De dagen van Noach - Genesis 6,7 en Mattheüs 24:37-42

Samenvatting toespraak zondagmorgen 2-8-2020. Voorganger: evangelist Johan Krijgsman.

Mobiel: 06-83571391.

Thema van de toespraak: ‘De dagen van Noach’ n.a.v. Genesis 6,7 en Mattheüs 24:37-42

‘Nieuwe zoektocht naar ark van Noach start eind dit jaar’, aldus een krant.

Het artikel gaat als volgt verder: ‘Is het verhaal over de Ark van Noach een mythe of de waarheid? Wetenschappers gaan dit najaar de houten constructie op de berg Ararat in Turkije onderzoeken. Deze constructie werd gevonden dankzij satellietbeelden.

De evangelische onderzoekers meldden dat zij 99% zeker zijn dat het echt de Ark van Noach is. Verschillende wetenschappers hebben de houten constructie onderzocht.

Er zijn mogelijk voedselresten aangetroffen en kleine deurtjes. Er zijn ruimten gevonden die lijken op stallen. Er ligt een balk met acht pinnen met vierkanten koppen, waarschijnlijk bedoeld om dieren aan vast te binden’.

De ark

Wat is er toch met die ark van Noach? Waarom trekt zo’n geschiedenis van zo’n 2400 jaar voor Christus steeds weer de aandacht? Het is nu tenslotte toch duizenden jaren geleden dat die zondvloed kwam? Die watervloed die de hele wereld, als straf op de zonde, in een zee veranderde.  

Met de zondvloed heeft de ark tenslotte alles te maken. En de zondvloed met de zonden.

Heeft het nog wel zin daar vandaag bij stil te staan? Wij met onze moderne technieken.

Is zo’n geschiedenis niet definitief voorbij?

Nee! Het opmerkelijke is dat deze oude geschiedenis door Jezus is aangehaald. En in de aardse tijd van Jezus was die geschiedenis ook al heel lang geleden. Maar Jezus maakte deze geschiedenis weer actueel. Dat moet ons wat te zeggen hebben. Wij die zo’n tweeduizend jaar na Christus leven.

Laatste dag van de wereld

Jezus haalde deze geschiedenis aan met het oog op de laatste dag van de wereld.

En de laatste dag van de wereld is actueel. Vaak hoor je dat mensen bij een ernstige gebeurtenis zeggen: ik dacht dat de wereld verging. Zelfs de meest verharde atheïst zegt dit.

In onze tijd met vluchtelingen, morele verwording, ziekten etc. zeggen seculieren: dit kan niet doorgaan. Er wordt zelfs gezegd dat de alles beslissende derde wereldoorlog al begonnen is. 

Hoe komt dit toch? Mensen hebben een ingebouwd zendertje dat ons vertelt dat het niet goed gaat. De Bijbel vertelt ons haarfijn dat we zo’n zendertje hebben. Dat is het ‘ingeschapen Godsbesef’.

Nauw aan dit zendertje verbonden is ons geweten. Dat waarschuwende stemmetje vanbinnen.

Het punt is dat wij dat zendertje gecrasht hebben.

Adam, onze eerste voorvader, was de eerste en wij hebben dat van hem overgenomen.

Dat zendertje staat nu op van alles afgestemd, maar niet meer op God. Toch gebruikt de Heere dat zendertje soms om ons te waarschuwen. Bijvoorbeeld dat het niet goed gaat in de wereld en je leven. Ook al overschreeuwen en ontkennen we die stem.

De Heere Jezus waarschuwde in Zijn tijd ook. In het stukje dat we gelezen hebben verwees Hij naar Noach, de man van de ark.

Noach, zijn naam betekent rust of vertroosting. Hij had het goed in zijn tijd. Hij wandelde met God. Met andere woorden: hij leefde met de Heere. Hij was echt een uitzondering in zijn tijd. Je zou kunnen zeggen: een zonderling figuur. Maar dat niet alleen. Noach is ook een toekomstfiguur.   

Noach, de toekomstfiguur

Jezus waarschuwt de mensen in Zijn tijd ernstig voor het vergaan van de wereld (Mattheüs 24:36-51).

In dat verband haalt Hij ook Noach aan. Hij zet Noach zelfs neer als toekomstfiguur.

Een voorteken van hoe het zal zijn vlak voor de dagen dat Jezus terugkomt.

Voor het einde van alle dingen.

Christus zegt: ‘Gelijk de dagen van Noach waren, alzo zal ook zijn de toekomst van de Zoon des mensen’. Zoals het dus in het grijze verleden was, zo zal het zijn in het licht van de toekomst.

De tijd vlak voordat Jezus terugkomt, zal veel lijken op de tijd voor de zondvloed.

De Heere Jezus geeft dus een terugblik en een vooruitblik. Deze historie van Noach is dus profetie.

Hoe waren de dagen van Noach?

