Bijbeluur 28-1-2024 : 'IK BEN ......de Deur' n.a.v. Ezech. 34 : 9 - 14 en Joh. 10 : 1 - 10

 

IK BEN… de Deur

Ezechiël 34:9-14 

9 Daarom, gij herders! hoort des HEEREN woord!

10 Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik wil aan de herders, en zal Mijn schapen van hun hand eisen, en zal ze van het weiden der schapen doen ophouden, zodat de herders zichzelven niet meer zullen weiden; en Ik zal Mijn schapen uit hun mond rukken, zodat zij hun niet meer tot spijze zullen zijn.

11 Want zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik, ja, Ik zal naar Mijn schapen vragen, en zal ze opzoeken.

12 Gelijk een herder zijn kudde opzoekt, ten dage als hij in het midden zijner verspreide schapen is, alzo zal Ik Mijn schapen opzoeken; en Ik zal ze redden uit al de plaatsen, waarhenen zij verstrooid zijn, ten dage der wolke en der donkerheid.

13 En Ik zal ze uitvoeren van de volken, en zal ze vergaderen uit de landen, en brengen ze in hun land; en Ik zal ze weiden op de bergen Israëls, bij de stromen en in alle bewoonbare plaatsen des lands.

14 Op een goede weide zal Ik ze weiden, en op de hoge bergen Israëls zal hun kooi zijn; aldaar zullen zij nederliggen in een goede kooi, en zullen weiden in een vette weide, op de bergen Israëls.

Afbeelding met boom, verven, plant, tekening

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

Johannes 10:1-10

1 Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die niet ingaat door de deur in den stal der schapen, maar van elders inklimt, die is een dief en moordenaar.

2 Maar die door de deur ingaat, is een herder der schapen.

3 Dezen doet de deurwachter open, en de schapen horen zijn stem; en hij roept zijn schapen bij name, en leidt ze uit.

4 En wanneer hij zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat hij voor hen heen; en de schapen volgen hem, overmits zij zijn stem kennen.

5 Maar een vreemde zullen zij geenszins volgen, maar zullen van hem vlieden; overmits zij de stem des vreemden niet kennen.

6 Deze gelijkenis zeide Jezus tot hen; maar zij verstonden niet, wat het was, dat Hij tot hen sprak.

7 Jezus dan zeide wederom tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen.

8 Allen, zovelen als er voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en moordenaars; maar de schapen hebben hen niet gehoord.

9 Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden.

10 De dief komt niet, dan opdat hij stele, en slachte, en verderve; Ik ben gekomen, opdat zij het leven hebben, en overvloed hebben.

Vragen:

  1. Heb je opmerkingen/vragen n.a.v. de toespraak over het thema ‘IK BEN… de Deur’ of over het Bijbelgedeelte?

  1. Wat leer je uit de metafoor van de uitspraak van Jezus: Ik ben de Deur?

  1. Er wordt wel gezegd dat iedere gelovige een andere weg kent tot God. Is er een kruispunt die iedere gelovige zal herkennen?
  • Zo ja, wat is dat?

  1. Jezus zegt dat de schapen Zijn stem herkennen.
  • Welke ‘stemmen’ vragen in onze tijd je aandacht en doen een beroep op je?
  • Hoe onderscheiden we de stem van God van andere ‘stemmen’ die een beroep op ons doen?
  • Hoe herkent een gelovige Gods stem? Kun je dit oefenen?

  1. Waaraan is een ‘valse’ herder in jouw omgeving te herkennen?
  • Zie ook Ezechiël 34: 10 en Johannes 10: 10.
  • Wat is het verschil met Jezus?