeventig evangelisten zijn geschreven in het ‘Boek des levens’. Dat is het register waarin alle gelovigen staan.
Het is net als met het register voor de burgerlijke stand. Daar word je ingeschreven bij je geboorte.
Er is echter één groot verschil. Gods kinderen worden niet in het hemelse register geschreven als ze geboren worden. Ze komen er ook niet in als ze wedergeboren – geestelijk geboren – worden.
Nee, ze staan er al van eeuwigheid in. Wat een blijdschap. Wat een troost. Wat een genade.
Kun je weten of jouw naam daarin staat? Jawel. Hoe? Niet als we deze zaken heel nauwkeurig gaan onderzoeken. Wij kunnen dat boek in de hemel niet inkijken. Wel als we de gevolgen in ons leven met geestelijke blijdschap opmerken. Wat zijn die gevolgen? Een echt geloof in Christus. God kinderlijk liefhebben. Droefheid op God gericht over de zonden en zo willen leven zoals God het van ons vraagt.
Herken je dit? Verblijd je dan op deze dankdag dat je naam geschreven is in de hemel.
Verborgen
Nadat de Heere Jezus dit gezegd heeft, verheugt Hij Zich. Hij gaat Zijn Vader danken. Waarvoor?
‘Dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandingen verborgen hebt’ (Lukas 10:21).
Wat voor dingen? De verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen. Wat zijn dat voor verborgenheden? Dat het Zijn wil is zondaren zalig te maken. Daar komt geen mens aan te pas.
Hij doet het alleen. Zo komt Zijn Vader aan de eer. Die boodschap moet verkondigd worden.
Door de Heilige Geest zal dit doel treffen in levens van mensen. Ze zullen tot schuldbelijdenis komen en Christus gaan aanbidden. Waar dit Woord door het geloof wordt aanvaard blijft er niets dan verwondering over. Dat is tot blijdschap van de Heere Jezus en daar dankt Hij Zijn Vader hartelijk voor. Iedereen die dat heeft meegemaakt dankt daar God voor op deze dankdag.
Deze genade is verborgen voor wijzen en verstandigen.
Betekent het dat we dan maar beter analfabeet kunnen blijven? Dat we alle wijsheid en wetenschap maar van de tafel moeten vegen? Niet moeten studeren? Nee, want de Heere heeft mensen vele gaven gegeven. Ook de gaven van wetenschap en kennis.
Hij bedoelt daarmee mensen die denken alles op religieus gebied te weten. Ze kunnen zichzelf wel helpen en redden en hebben dé Redder Jezus niet nodig.
Dat kunnen ook mensen zijn die ‘s zondags in een kerk zitten, maar Jezus niet nodig hebben.
Die geen last hebben van hun zonden.
Wijzen en verstandigen zijn ook mensen die zeggen: ik zoek het zelf wel uit. Al die godsdienst kan me gestolen worden. Ik heb de deur naar de kerk allang dichtgedaan. Ze bekijken het maar.
Geopenbaard
De Heere is ook blij en dankbaar dat deze verborgenheden geopenbaard worden aan kinderkens.
Wat zijn dat voor mensen? Zijn dat kleuters of pubers? Ja en nee. Er zijn er onder hen die de Heere mogen volgen. Wat een wonder om jong God lief te hebben.
Bedoelt Hij daar de oudere jeugd mee, de jongeren? Ja en nee. Er zijn er onder hen die hartelijk de Heere Jezus liefhebben en de zonde haten, laten en verlaten. Dat gaat samen.
Weet je wie die ‘kinderkens’ zijn? Al Gods kinderen. Hoe is een natuurlijk kind? Aanhankelijk en afhankelijk. Déze ‘kinderkens’ zijn aanhankelijk en afhankelijk van God de Vader.
Kinderkens
Ik zal eens een paar van die ‘kinderkens’ noemen. Mozes, de leider van het volk Israël naar het beloofde land. Hij was zeer intelligent. Toch kon hij niet zonder de Heere leven. Hij zegt op een bepaald moment: als U Heere niet meegaat, laat ons dan maar hier blijven (Exodus 33:15).
Ook David, een belangrijke koning van Israel, was zo’n ‘kindeke’. Hij bidt: verhoor mij Heere. Ga niet in het gericht met mij, want niemand die leeft is rechtvaardig voor U (Psalm 143:1,2). Paulus, de grote heidenapostel is er ook één. Hij belijdt dat er in hem geen geestelijk goed woont. Hij belijdt ook in Wie dat wel gevonden wordt, in Jezus. Op Hem vestigde hij zijn hoop (Romeinen 7:18,24 en 25).
Al Gods ‘kinderkens’ zijn vreemde mensen. Waarom? Ze zijn bedroefd en toch blij. Ze klagen over geestelijke donkerheid en hebben toch hét geestelijk Licht. Ze zijn geestelijk arm en toch rijk. Ze zijn op dankdag dankbaar en klagen toch over hun ondankbaar hart. Ze zijn dwaas in zichzelf, maar wijs in de Heere. Ze zijn goddeloos in zichzelf, maar rechtvaardig in Jezus. Wat een wonderlijk gezelschap!
Bewonderd
Er is nog iets wat opvalt. Jezus bewondert en dankt het welbehagen, de wil van Zijn Vader.
Hij bewondert de wil van Zijn Vader nadat de zeventig terugkomen van hun evangelisatieactie.
Als ze zegen op hun werk hebben gezien. Ze zijn als het ware eerst wezen folderen in de stad.
Wij moeten dat niet omdraaien. Je hebt mensen die zeggen: Evangeliseren heeft weinig zin.
Er worden er niet meer zalig dan die op het bevolkingsregister in de hemel zijn opgeschreven. Intussen doen ze niets aan evangelisatie. Als je zo denkt, ziet de Heere Jezus je als een wijze en verstandige in eigen oog. De Heere Jezus zegt: ‘Red degenen die ter dood gegrepen zijn, want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt’ (Spreuken 24:11).‘
Eeuwige liefde
Voor de ‘kinderkens’ is het niet de eerste vraag of ze in het bevolkingsregister in de hemel staan.
De ‘kinderkens’ krijgen de Heere nodig. Die belijden en bestrijden hun zonden. Die hebben de Heere Jezus nodig.
Nu zijn wijzen en verstandigen in eigen oog nog welkom bij Hem. Hij nodigt hartelijk. Zo leren ze de Vader danken voor Zijn welbehagen. De Zoon voor Zijn verlossing en de Heilige Geest voor de toepassing van de verlossing. Drie-enig God: U zij al de eer.