Het laatste gebed - Openbaring 22:20

Samenvatting toespraak dinsdag oudjaar 31-12-19. Voorganger: evangelist Johan Krijgsman. 
Telefoon 020-6227742; mobiel: 06-83571391. Amsterdam@bijbelcentrum.nl  www.bijsimondelooier.nl
Thema van de toespraak: ‘Het laatste gebed’ n.a.v. Openbaring 22:20

Oudjaar
Vandaag is het oudjaar. Als we terugkijken is het ongelooflijk hoe snel een jaar voorbij gaat. 
We zeggen wel eens: het vliegt voorbij. Voor ons is dat ook zo. 
Toch zegt de Bijbel het anders. In de oudejaarspsalm, psalm negentig, staat dat wij ‘vliegen’. 
Met andere woorden: ons leven is een zucht. Het is voorbij voordat je het weet. 
De praktijk bevestigt dat dag aan dag. 
In het afgelopen jaar is er veel gebeurd. Vluchtelingen en aanslagen waren de belangrijkste dingen die de nieuwsmedia bezighielden.  
Op het godsdienstige vlak is er ook veel gebeurd. Kerken zijn gesloten. Anderen hebben afscheid genomen van de kerk. Weer anderen hebben ruzie gekregen in de kerk. 
Ondanks alles gaat de Heere door met Zijn kerk. Ook onder onze jongeren. Laten we dat niet vergeten. In elke kerk wordt gebeden voor het wereldgebeuren, maar ook voor de jongeren.
Er wordt in de kerk heel veel afgebeden. Eens zullen alle gebeden stoppen. 
Dat is aan het eind van de tijd, als de Heere Jezus terugkomt. 
Ook in de Bijbel staan vele gebeden. De laatste lezen we in Openbaring 22 nummer 20. 
Het is een kort en krachtig gebed. Het is een gebed van vier woorden: Ja, kom, Heere Jezus! 
Op deze oudejaarsdag denken we er met elkaar over na. We kijken eerst nog even terug.

Terugzien
Oudjaar maakt ons vaak weemoedig. Alles wat geweest is, komt nooit meer terug. 
We zien op oudjaar vaak terug naar dat wat geweest is.
We zien terug naar hen die ons ontvallen zijn. Wat kan dat een herinneringen oproepen. 
De gedachte dat we ze nooit meer zien op aarde is heel onwezenlijk. Het is zo ongrijpbaar.
Wie kijken terug op ons werk als we dat hebben. Wat kan ook daar veel mis zijn gegaan. 
We kijken terug op het wereldgebeuren. Angst en onzekerheid kunnen ons dan aangrijpen. 
Een echte christen mag weten dat Vader alles bestuurt volgens Zijn plan. Niets loopt Hem uit de hand. Ze mogen ondanks alles weten in goede handen te zijn. Ook al is er soms veel geloofsstrijd en geloofstwijfel. Ze liggen vast in de handen van de Goede Herder Jezus. 

Als het goed is zien we ook terug op onze zonden. Vaak zijn die zonden onherstelbaar. 
Dat levert schuld op. De gedachte daaraan kan ons op oudjaar verschrikken en bedroefd maken. 
Het terugzien op onze zonden moet ons brengen bij Christus. Hij, Die gekomen is om zondaren zalig te maken. Zondaren te redden. Bij Hem, Die hier zegt: Ik kom haastig. Ik kom snel. 
Zijn wederkomst is daarmee aangekondigd. Elk oudjaar is daarvan een stille preek op zich. 
Met deze woorden wordt Zijn laatste komst aangekondigd.

Jezus’ komst
Na de zonde in het Paradijs – de relatiebreuk tussen God en mens – kwam Hij al. 
Hij kwam naar Adam en riep hem (Genesis 3:9). Wat een genade. Wij liepen weg en Hij liep ons na. 
Daarna is Hij steeds gekomen om mensen te redden. Dan hier en dan daar. 
Denk bijvoorbeeld aan Kerst. Daar is de hoge God in Jezus naar de aarde gekomen. 
Bijna niemand vroeg daarnaar. Toch is Hij gekomen. Gekomen om reddeloze mensen te redden van de gedachte dat ze geen redding nodig hebben. 
Het is net als met een baby. Als die in het water valt, heeft die baby geen besef gered te moeten worden. ‘Rustig’ ligt zo’n baby in het water en verdrinkt. 
Zo is het met ons vanuit onszelf. Wij liggen in het water van de verlorenheid. We drijven ‘rustig’ rond totdat we verdrinken. 
Met Kerst herdachten we dat Jezus naast ons is gekomen in het water van de verlorenheid. 
Hij maakte uit liefde die sprong in dat water. Ondanks dat spartelt iedereen tegen om gered te worden uit dat water. Jezus moet ons in de ‘houdgreep’ van Zijn liefde nemen. Zo worden mensen gered.
Misschien is het gebeurd in het afgelopen jaar. Je weet ervan af. In Zijn liefdesarmen ben je veilig. 
Je kijkt met verwondering en dankbaarheid terug op oudjaar.
Sinds de Hemelvaart van Jezus is het wachten op Zijn laatste komst. Zijn wederkomst als Redder van de Zijnen en als rechter van Zijn vijanden. 
Aan het eind van dit jaar klinkt Zijn oproep: bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen (Mattheüs 3:2). Die oproep is ook Zijn komst tot jou. Misschien de laatste keer. 
Wie zegt ons dat we morgen op nieuwjaarsdag nog leven? 

Vooruitzien
Op Zijn belofte om te komen (Openb. 22:20a), klinkt het gebed om Zijn kómst (Openb. 22:20b). 
Belofte en gebed om de vervulling van de belofte, gaan samen. 
Ja, kom, Heere Jezus! Dit laatste gebed in de Bijbel en op oudjaar, bidden al Gods kinderen.
Ze kunnen het niet laten als het goed is. De Heilige Geest geeft die drang om dit te bidden. 
Ze zien uit naar Zijn komst. Ze bidden: Kom!
Gods kinderen zien wat dit betreft niet terug, maar vooruit. Daar ligt de eeuwige toekomst. 
Die toekomst is gewaarborgd door de Borg Jezus. Veiliger kan niet. 
Ze zien ook niet op zichzelf, op hun zonden. Ze zien op Christus, Die hun zonden verzoend heeft.
Zij tellen de jaren niet op, maar ze tellen de jaren af. 
Daarom kunnen ze op oudejaarsdag wel eens blij zijn. Dan is er weer een jaar voorbij. Dan zijn ze weer een jaar dichter bij hun ‘hemelvaart’.
Een jaar dichter bij hun sterven. Dat wil niet zeggen dat ze nooit tegen dat sterven opzien. 
De Bijbel zegt dat de dood de laatste vijand is. Je moet maar niet meedoen met die mensen die gemakkelijk over de dood spreken. 
Toch, als Gods kinderen op de juiste toonhoogte zijn, is oudejaarsavond geen somber terugzien. 
Wel een verwachtingsvol vooruitzien. Uitzien naar Zijn wederkomst.
Met oudjaar is dat weer een jaar dichterbij gekomen.
Kunnen ook wij zo vooruitzien op oudjaar? Als dat zo is: vertrouw geheel op de Heere Jezus.
We eindigen deze  laatste toespraak van dit jaar met de laatste tekst uit de Bijbel.
‘De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen’ Amen.