AAS

door Johan Krijgsman

Evangelisatiewerk blijft boeiend. Wat een verschillende mensen ontmoet je. Zo sprak ik een man op straat die niet meer geloofde. Het kwam er beslist uit. Reden? God had zijn hond niet beter gemaakt. Waarom moest dat lieve beest doodgaan? Ik heb er vaak de Heer om gesmeekt dat hij beter mocht worden. Hij liet hem doodgaan. Wat moet ik met zo’n Heer? Hij was boos. Wie herkent dit niet, boos zijn op de Heere? Op zo’n moment zoek je aansluiting bij zijn woorden. Je wijst op de oorzaak van het sterven van mens en dier. Hij luisterde. Toch, de Heer had mij hond beter moeten maken…Ik zal nooit meer gaan geloven.

Even verderop had ik een gesprek met een moeder van een jaar of 50. Of ze geloofde? Jawel, meneer. Ik ben weer gelovig geworden. Jaren geleden ben ik de wereld ingetrokken. Het is net als met de verloren zoon. Ik ben weer terug bij Vader! Daar heeft Hij voor gezorgd. Volgende week hoop ik openbare geloofsbelijdenis te doen. Terwijl ze dit zei, maakte ze een vreugdedansje wat niet ongemerkt bleef bij passanten. Van harte werd ik uitgenodigd om bij de dienst aanwezig te zijn. Ze straalde. Op zo’n moment is het niet moeilijk om door te praten. Wat een verschil. De één boos op de Heer omdat Hij z’n hond heeft laten doodgaan. De ander is blij in de Heere omdat ze door Hem is teruggebracht.

Die avond kreeg ik een mail van een studente uit een ander land. Ik heb u wel eens verteld hoe we met haar in contact zijn gekomen. Eerlijk vertelde ze hoe verdeeld haar hart is. Ze wil de wereld in, maar op de één of andere manier wordt ze tegengehouden. Hoe meer ze de Heere wil volgen, hoe meer schuld en zonden er boven komen. Haar hart hunkert naar Jezus en ondanks dat, ook die trek naar de wereld. Ze begrijpt er niet veel van. Hoe moet ze in Hem geloven, is haar levensvraag? Haar mail verwonderde mij. Ik maakte achter mijn laptop als het ware een ‘vreugdedansje’. 
Diezelfde maand ontmoette ik een andere studente. Door omstandigheden ging ze niet meer naar de kerk. Meegekomen met een vriendin naar de samenkomst, sprak het Woord haar aan. Ze loopt met veel vragen. Toch denkt ze erover weer naar de ‘kerk’ te komen. 

Wat wordt er getrokken aan onze jongeren (en ouderen). We leggen mensen niet de handen op. We laten het ‘overwinteren’ Toch hoop ik veel jongeren en ouderen te ontmoeten als deze jongeren. Dan ben je bezig met de kern van het werk. Dan valt veel weg waar we ons zo druk om kunnen maken. Zo leer je relativeren. 

Evangelisatiewerk blijft boeien. Laten we het ook in dit nieuwe seizoen ter hand nemen door veel gebruik te maken van AAS. Aardig zijn; Aandacht voor mensen en hen Serieus nemen. Vooral dat laatste is belangrijk. Dit ‘aas’ mag ook niet ten koste gaan van de waarheid. De Heere zal ervoor zorgen dat door dit ‘aas’ mensenvissen gevangen worden. En Hij zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal u vissers der mensen maken (Matth. 4:19).