Houd je van de Heere Jezus? n.a.v. Johannes 21: 15 - 17

 

Samenvatting toespraak zondag 16-4-2023. Thema: ‘Houd je van de Heere Jezus?’ n.a.v. Johannes 21:15-17

Voorganger: evangelist Johan Krijgsman; M:0683571391.

Er wordt wel eens gezegd dat de liefde niet van één kant kan komen. Als het over menselijke liefde gaat, is dit waar. Maar als het over de goddelijke liefde gaat, is dit niet waar. Deze liefde komt van één kant. God is altijd de Eerste, Die liefheeft. Als Hij Zijn liefde in ons innerlijk geeft, krijgen wij vandaar uit Hem lief. Hij knoopt de eerste banden aan.

Na een gestoorde verhouding is Hij altijd weer de Eerste. Hij zoekt Zijn kinderen dan op en wekt de liefde weer opnieuw op. In het leven van de apostel Petrus is dit duidelijk te zien. Driemaal heeft hij gezegd dat hij Jezus niet kende. Hij heeft Hem verloochend. Het is de Heere Die Petrus opzoekt en hem driemaal een indringende vraag stelt. 

De Heere heeft hem al eerder onder vier ogen gesproken. Wat daar besproken is, wordt niet in de Bijbel vermeld. Dit is zo’n teer gesprek geweest.

Zo kan het nog gaan als de Heere ons persoonlijk opzoekt, ons bekeert. Daar is niemand bij. Dan zul je iets van het wonder ervaren, dat het God is Die jou opzocht. Je leert belijden: als U mij niet had opgezocht, had ik zelf mijn eigen leven blijven gaan.

Aan de zee van Tiberias wordt Petrus opnieuw opgezocht door de Heere. De andere discipelen zijn er nu bij. Petrus wordt zichtbaar en hoorbaar in zijn ambt hersteld.

De discipelen en Jezus hebben net de lunch op. Ineens richt de Heere Jezus Zich tot Petrus. Een korte indringende vraag volgt: ‘Simon, zoon van Jona, hebt je Mij meer lief, dan de andere discipelen Mij liefhebben?’ Het is alsof de Heere zegt: ‘Vroeger wilde je je zo graag met anderen vergelijken en toen vond je jezelf altijd beter. Durf je je nu nog met anderen te vergelijken?’ Hij zegt: ‘Ja Heere, Gij weet dat ik van U houd’.

In de oorspronkelijke taal blijkt dat Petrus een ander woord voor liefhebben gebruikt dan Jezus.

Hij durft niet hetzelfde woord te gebruiken dat Jezus gebruikt. De Heere gebruikt een sterk woord voor liefde. Liefhebben, dat doet God. Hij heeft de wereld liefgehad. Dit woord voor liefde durft Petrus niet te gebruiken. Petrus gebruikt hier een meer menselijk woord. Een zwakker woord: ik voel me aan U verbonden. Ik voel me tot U aangetrokken. Ik houd van U.  

Persoonlijk

Mag jij dat al zeggen? Als dat zo is, weet je ook waarom dat zo is. God werd werkelijkheid in je leven. Hoe dat allemaal in z’n werk ging, kun je geen naam geven. Maar leven en dood, zonde en schuld werden werkelijkheden in je leven. Hoe het verder moet, weet je niet. Eén ding ervaar je: er is een aantrekkingskracht gekomen op Jezus.  

Christus geeft Petrus een opdracht: ‘Weid Mijn lammeren’. Het werkwoord weiden betekent: laat Mijn kinderen grazen op de ‘rijke akker’ van Mijn Woord. Sta ze niet tegen.

Na alles wat er gebeurd is, is het wonderlijk dat Petrus deze opdracht krijgt. Petrus weet nu wat het is om nederig te zijn. Hij heeft geen grote woorden meer. Met zijn hoogmoedige natuur staat hij nu niemand meer in de weg. Vandaar de opdracht: laat Mijn kinderen weiden op de akker van Mijn Woord. Sta ze niet tegen met je grote woorden. Je mag en moet ze zelfs onderwijzen. 

‘Lammeren’ dat zijn mensen die de Heere nog maar kort kennen. Dat zijn de eerst-bekeerden.

Zij haten alles wat tegen God ingaat. Ze hebben alles lief wat God verheerlijkt. Het gebed en het lezen in de Bijbel is voor hen het belangrijkste. Ze kunnen niet zonder de samenkomsten. Hun begeerte is om God te verheerlijken met hun hele leven. Tot hun verdriet moeten ze constateren dat dat vaak niet gaat. Lammeren dat zijn mensen die daar te vinden zijn, waar Jezus is.

Het is niet overbodig om te vragen of jij al een ‘lam’ bent van Jezus. Dan heb je ook weet van je oude bokkennatuur. Daar kun je behoorlijk last van hebben. Toch ben je daar te vinden waar Jezus is.

Dat is in de ‘grazige weiden’ van Zijn Woord. De Bijbel is dan jouw beste Boek voor de weg geworden. Het is jouw geestelijke navigatie.      

Na een korte pauze vraagt de Heere Jezus dezelfde vraag iets korter. Nu is het alleen: ‘Simon, zoon van Jonas, hebt u Mij lief?’ Je zegt wel dat je van Mij houdt. Maar heb je Mij ook lief met die heilige liefde? Met die liefde die sterker is dan de dood?

