Bijbeluur 28 november 2021 - Laatste oordeel

 

2 Thessalonicenzen 1: 3-12

3 Wij moeten God te allen tijd danken over u, broeders, gelijk billijk is, omdat uw geloof zeer wast, en dat de liefde eens iegelijken van u allen jegens elkander overvloedig wordt;

4 Alzo dat wij zelven van u roemen in de Gemeenten Gods, over uw lijdzaamheid en geloof in al uw vervolgingen en verdrukkingen, die gij verdraagt;

5 Een bewijs van Gods rechtvaardig oordeel, opdat gij waardig geacht wordt het Koninkrijk Gods, voor hetwelk gij ook lijdt;

6 Alzo het recht is bij God verdrukking te vergelden dengenen, die u verdrukken;

7 En u, die verdrukt wordt, verkwikking met ons, in de openbaring van den Heere Jezus van den hemel met de engelen Zijner kracht;

8 Met vlammend vuur wraak doende over degenen, die God niet kennen, en over degenen, die het Evangelie van onzen Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn.

9 Dewelken zullen tot straf lijden het eeuwig verderf, van het aangezicht des Heeren, en van de heerlijkheid Zijner sterkte,

10 Wanneer Hij zal gekomen zijn, om verheerlijkt te worden in Zijn heiligen, en wonderbaar te worden in allen, die geloven (overmits onze getuigenis onder u is geloofd geworden) in dien dag.

11 Waarom wij ook altijd bidden voor u, dat onze God u waardig achte der roeping, en vervulle al het welbehagen Zijner goedigheid, en het werk des geloofs met kracht.

12 Opdat de Naam van onzen Heere Jezus Christus verheerlijkt worde in u, en gij in Hem, naar de genade van onzen God en den Heere Jezus Christus.

Openbaring 20: 11-15

11 En ik zag een groten witten troon, en Dengene, Die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvloden, en geen plaats is voor die gevonden.

12 En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken.

13 En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken.

14 En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood.

15 En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in den poel des vuurs.

Vragen:

  1. Heb je opmerkingen/vragen n.a.v. de toespraak over het thema ‘Laatste oordeel’ of over het Bijbelgedeelte?

  1. Waarom denk je dat God het oordeel aan Zijn Zoon Jezus heeft gegeven? (Johannes 5:22 ‘Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel de Zoon gegeven’.)

  1. Vaak wordt gedacht dat, als de hel bestaat, het een louteringsperiode zal zijn en mensen uiteindelijk tóch allemaal genade krijgen. Wat vind je van deze gedachte als je 2 Thessalonicenzen 1:8,9 leest?

  1. Wordt je in het laatste oordeel geoordeeld op grond van je werken of op grond van je geloof?
  • Is er verbinding tussen beide? Waarom wel/niet?