De Herder gezocht - Johannes 18:1-11

Samenvatting toespraak zondagmorgen 11-03-2018. Voorganger evangelist Gerrit Baan. 
M: 06-40360546. E: gbaan@evgg.nl. Thema: 'De Herder gezocht'' n.a.v. Johannes 18:1-11

 

Pascal: Er zijn drie soorten mensen: zij die God dienen, omdat ze Hem gevonden hebben. Zij die Hem niet gevonden hebben en daarom bezig zijn Hem te zoeken. En zij die leven zonder Hem te zoeken of gevonden te hebben. Bij welk soort hoor jij?


Judas gaat naar de Joodse leiders, terwijl Jezus met Zijn discipelen naar de hof van Getsémané gaat. Daar heeft Jezus bitter geleden naar Zijn ziel, zo, dat Hij grote druppels bloed zweette. Tot drie keer toe had Hij Zijn discipelen gevraagd met Hem te waken, maar ze vielen in slaap. Dan zegt Hij: Die Mij verraadt, is nabij. Hij gaat naar de uitgang van de hof. Daar komt de bende van Romeinse soldaten en tempelpolitie met Judas voorop om Jezus gevangen te nemen. 
Jezus weet wat er allemaal staat te gebeuren. Hij heeft de regie. Daarom treedt Hij plotseling uit het donker de bende tegemoet en vraagt: Wie zoeken jullie? Jezus, de man uit Nazareth, klinkt het. Dan geeft Jezus een bijzonder antwoord: Ik ben het! We moeten letten op dit antwoord, want Johannes geeft daarbij een bijzondere toelichting van een bijzonder gebeuren. Vs. 6 Zodra Jezus zegt 'Ik ben het', vallen ze namelijk allemaal achterover. Weer vraagt Jezus: Wie ze zoeken en weer zeggen ze: Jezus, de man uit Nazareth. En weer antwoordt Jezus: Ik heb u toch gezegd dat Ik het ben!


'Ik ben!' Daarmee geeft Jezus werkelijk aan Wie hij is. Hij is niet alleen naar Zijn 'menselijke natuur' de man uit Nazareth, maar 'Ik ben' staat voor Zijn Godheid! Dat is de Naam van God Zelf. Diezelfde Naam heeft Mozes destijds bij het brandende braambos gehoord: Ik zal zijn, die Ik zijn zal. Ik ben; staat voor dezelfde Naam. Diezelfde Naam spreekt God tegen Israël bij de wetgeving: Ik ben de Heere, uw God! De God van Zijn verbond, van genade. Diezelfde Naam heeft Jezus steeds gebruikt in Zijn prediking, juist als Hij de Joden wilde wijzen op het feit dat Hij de Messias van God is. Ik ben het Licht der wereld, Ik ben de Weg, Ik ben de Waarheid en Ik ben het Leven! Ik ben de Goede Herder. Alleen door deze naam 'Ik ben' te noemen wisten de Joden precies wat Hij bedoelde! Hij wijst dus op Zijn goddelijke macht. Ze kunnen niets doen als Hij het niet wil en daarom laat Hij hen dat merken: Ze vallen achterover!  


Hier schittert Zijn Koninklijke waardigheid. In Zijn almacht. Buiten Zijn wil zal Hemzelf, maar ook Zijn volgelingen niets overkomen en kunnen Zijn vijanden niets doen. Hij houdt de regie. En als eerste zorgt Hij in dit gevaarlijke moment voor zijn volgelingen: Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan. … vrije aftocht voor Zijn volgelingen. Hij geeft Zich over voor hen. Hij zal de weg van lijden en sterven gaan, zodat zij eeuwig zullen leven met Hem, want Ik ben het Leven!

 
Daar ligt de kern. Hij geeft Zich vrijwilliger over voor hen. Waarom toch? Johannes legt het uit: Opdat het woord vervuld zou worden: Uit degenen die Gij, (dat is God de Vader) mij gegeven hebt, heb Ik niemand verloren. Jezus heeft het gezegd: Ik en de Vader Zijn Een. Ik ben het! Bij Hem Zijn ze veilig. Waarom? Niet om iets uit hen maar … om de genade van God voor de Zijnen.


