Drieërlei toeschouwers op Golgotha - Lukas 23:35-37

Samenvatting toespraak zondagmorgen 29-3-2020. Voorganger: evangelist Johan Krijgsman. 
Telefoon 020-6227742; mobiel: 06-83571391. Amsterdam@bijbelcentrum.nl  www.bijsimondelooier.nl
Thema van de toespraak: ‘Drieërlei toeschouwers op Golgotha’ n.a.v. Lukas 23:35-37

De man van de straat.
Na het kruisverhoor van Zijn rechters wordt Jezus weggeleid om gekruisigd te worden. Veel mensen volgen Hem. Daaronder bevinden zich vrouwen die hun tranen de vrije loop laten. Luidkeels klagen ze over Hem. Zijn discipelen hebben Hem verlaten. Zijn vijanden hebben geroepen: kruist Hem. 
De soldaten gaan ruw met Hem om. Deze vrouwen hebben tenminste medelijden. Dit moet voor de Heere Jezus op dit moment weldadig aandoen. Toch reageert de Heere Jezus voor ons gevoel vreemd op het meeleven van deze vrouwen. Hij zegt tegen hen: huilt niet over Mij, maar huilt over jezelf en je kinderen. Het is de laatste korte preek van Jezus voordat Hij gekruisigd wordt. 

Terwijl Hij het Zelf zeer zwaar heeft, heeft Hij toch nog aandacht voor deze vrouwen. Dat is een wonder en een les. Jezus heeft aandacht voor mensen die alleen maar meelopen en toekijken. 
Die niets met de kerk hebben. Hij is bewogen met mensen die niet bewogen zijn met zichzelf. 
Wie medelijden met Hem heeft, kent Hem en zichzelf niet. Deze kruisweg gaat Hij immers vrijwillig en liefdevol. Daarom is alle medelijden uitgesloten. Deze vrouwen begrijpen niet dat Hij om de zonden deze weg moet gaat. Ze zien niet in dat onze zonden de weg tot God geblokkeerd hebben. 
Hij gaat aan het kruis Zijn leven geven om deze blokkade weer op te heffen.

Weet jij dat jouw zonden de weg tot God blokkeren? Daarover moet je huilen. De Heere zegt dat tegen deze vrouwen en ons (Klaagliederen 3:39). Deze tranen wil Jezus van deze vrouwen en ons zien. 

De stoet gaat naar Golgotha. Daar wordt Hij met twee moordenaars gekruisigd. 
Het is een drukte van belang bij de kruisen. Lukas zegt: het volk stond en zag het aan. 
Samenvattend noem ik deze mensen de man van de straat. Daar staat er één die een traan wegpinkt. Verderop staat iemand die blij is dat het eindelijk is afgelopen met deze Grootspreker. Daar staat een ander die het niet kan begrijpen dat het zo met Hem afloopt. Hij heeft toch zoveel wonderen gedaan. Wat een troostwoorden heeft Hij gesproken. En daar hangt Hij nu. Wat een tegenstelling! 

Hoe sta jij erbij? Een lied luidt: als ik in gedachten sta bij het kruis van Golgotha…Denk je medelijdend: hoe hebben ze het kunnen doen? Zo’n lieve Man. Dan ken je Hem en jezelf niet. 
Of sta je erbij met een spotlach? Dat is een ernstige zaak. Dan ben je innerlijk door en door verhard. Misschien sta je er wel heel godsdienstig bij en denk je: het is toch wat. 
Hoe hebben ze het kunnen doen. Zo’n rechtvaardige Man. Ook dan ken je Hem en jezelf niet. Misschien sta je er onverschillig bij en denk je: wat een onzin. Dat kan ik niet meemaken dat Iemand Zijn leven geeft aan het kruis voor een ander? Daar geloof ik niets van. 

Weet je voor wie Zijn kruisiging waarde krijgt? Voor hen die aan Zijn voeten terechtkomen en hun zonden belijden. Die beleven dat God de zonden niet ongestraft kan laten. Ondanks dat hunkeren ze naar de nabijheid van de Heere. Vanuit zichzelf lopen ze tegen een muur van onmogelijkheden. 
Wonderlijk als de Heilige Geest dan hun oog opent voor het kruisoffer van Christus. God de Vader heeft de zonden gestraft aan Zijn zondeloze Zoon. Door het geloof in Christus kan Hij ze daarom vergeven aan een ander. Alleen zo is er een relatie mogelijk met God. Dan ga je belijden: niet het offer dat ik breng, niet de tranen die ik pleng, schoon ik ganse nachten ween, kunnen redden, Gij alleen. Dan stá je er niet bij te kijken, maar kniél je in aanbidding voor Hem neer. 

De man van de kerk.
Er staan nog meer mensen bij het kruis. Ze zien er deftig uit. Je kunt wel zien dat het niet de man van de straat is. Lukas noemt ze de oversten. De evangelist Mattheüs noemt ze overpriesters, schriftgeleerden, ouderlingen en farizeeërs (Mattheüs 27:41). Het zijn de geestelijke leidsmannen van Israël. De voorgangers van die tijd. Ze zijn goed bekend met de Bijbel en toch weer niet. 
Ze kunnen goed weten dat Jezus de beloofde Messias was. Daar spreekt de Bijbel helder over. 
Maar Hij de beloofde Christus? Hij Die Zich inliet met allerlei mensen? Hij Die Zich zelfs het lot van hoeren en fraudeurs aantrok? Hij Die hun eerlijk de waarheid vertelde dat ze schijnheiligen waren? Nee, Hij kon onmogelijk de beloofde Messias zijn. Hem hadden ze zich heel anders voorgesteld. 

