Kerstfeest is God met ons, Immánuël - Mattheüs 1:23 en Lukas 2:7

Samenvatting toespraak woensdag 25-12-2019, 1e Kerstdag. Voorganger: evangelist Johan Krijgsman. 
Telefoon 020-6227742; mobiel: 06-83571391. Amsterdam@bijbelcentrum.nl  www.bijsimondelooier.nl
Thema: ‘Kerstfeest is God met ons, Immánuël’ n.a.v. Mattheüs 1:23 en Lukas 2:7

In de donkerste tijd van het jaar vieren we het Kerstfeest. Het is het feest van het licht omdat hét Licht de Heere Jezus is geboren. Het is ook het feest van de vrede omdat dé Vredevorst Jezus is geboren. In sommige delen van de wereld worden op kerstnacht de oorlogswapens even stilgelegd. 
Kerstfeest gaat vaak samen met gezelligheid. Ook het bij-elkaar-zijn is iets van Kerstfeest.  Helaas is Kerstfeest ook uitgegroeid tot een feest van glitter en show. 
Zonder de komst van de Verlosser.  

Sober
In de Bijbel is het Kerstfeest een en al soberheid. Dat hoort bij de geboren Koning, de Heere Jezus. Lukas geeft het hele Kerstevangelie in onze vertaling weer met een zin van slechts zevenentwintig woorden (Lukas 2:7). De Heere heeft niet zoveel woorden nodig om het wonder van het Kerstfeest te benadrukken.  

Kerstfeest is het feest van de verbinding
Kerstfeest is het feest van de verbinding van de hemel met de aarde. Immánuël is een andere naam voor de Heere Jezus. Immánuël betekent ‘God met ons’. Hij was tegen ons vanwege onze zonden. 
Het Kerstfeest ‘preekt’ ons dat God weer vóór ons is. Dat Hij door de Heere Jezus verloren mensen zoekt die Hem niet zoeken. Die niet voor God zijn, maar tegen Hem. Die Hem, als het aan hen ligt, links laten liggen. En dat is zonde. Daar word je niet beter door, maar slechter dan dat je al bent. 
Dat wordt de ervaring van iedereen die Jezus als Heer leert erkennen. 
Die kunnen niet begrijpen dat God zo goed is dat Hij ongevraagd Immánuël stuurde.  
Met de geboorte van Jezus heeft God de hemel weer met de aarde verbonden. Met welk doel?
Ten eerste dat God de Vader weer de eer krijgt waarop Hij recht heeft. Daarom zeiden de engelen als eerste: Ere zij God in de hoogste hemelen.   
Ten tweede, dat mensen weer bij God de Vader een thuiskomen zullen ontvangen. 
Jezus, Immánuël, is immers de Weg tot de Vader. Voor dat ‘thuiskomen’ zorgt dit geboren Kind. 
Van het begin tot het einde. Hij zorgt ervoor dat mensen zich gaan bekeren en tot geloof komen in Jezus. Immánuël is de verbindende Schakel tussen hemel en aarde. 

Kerstfeest heft de eenzaamheid op
Kerstfeest vier je samen. Daarom vind je deze dagen rond het Kerstfeest zoveel kerstbijeenkomsten. Kerken en inloopcentra organiseren dan kerstmaaltijden. Het is het feest van samen-zijn van mensen. Maar ook van het samen-zijn van God en mens. 
In dit geboren Kerstkind zijn God en mens weer samengebracht. Door Jezus is de eenzaamheid opgeheven. Immánuël, God met ons. 
In principe is sinds Kerst geen mens meer eenzaam. Natuurlijk, je kunt je ontzettend eenzaam voelen. 
Toch ‘preekt’ Kerstfeest dat we in en met die eenzaamheid bij dit Kind terechtkunnen. 
Hij nodigt je uit om met de verborgen uithoeken van je ziel bij Hem te komen. 
Immánuël wil met Zijn licht schijnen op die plekken die wij liever verborgen houden.  
Kerstfeest preekt dat God Zich verbindt over de kloof die er was tussen God en mens. 
Die kloof die de mens zelf geslagen heeft in het Paradijs. Daarom is er zoveel eenzaamheid gekomen. 
Hij verbindt Zich met het menselijk lot. Jezus heft de eenzaamheid op. 
Daarom spreekt Immánuël ook van Gods goedheid. Deze goedheid die zich verbindt aan menselijk leven en de menselijke geschiedenis. Is dat geen wonder?

Geboren bij en tussen de mensen
Als je let op de details in de Kerstgeschiedenis zie je dat Jezus de eenzaamheid opheft. 
De Heere Jezus wordt geboren in een gewoon gezin. Bij hele gewone mensen, Jozef en Maria. 
Wij met z’n allen hebben dat sterk geromantiseerd. We halen er van alles bij. 
Het gevaar is dan groot dat onze aandacht van het Kind wordt afgeleid. En dat is niet de bedoeling.
God is in en door Jezus tussen de mensen gekomen. Tussen zondige mensen. Dat moet de aandacht hebben. Daarmee laat Hij vanaf het prilste begin zien dat Hij de eenzaamheid opheft. 
Die eenzaamheid die we zelf gecreëerd hebben. 
De Heere is klein begonnen. Als Mens helemaal afhankelijk van z’n ouders. Hij had als Mens zorg en raad nodig van z’n ouders. Hij kon niet alleen zijn. Geen mens kan op zichzelf bestaan. Ook deze Mens als Mens niet. Mens zijn we samen. Door bekering en geloof word je weer mens met deze Mens. 