… dien Mij de Vader gegeven heeft 
Vooral in Zijn evangelie drukt Johannes de unieke relatie van Jezus als de Eniggeboren Zoon van God, tot Zijn Vader uit. Uit degenen, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik niemand verloren. Hier zien we de uitwerking van Gods eeuwige plan schitteren. Gods verkiezende liefde krijgt hier zijn vervulling: Ik heb u lief gehad met een eeuwige liefde. Daarom heeft de Vader Zijn Zoon gezonden, opdat mensen die van nature tegenstanders van God zijn, dus ook de discipelen en u en ik, met God verzoend zouden worden. Zelfs straks de Romeinse hoofdman! Daarom geeft de Vader Zijn Zoon over om te lijden en te sterven, opdat Hij de straf op Zich neemt en wegdraagt, zodat zij vergeving van zonden, vrede met God en eeuwig leven hebben. De Zoon geeft Zich vrijwillig om die straf te dragen. Gehoorzaam aan de wil van Zijn Vader … Wonder van de God van genade: Ik ben!


In Johannes 10:11 zegt Jezus: Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen. Niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken. 
Indien gij dan Mij zoek zo laat dezen heegaan. Hoe veilig om zo achter Jezus te schuilen. Mogen wij ook weten door Hem geroepen te zijn? Hem te volgen? Hij zegt: Mijn schapen horen Mijn stem, Ik ken ze en zij volgen Mij. Of staan we nog aan de andere kant? Wie zoekt u/jij? Jezus de man uit Nazareth? Misschien een goed voorbeeld, een wonderdoener of …eigenlijk ziet u niets in Hem? Weet dat er buiten Jezus geen eeuwig leven in Gods heerlijkheid is. Dan zullen we eeuwig onze eigen straf moeten dragen.


Maar hoor de stem van de Goede Herder: Joh.10:16 Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen; en het zal worden een kudde, en een Herder. Hij roept ook u en jou: Wie zoek je? Wendt u naar mij toe wordt behouden, want IK BEN God en niemand meer. Hoe gelukkig zijn we dan als de Heilige Geest ons leert ook daarin geborgen te zijn. Ik ben het! De Immanuël, God met ons!


Daarom kan Hij zeggen: … laat dezen heengaan. …
Maar …de volgelingen gaan niet weg. De discipelen blijven achter in de tuin. Buiten de tuin is Jezus in gesprek met de soldaten. Al gebarend naar hen zegt Hij: "Laat deze mensen gaan." Zij mogen in de tuin achterblijven - veilig en wel. Jezus levert Zich uit. Een Goede Herder geeft zijn leven voor zijn schapen. (10:11)


Zij horen deze woorden van hun vrije aftocht blijkbaar niet. Of ze willen Hem niet in de steek laten en denken voor Hem te moeten vechten. Petrus slaat er geweldig op los en hakt Malchus het oor af. Dapper, maar niet gehoorzaam aan Jezus. De Heere Jezus heelt het oor. Luk. 6:27  Maar Ik zeg ulieden, die dit hoort: Hebt uw vijanden lief; doet wel dengenen, die u haten. Zijn Koninkrijk is geestelijk, opbouwend in vrede en waar welzijn, zonder geweld!
Als dan de bende Hem grijpt, vluchten de discipelen. Ze zijn niet meer dapper, maar vol schrik. Ze verlaten Hem lezen we in Mat 26:56. Thomas, wilde vroeger wel met Hem sterven. Petrus heeft zijn leven voor Hem willen geven. Johannes en Jakobus wilden wel aan Zijn rechterhand zitten in Zijn heerlijkheid.  Maar zo gaat het niet en hoeft het niet. Eens riep Hij hen met de woorden: volg Mij. Zij hoorden Zijn stem en volgden: Joh.10:11 Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen.


Wie zoekt gij, 
Vanmorgen is er een boodschap van de Goede Herder voor zoekers: Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan. Want wie zoekt, die vindt! Zoek dan de Heere en leef!