Christus tegenover satan - Lukas 22:31-32. 

Samenvatting toespraak zondagmorgen 15-3-2020. Voorganger: evangelist Johan Krijgsman. 
Telefoon 020-6227742; mobiel: 06-83571391. Amsterdam@bijbelcentrum.nl  www.bijsimondelooier.nl
Thema van de toespraak: ‘Christus tegenover satan’ n.a.v. Lukas 22:31-32. 

Eén is er altijd actief. Hij heeft nooit vakantie. Daarnaast is hij de bekwaamste psycholoog. Hij kent de mensen door en door. Door middel van reclame weet hij goed op de gevoelens van mensen in te spelen. Je mag van hem ook best godsdienstig zijn. Wat voor godsdienst dat dan ook is. Als het maar niet een godsdienst is waar het alleen over Christus gaat. Waar de mens met al zijn godsdienstige verrichtingen niet meetelt. Dan wordt hij woedend. Dan kan het zelfs zijn dat hij meegaat naar de kerk. Hij probeert mensen vooral daar te beïnvloeden. Hij wil maar één ding: mensen van Christus afhouden en hen die in Christus geloven, weer van Christus afbrengen. Je raadt al wie dit is, het is satan. Hij is zelfs in de Paaszaal aanwezig. Heel dicht bij Christus en Zijn discipelen. Hoe bestaat het. 

We moeten maar nooit denken dat we buiten het bereik van satan zijn. 
Er zijn mensen die zijn bestaan ontkennen. Wat dom is dat. Een eeuwige straf in de hel? Wat een sprookje. Hij heeft niets liever dan dat je zo praat. Daardoor geef je juist aan dat je helemaal in zijn macht bent. Anderen zeggen: de satan? Daar heb ik geen last meer van. Hij is door Jezus overwonnen. Dat laatste is waar, maar juist Gods kinderen hebben vaak nog zo’n last van satan. Laten we maar eens in de Paaszaal gaan kijken waar de Heere Jezus met Zijn discipelen zit.

De Heere Jezus richt Zich tot Petrus. Hij noemt Petrus bij zijn oude naam: ‘Simon, Simon, zie’. (vs.31).
Simon, Simon, dat is dubbelop. Met andere woorden: wat Ik je nu ga zeggen is zeer belangrijk. 
Wees gewaarschuwd. Als extra wordt eraan toegevoegd: zie. Waarom zegt de Heere niet: Petrus? 
Petrus is toch zijn nieuwe naam? Deze naam heeft hij toch zelf gekregen van Jezus? (Johannes 1:43). Petrus betekent toch steenrots? Dat is het juist. Hier hadden alle alarmbellen moeten gaan rinkelen voor Petrus. Zijn oude naam wordt genoemd om Petrus wakker te schudden. Als Petrus Petrus mag zijn, dan is hij dat alleen door genade. Zonder de Heere is Petrus niets. Dan is hij weer Simon. 
Tot alle boosheid geneigd. Aan zichzelf niet toevertrouwd en de gevaarlijkste van alle mensen.   

Misschien herken je er iets van. Je hebt jezelf door de genade van de Heilige Geest leren kennen als de ‘gevaarlijkste van alle mensen’. Niet dat je dat in praktijk bracht, maar je nam jezelf zo waar. Daartegenover stelde de Heere Zijn genade in de Heere Jezus. Hij gaf je dat. Toen was er geen vuiltje aan de lucht. Je kon de hele wereld aan. Je hart ging steeds naar Hem uit. Wat een rijk leven. 
Zo is het niet gebleven. De verzoekingen kwamen weer langzamerhand om de hoek kijken. Voordat je het wist, ging het weer fout. Je kon jezelf geen naam meer geven. Als een ‘arme’ zondaar smeekte je opnieuw om de genade van de Heere Jezus. Opnieuw ontfermde Hij Zich over jou. Wat een wonder! Nu kom je er meer en meer achter dat het alleen Zijn trouw is die jou vasthoudt.

Hoe vergaat het Petrus? De Heere waarschuwt hem dat de satan hem zeer begeerd heeft (vs.31). 
De begeerte van de satan is altijd gericht op de blijvende ondergang van de mens. Zul je het onthouden? Deze begeerte staat lijnrecht tegenover de begeerte van de Heere. Hij wil de ondergang van de mens niet. Hij zoekt ons behoud. De Bijbel staat er vol van. Lees dáárom alleen al de Bijbel.   
Over het hoofd van Petrus waarschuwt de Heere álle discipelen. Er staat: ulieden. Dus meervoud. 

In de oorspronkelijke taal staat voor begeren een woord dat ‘opeisen’, ‘zeer gezocht’ betekent. 
Wat wil de satan dan? Hij wil Petrus zeer ziften als de tarwe. Dus zeer schudden als de tarwe. 
Dat kennen wij niet meer met onze automatisering. Vroeger gebeurde dat wel. De tarwe deden ze in een zeef. Daartussen zat ook onkruid en allerlei ander afval dat er uit moest. Daarom werd de zeef een paar keer met kracht heen en weer geschud. Het koren moest van de rest gescheiden worden. De bedoeling was dat er alleen koren overbleef. Het kaf werd weggeblazen door de wind. 
De satan wil maar één ding: dat Petrus ‘kind van God af’ wordt. Domme satan. Wie eenmaal een kind van God is, blijft dat altijd. Waarom? Omdat Gods kinderen zulke helden zijn? Nee, alleen omdat de Heere Zijn kinderen vasthoudt. Hij houdt ze vast vanuit Zijn eeuwige liefde.