Randbewoners
Dan komen de herders, de randbewoners. Herder, het was in de tijd van de Heere Jezus vaak een onaanzienlijk beroep. De meeste herders telden niet mee in de maatschappij. 
Je had ook herders die in dienst waren van de priesters. Zij moesten de schapen weiden die geofferd werden in de tempel. Deze herders telden wél mee in de maatschappij en worden hier bedoeld.  
Herders spelen een grote rol in de Kerstgeschiedenis. Waarom? 
In Immánuël brengt Hij gemeenschap tot stand waar wij scheiding maken tussen rangen en standen. 
Ze representeren door alle tijden mensen die meer of minder aan de kant staan. Die zich zo eenzaam kunnen voelen. Maar ook zij die zich onterecht superieur kunnen voelen. 
Voor al die mensen heeft Gods liefde in Immánuël een grote voorkeur. De Heere trekt arme en eenzame herders die niet meetellen erbij. Juist zij horen erbij. 
Herders: ze mogen vooraan staan. Of ze nu bij de groep herders hoorden die niet meetelden of bij deze meer aanzienlijke groep. De Heere brengt rijk en arm samen in Immánuël.  
Als je een christen bent geworden door genade volg je graag het voorbeeld van Immánuël. 
Je zoekt eenzamen en armen op en trekt hen erbij. Je bidt: o Zoon maak mij Uw beeld gelijk.

De wijde wereld
In het Evangelie van Mattheüs komen we de wijzen uit het Oosten tegen (Mattheüs 2:1-12). 
Zij vertegenwoordigen de wijde wereld in letterlijke zin. Maar ook de wereld van de wijzen. 
Van de intelligentie. Van de hoogbegaafden. De wereld van het grote geld. 
Zij komen bij de geboren Kerstkoning en vereren Hem met hun geschenken. 
Ook die groep wordt uit hun eenzaamheid getrokken tot Immánuël. 
Ook de ‘wijze’ wereld moet tot bekering komen. Tot relatie worden gebracht met de Heere en met elkaar. Later zal Jezus zeggen: preekt het Evangelie aan alle creaturen (Markus 16:15). 
Dat gebeurt hier al aan de wijzen uit het Oosten. Zij zijn het begin van een ontelbare schare die de Heere Jezus zullen gaan kennen. 

De engelen
Ook engelen komen we tegen in de kerstnacht met hun proclamatie. Zij zijn de boodschappers, de grensboden tussen de hemel en de aarde. Zij representeren de hemel en de aarde.   
Zij zeggen als eersten dat hemel en aarde door Immánuël weer zijn verbonden. 
Dat God door Hem gemeenschap geeft en relaties herstelt. 
De engelen tussen hemel en aarde spreken tot Gods eer. Iets wat wij niet meer kunnen vanuit onszelf. Gods kinderen leren hier wel de grondtonen. Al is het met vallen en opstaan. 
De engelen hebben het over het ‘welbehagen’ van God. D.w.z. dat Gods plan om mensen te redden door Immánuël door zal gaan. 
Engelen wijzen er ons ook op dat er meer is dan dit aardse. Dat we de dingen moeten zoeken die Boven zijn waar Christus is. Met andere woorden: dat we ‘los’ moeten komen van deze wereld met alle glitter. Dat we de relatie met de Heere en met elkaar moeten zoeken. 

Climax
Als je al deze dingen overdenkt dan is Kerstfeest bij uitstek het feest van de liefde. Van de verbinding. De Heere God heeft het initiatief genomen. Hij stuurde, zonder dat daar iemand naar vroeg, de Heere Jezus naar de aarde. Daarom moesten Jozef en Maria op reis naar Bethlehem. 
Bethlehem betekent broodhuis. Daar zal het Brood des levens, de Heere Jezus geboren worden. Waarom? Omdat de mens daarvan zal eten (= in Hem geloven) en niet zal sterven. Maar het eeuwige leven ontvangen (Johannes 6:50). 
Iedereen die van dit Brood eet, heeft gemeenschap met Hem en met elkaar. 
Eten met elkaar geeft gemeenschap. Geeft een band met elkaar. 
Geestelijk eten, geloven, geeft gééstelijke gemeenschap. Iedereen die dit kent, wordt steeds meer verwonderd over Immánuël. Zij kunnen het niet kleinkrijgen: God met ons. Met mij die Hem tegenstond. Voor hen is en wordt Kerstfeest bij uitstek Christus-feest. 
Immánuël zegt: ‘Ik ben het levende Brood Dat uit de hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven’ (Johannes 6:51). 
Kerstfeest preekt ons dat dit Brood voor het oprapen ligt. Daarvoor moeten we wel door de knieën. Bid: geef mij handen om dit Brood op te rapen. Zo leer je door het geloof te eten en te leven.