De Heere Jezus geeft daar Zelf een antwoord op. Heel kort en zakelijk. De mensen in Noachs tijd aten en dronken, ze trouwden. Op zich geen verkeerde dingen. Maar weet je Wie erin gemist wordt? 

De Heere. Ze deden alles zonder de Heere God. Ze dachten het allemaal zelf in de hand te hebben. God hadden ze uit hun leven gebannen. Daar hadden ze geen boodschap meer aan.

Ook was in die tijd de ‘aarde vervuld met wrevel’ (Genesis 6:11). Dit betekent vervuld met alle boosheid en geweld die maar denkbaar zijn. Men gunde elkaar het licht niet in de ogen.

Het eigen ‘ik’ vierde hoogtijdagen. Men leefde voor zichzelf en voor het hier en nu.

Er was een grote gezagscrisis. De zedeloosheid was tot ongekende hoogte gekomen.

De bijbelse liefde was zo goed als verdwenen. Er was vrijwel niets meer dan platte vulgaire ‘liefde’. Liquidaties waren bijna aan de orde van de dag. Kortom: er was een grote verloedering gaande.

Leg Noachs tijd eens naast onze tijd. Je moet wel blind zijn als je niet de grote overeenkomsten ziet.  

Noach krijgt genade

Als schril contrast in zijn tijd, staat Noach daartegenover.

Er staat niet voor niets dat Noach met God wandelde, met God leefde (Genesis 6:9).

Dat had Noach niet aan zichzelf te danken, maar aan de Heere. Noach vond genade in de ogen van de HEERE (Genesis 6:8). Wat betekent dat? Noach kreeg gratie van de Heere.

Alleen misdadigers krijgen gratie. We kennen dat wel. Een ter dood veroordeelde krijgt gratie.

Dit betekent dat zelfs Noach in de ‘ogen’ van de Heere een misdadiger was.

Een ter dood veroordeelde. Ook hij had zonden. Al was het alleen maar de zonde van Adam die Noach meedroeg. We noemen dit de erfzonde.

Als de Heere Noach zelfs zo zag, hoe is het dan met jou en mij?

De Heere, als de Rechtvaardige, ziet elk mens als een misdadiger. Op het kleinste vergrijp tegen Zijn heilige wet, staat de doodstraf.

Vanuit onszelf hebben wij daar geen idee van. Dat besef wordt levend als de Heilige Geest ons Gods rechtvaardigheid leert vanuit de Bijbel.

Het is duidelijk dat we zonder de genade van Hem voor eeuwig verloren gaan.

Of je het gelooft of niet, maar Jezus zegt dit. (Johannes 3:36). Zijn Woord heeft het laatste woord.

De Heere kon Noach en kan ons alleen maar gratie geven om Jezus’ wil. Hij heeft de straf op de zonde gedragen voor al Zijn kinderen. Zorg dan dat je een kind van de Heere wordt als je dat nog niet bent. Bekeer je nu tot Hem en geloof in Hem.

Waken

Het Bijbelgedeelte dat we gelezen hebben in Mattheüs eindigt met een ernstige oproep.

De Heere Jezus zegt dat we waakzaam moeten zijn. Het oorspronkelijke werkwoord dat hier gebruikt wordt betekent wakker zijn, niet slapen. Maar ook waakzaam zijn, opletten.

Waken, dit deden de mensen in Noachs dagen niet. Dit doen wij in onze dagen ook niet vanuit onszelf. Al staat dan nu de hele wereld in brand, maar waken doen we niet.

We slapen, ook al zijn we klaarwakker. We slapen de ‘geestelijke dood’. Vanuit onszelf hebben we geen oog voor Gods naderende eindafrekening. We slapen rustig door. Op z’n hoogst denken we dat het wel mee zal vallen als Jezus terugkomt. Ik heb tenslotte goed m’n best gedaan…

De duivel fascineert ons met van alles en nog wat. Eén ding wil hij niet: dat je tot Jezus komt door het gebed. Dat je voor Hem je schuld belijdt. Hij weet dat er vergeving is bij Jezus door Zijn offer aan het kruis. Hij weet dat Jezus’ Woord waar is dat Hij barmhartig is. Die barmhartigheid is met geen pen te beschrijven. Daarom roept Hij je nu nog op om te waken. Wakker te zijn. Laat je niet benevelen.

Hij komt spoedig terug.

Als je door bekering wakker bent gemaakt, wandel je net als Noach met God. Als je wandelt, kun je niet slapen. Dan waak je in Christus’ kracht tegen de zonden. Die ga je te lijf zoals een brandweerman een vuurhaard te lijf gaat. Dan zie je, als het goed is, uit naar Zijn terugkomst en toekomst.

Nu geldt: ‘Ontwaak, u die slaapt en sta op uit de doden en Christus zal over u lichten’ (Efeze 5:14).