Weer klinkt het: ’Ja Heere, U weet dat ik van U houd’. Petrus durft het grote woord ‘liefhebben’ niet aan. Hij heeft Jezus verloochend, zou hij nu durven zeggen dat hij Jezus toch liefheeft? Nee, dat niet, maar wel en weer: ik voel me aan U verbonden. 

Opnieuw krijgt Petrus een opdracht: ‘Hoed Mijn schapen’. Hoed ze. Zorg goed voor hen. Geef ze eerlijk les vanuit Mijn Woord. Geef ze goed leiding en bescherm ze. 

Schapen zijn sterkere gelovigen dan de lammeren. Ze mogen zich met meer vertrouwen aan de Heere overgeven. Ze beleven door de Heilige Geest dat alleen in de Heere Jezus heil en zegen is. Hij is hun eten en drinken geworden. Petrus moet ze als een herder hoeden. Voorzichtig en wijs.

 

Weer volgt er even een pauze. En dan klinkt het voor de derde maal: ‘Simon, zoon van Jonas hebt gij Mij lief?’ Wat nu? Gelooft de Heere Petrus niet?

Het wonderlijke is dat de Heere nu hetzelfde woord voor liefde gebruikt dat Petrus gebruikt. Dus een lager woord voor de hoogste vorm van liefhebben. De Heere vraagt aan Petrus: Houd je van Mij? Voel je je aan Mij verbonden? Bemin je Mij? Kun je niet zonder Mij?

Petrus wordt bedroefd, omdat Hij het hem voor de derde maal vraagt. Hij voelt dat dit een zinspeling is op zijn drievoudige verloochening. Hij buigt onder de herinnering van zijn verloochening en met tranen in de ogen zegt hij: ‘Heere, Gij weet alle dingen, Gij weet dat ik U liefheb, dat ik U bemin’.

U weet dat ik van U houd.

Petrus bedoelt: Heere, kijk maar in mijn hart. U hebt dat ‘houden van U’ Zelf gegeven. U bent de Alwetende. Daarom durft hij met een gerust hart te zeggen dat hij van de Heere houdt.

Opnieuw krijgt Petrus een opdracht: ‘Weid Mijn schapen’. Sta Mijn kinderen niet in de weg. Laat ze weiden op de grazige weiden van Mijn Woord. Zo kunnen ze groeien in de genade en kennis van Mij. Zorg ervoor dat ze door het geloof meer en meer aan Mij verbonden worden. Leer en verzorg Mijn kinderen in alles wat ze nodig hebben tot hun zaligheid. Waak over hen zoals een vader waakt over zijn gezin. Wees herder óver en vóór hen.    

Liefde

Nog een paar slotopmerkingen. Doe er je winst mee.

De Heere vraagt niet allereerst aan ons: weet je dit of dat op godsdienstig gebied. Hij vraagt naar onze liefde tot Hem. Hoe is dat met jou? Houd je van Hem? Liefde, het houden van, is een van de eenvoudigste kenmerken van een echte christen. Liefde, het houden van de Heere, heeft tot gevolg dat we de zonden gaan haten.

Wij kunnen wel mooi praten, maar als we deze liefde niet kennen, missen we alles. Het geloof blijkt in de liefde en werkt door de liefde.

Deze liefde geeft en heeft altijd gevolgen, vruchten. Dan regeert Hij in alle ‘kamers’ van je leven.

Ook in die kamer waar jij je lievelingszonde bewaart. Dat moet dan de deur uit. Hij en je zonden kunnen niet samengaan. Dan komt er een breuk met de wereld en krijg je nieuwe vrienden.

Ook onbaatzuchtige liefde tot je naaste is een gevolg van Zijn liefde tot jou.

We zullen er ook alles aan doen om zonder zonde voor de Heere te leven. Dan wordt elke zonde een groot monster voor je. Het zijn immers de zonden waarom Jezus aan het kruis moest. Niet om Zijn eigen zonden. Die had Hij niet. Wel om de zonden die van Hem houden. Die Hem liefhebben.

Deze genade van de liefde is nog te krijgen bij de Heere. Hij maakt van vijanden graag liefhebbers van Hem. Wat hebben we aan al het andere, als we deze liefde missen? Indien iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking: Maranatha’ (1 Korinthe 16:22). Aangrijpend. 

De bekering begint niet gelijk met de hoogste vorm van geestelijke liefde. Maar wel met het ‘houden van’. Het aangetrokken zijn op de Heere Jezus. Zo is het toch ook tussen een meisje en jongen?

Dat begint niet met de huwelijksliefde, maar wel met het houden van.

Herken je iets van dit ‘houden van’? Geef Hem de eer en zoek naar verdieping. Breng Zijn liefde elke dag in praktijk in je omgang met andere mensen.

Houd jij al van de Heere Jezus? Weet je dit niet of durf je deze vraag niet met ‘ja’ te beantwoorden?  Rust niet voor je deze vraag met ‘ja’ kunt beantwoorden. Al is het met grote schroom. Dit begrijp ik. Hij zo heilig en groot en ik vol zonden. Daarom wordt het wonder steeds groter, als je deze vraag met ‘ja’ mág beantwoorden.  

Hoe dan ook: Ik smeek je: kom tot inkeer. Nu kunnen ‘bokken’ nog ‘lammetjes’ worden. Na je sterven niet meer. Laat je weiden, hoeden en leiden door de Goede Herder Jezus. Dat is hét leven!