De Heere brengt Zijn kinderen wel eens op de ‘zeef’. 
Hij doet dat om Zijn kinderen des te meer van hun eigen zwakheid te doordringen. Dit is leerzaam.
De Heere geeft de satan ook wel eens toestemming om Zijn kinderen te beproeven en te verzoeken. Denk aan Job. Daarmee heeft Hij Zijn wijze bedoelingen. Elk kind van God weet hiervan. Als je nooit wordt aangevochten en bestreden is dat een slecht teken. 
Toch zal de echte tarwe, Zijn kinderen, in Zijn schuur – in de hemel – verzameld worden. Waarom?
Dat zegt de Heere tegen Petrus. Hij heeft voor hem gebeden (vs.32). Daar heb je het. 
Simon, al is de satan dan een grote macht, maar Ik heb voor je gebeden. De grote Ik-Ben. 
Als Zijn gebed er niet was, bleef Petrus nergens. Hij zegt niet: Ik bid voor jou. Ook niet: Ik zal voor je bidden. Nee, Ik héb voor je gebeden. Hij is Zijn kinderen al een eeuwigheid voor. 

Hij zegt niet: Ik heb gebeden of de satan je niet zal verzoeken. Ook niet dat de satan nooit meer vat op je zal hebben. Nee, Ik heb voor je gebeden of je gelóóf niet zal ophouden. Ik heb gebeden dat je geloof niet zal vergaan of uitgeblust wordt. 
Het gaat om het wáre geloof. Dat is het onderscheidingsteken. Dit is het geloof dat aan Christus verbindt. Dit geloof vindt niets meer in zichzelf, maar heeft alles in Christus. Dit geloof vindt in zichzelf de geestelijke dood. Ze zoeken het leven in Christus. Voor zulke mensen heeft Christus gebeden.

Heeft Christus ook voor jou gebeden? 
Veel mensen interesseert deze vraag niets. Anderen gaan ervan uit dat Christus voor alle mensen gebeden heeft. Iedereen wordt behouden, zeggen ze. Gelukkig zijn er ook nog mensen waarvoor dit wel een vraag is. Die durven bijna niet te geloven dat Christus voor hen gebeden heeft. Dat is te groot. Luister eens. Wie was Simon? Hij was zondaar. Waarom? Hij had een hoge dunk van zichzelf. Toch kon hij geen moment op eigen benen staan. Daartegenover dacht hij zelf zijn zaken wel in orde te maken. Hij dacht in eigen kracht de zonde en de duivel te overwinnen. De voorbede van Christus dacht hij niet direct nodig te hebben. Ondanks dat kon hij niet buiten Christus leven. 
Wat een tegenstellingen in het leven van Petrus. Wat moedgevend voor mensen die Petrus bij zichzelf herkennen. Simon moet onthouden dat de Heere voor hem gebeden heeft. Deze gebedenbron blijft stromen. Als dat niet waar was, zou geen mens behouden worden. 

Jezus geeft Petrus ook een opdracht. ‘Als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders’ (vs.32). Misschien vraag je: wat krijgen we nou? Petrus was toch al bekeerd? Dat is waar. Toch…
Er zijn mensen die zeggen: bekeerd ben ik al. Niet aanbellen. Nu leef ik een leven met de Heer. 
Van zonden heb ik bijna geen last meer. Als je zo praat is dat niet bijbels. 
Weet je wat een bekeerde gaat beleven? Die moet doorlopend bekeerd worden. Wat dat betekent? 
Je moet steeds weer terugkeren van je eigen weg en weer komen op Gods weg. Dit is een levenslang proces. Deze mensen belijden steeds: ‘Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten’ (Psalm 119:176). 

Bekeerde mensen krijgen wel een opdracht. 
Bekeerden moeten hun broeders versterken. Ze mogen zich niet in de wereld terugtrekken. 
Gods kinderen moeten hun broeders en zusters bemoedigen. Dan kijken ze niet laag neer op broeders en zusters die in de zonde zijn gevallen. Ze weten uit ervaring hoe diep ze zelf in de zonden kunnen vallen. Ze hebben zich toch leren kennen als de gevaarlijkste van alle mensen? Zo moeten ze al evangeliserend bezig zijn. Ze gaan mensen wijzen op Christus, Die voor zondaren de dood in ging. 
Die voor alle ‘Simons’ gebeden heeft. Christus Die voor de overtreders gebeden heeft (Jesaja 53:12). 

Mensen die aan Hem verbonden zijn door het ware geloof bidden: leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Ze kunnen zo’n last hebben van de boze buiten hen en in hen. 
Hoe leren ze overwinnen? Door het bloed van het Lam. Door het ware geloof in Christus. 
Dit geloof is nog te ontvangen. Hij werkt dat op een wonderlijke manier in de wedergeboorte. 
Deze wedergeboorte schenkt Hij door Woord en Geest. Begeef je daarom in het krachtenveld van de Heilige Geest. Luister naar het Woord en bid krachtig om de Geest. Amen.