Nu Hij aan het kruis hangt valt hun fatsoenlijkheid weg. Voor iedereen hoorbaar spotten ze met Hem. Die deftige heren toch…Ze begrijpen niet dat dit hun innerlijke verdorvenheid en vijandschap etaleert. 
Spottend zeggen ze: anderen heeft Hij verlost. Dat weten ze goed. Ze hebben gezien hoe Hij mensen beter maakte en verloste van de zonde. Dat kunnen ze niet ontkennen. Ze zeggen: Anderen. 
Hun aard komt ook hier weer boven tafel. 


Het eigene van deze heren was dat ze altijd met anderen in negatieve zin bezig waren. Ze stonden hoog boven een ander. Dat ook zij verlost moeten worden van de zonden? Daar kwamen ze niet aan toe. Daar waren ze te goed voor. 
Ze gaan verder met hun gehoon. Als Hij echt de Christus is dan moet Hij dat nu bewijzen door van het kruis af te komen. De evangelist Markus zegt dat ze dan in Hem zullen geloven (Markus 15:32). 
Wat dwaas! Hieraan zie je dat zelfs voorgangers heel dwaas kunnen reageren. 
Wat een verzoeking voor de Heere Jezus is dit. Als Hij nu van het kruis afkomt, kan er nooit iemand verlost worden. Heel het verlossingswerk zou dan in stukken vallen. Dat weet de satan en daarom misbruikt hij de voorgangers met deze verzoeking. 
Uit liefde tot Zijn kinderen geeft Hij geen gehoor aan deze verzoeking. Hij wilde deze kruisweg gaan om hen te verlossen. Er was geen andere oplossing. Daarom liet Hij Zich bespotten en ging Hij de dood in. Zijn Vader eiste dat de zonde betaald werd. Dat was alleen maar mogelijk doordat Hij Zichzelf opofferde aan het kruis. Hier heb je liefde tegenover haat en spot.

Omdat Hij de Christus is kán Hij wel van het kruis afkomen. Met één slag kan Hij dan al Zijn bespotters in de hel werpen. Wat een liefde dat Hij nu niet van het kruis afkomt. Hij geeft Zijn vijanden nog tijd zodat ze tot inkeer komen. Hij geeft jou ook nog de tijd zodat je tot bekering komt. 

De man van de strijd.
Er is nog een derde groep die spot met Jezus. Het zijn de krijgsknechten, de soldaten. De mannen van de strijd. We hebben in het proces tegen de Heere Jezus al meer van hen gehoord. 
Even hiervoor trokken ze Hem al spottend een purperen kleed aan en zetten een doornenkroon op Zijn hoofd. Al honend gaven ze Hem ook een paar klappen in Zijn gezicht (Johannes 19:2,3).

Nu Hij aan het kruis hangt bespotten ze Hem opnieuw. Uit zogenaamd medelijden bieden ze Hem zure wijn aan. Verder zeggen ze: als U nu werkelijk de Koning der Joden bent, bewijs dat dan door Uzelf te verlossen. Er staat toch immers boven Uw hoofd: ‘DEZE IS DE KONING DER JODEN’. 
De soldaten sluiten met deze spot naadloos aan bij de overpriesters, schriftgeleerden, ouderlingen en farizeeërs. Ook die hoonden Hem met dezelfde woorden. Als U nu werkelijk bent die U zegt, bewijs dat dan eens. Wat een verzoeking voor de Heere Jezus. Wat een liefde dat Hij aan deze verzoeking geen gehoor gaf. 

Er zit een les in voor alle ware christenen. Let op: alle wáre christenen. Wie zijn dat? Die échte volgelingen zijn geworden van Christus (Handelingen 11:26). Je gaat Zijn Naam belijden. 
Je offert je leven voor Hem op en bindt de strijd aan met de zonde en de duivel. Dan ben je een echte man of vrouw van de strijd. Van de goede strijd! Je zoekt dan ook zoveel mogelijk de eenheid met andere ware christenen. Dat is immers de wil van de Heere Jezus ( Johannes 17:11, 21 en 22). 
Als het goed is zijn ze één bij het kruis van hun Verlosser. Bij het kruis van Jezus vallen alle strijdbijlen die christenen soms tegen elkaar opheffen weg. Dan belasteren en bevechten ze elkaar niet meer, maar bewonderen Hem. Eén in liefde tot Hem.

Deze toeschouwers waren één in hun afwijzen van de Heere Jezus. Toch is er bij het kruis ook ‘een man van de strijd’ tot bekering gekomen. Het is een Romeinse officier die de leiding had over honderd soldaten. Nadat de Heere Jezus gestorven is, verheerlijkt hij God en zegt: ‘Waarlijk, deze Mens was rechtvaardig’. (Lukas 23:47). Deze officier, een heiden, krijgt geloof om hoger te zien dan de overpriesters, schriftgeleerden, farizeeërs en ouderlingen. Die zijn in hun spot verhard bij het kruis. Maar de officier heeft nagedacht. Hij mocht Christus met andere ogen gaan zien. ‘Geestelijke’ ogen.
Ben jij de Heere Jezus al met andere ogen gaan zien?  Is jouw natuurlijke vijandschap tegen Hem al gebroken door Zijn liefde? Weet je waar dat gebeurt? Als je als een schuldige zondaar aan de voet van het kruis knielt bij Hem. Vandaag is het nog Zijn uitnodigende liefde die je roept de strijd op te geven. Val Hem te voet en bespot Hem niet, maar bewonder Hem!