Bijbeluur 21-1-2024 : 'IK BEN ......Het Brood wat leven geeft' n.a.v. Joh. 6 : 48

 

IK BEN… Het Brood wat leven geeft

Exodus 3:13-15 

13 Toen zei Mozes tot God: Zie, wanneer ik kom tot de kinderen Israëls, en zeg tot hen: De God uwer vaderen heeft mij tot u gezonden; en zij mij zeggen: Hoe is Zijn naam? wat zal ik tot hen zeggen? 

14 En God zei tot Mozes: IK ZAL ZIJN, Die IK ZIJN ZAL! Ook zei Hij: Alzo zult gij tot de kinderen Israëls zeggen: IK ZAL ZIJN heeft mij tot u gezonden! 

15 Toen zei God verder tot Mozes: Aldus zult gij tot de kinderen Israëls zeggen: De HEERE, de God uwer vaderen, de God van Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob, heeft mij tot u gezonden; dat is Mijn Naam eeuwiglijk, en dat is Mijn gedachtenis van geslacht tot geslacht.

Johannes 6:32-36, 41-56

32 Jezus dan zei tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Mozes heeft u niet gegeven het brood uit den hemel; maar Mijn Vader geeft u dat ware Brood uit den hemel. 

33 Want het Brood Gods is Hij, Die uit de hemel nederdaalt, en Die de wereld het leven geeft. 

34 Zij zeiden dan tot Hem: Heere, geef ons altijd dit Brood. 

35 En Jezus zei tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten. 

36 Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook gezien hebt, en gij gelooft niet.

41 De Joden dan murmureerden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het Brood, Dat uit de hemel nedergedaald is. 

42 En zij zeiden: Is deze niet Jezus, de Zoon van Jozef, Wiens vader en moeder wij kennen? Hoe zegt Deze dan: Ik ben uit de hemel nedergedaald?

43 Jezus antwoordde dan, en zei tot hen: Murmureert niet onder elkander. 

44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. 

45 Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een iegelijk dan, die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij. 

46 Niet dat iemand de Vader gezien heeft, dan Die van God is; Deze heeft de Vader gezien. 

47 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven. 

48 Ik ben het Brood des levens. 

49 Uw vaders hebben het Manna gegeten in de woestijn, en zij zijn gestorven. 

50 Dit is het Brood, dat uit de hemel nederdaalt, opdat de mens daarvan ete, en niet sterve. 

51 Ik ben dat levende Brood, dat uit de hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld. 

52 De Joden dan streden onder elkander, zeggende: Hoe kan ons deze Zijn vlees te eten geven? 

53 Jezus dan zei tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Tenzij dat gij het vlees des Zoons des mensen eet, en Zijn bloed drinkt, zo hebt gij geen leven in uzelven. 

54 Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. 

55 Want Mijn vlees is waarlijk Spijs, en Mijn bloed is waarlijk Drank. 

56 Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die blijft in Mij, en Ik in hem.

Vragen:

  1. Heb je opmerkingen/vragen n.a.v. de toespraak over het thema ‘IK BEN… Het Brood wat leven geeft’ of over het Bijbelgedeelte?

  1. Lees nogmaals Johannes 6:36. Het spreekwoord zegt: Eerst zien en dan geloven.
  • Hoe kan dit? Wel Jezus zien en toch niet geloven?
  • Op welke manier gebeurt dit ook nu?

  1. Jezus laat in Johannes 6 steeds meer van Zichzelf zien. Het gaat van gewoon brood naar het eten van Zijn vlees en bloed.
  • Wat is de reden dat Jezus niet meteen ronduit zegt Wie Hij is en waarom mensen Hem nodig hebben?
  • Herken je dit in je eigen leven?

  1. Wat doe je met verlangens die opgewekt worden door het horen van Gods Woord?
  • Bekijk dit in de relatie met de woorden die Jezus zegt in Johannes 6:44